Zoekresultaten 61-70 van de 867 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1897

    Klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster heeft in een kinderziekenhuis een cardiale ablatie via de rechter lies ondergaan. Na de ablatie ontstond een hematoom in de rechter lies dat later geïnfecteerd is geraakt. In de maanden daarna is klaagster hiervoor meermalen in het ziekenhuis opgenomen geweest omdat de infectie bleef terugkeren. Op enig moment vond in het ziekenhuis een multidisciplinair overleg plaats waar werd gesproken over de situatie van klaagster. Er was sprake van een terugkerende infectie ondanks adequate wondbehandeling en tevens werden er orale verwekkers in de wond gevonden. Bij het behandelteam van klaagster, waar de verpleegkundig specialist onderdeel van was, bestond het vermoeden dat de wond gemanipuleerd werd door klaagster of door haar ouders en dat er mogelijk sprake was van pediatric condition falsification. Na overleg met Veilig Thuis heeft een aantal leden van het behandelteam van klaagster, waaronder de verpleegkundig specialist, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist onder meer dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van de melding aan Veilig Thuis, dat zij obsessief in het medisch dossier van klaagster heeft gekeken en dat zij op een aantal momenten de gezondheidssituatie van klaagster verkeerd heeft ingeschat. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1898

    Klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster heeft in een kinderziekenhuis een cardiale ablatie via de rechter lies ondergaan. Na de ablatie ontstond een hematoom in de rechter lies dat later geïnfecteerd is geraakt. In de maanden daarna is klaagster hiervoor meermalen in het ziekenhuis opgenomen geweest omdat de infectie bleef terugkeren. Op enig moment vond in het ziekenhuis een multidisciplinair overleg plaats waar werd gesproken over de situatie van klaagster. Er was sprake van een terugkerende infectie ondanks adequate wondbehandeling en tevens werden er orale verwekkers in de wond gevonden. Bij het behandelteam van klaagster, waar de verpleegkundig specialist onderdeel van was, bestond het vermoeden dat de wond gemanipuleerd werd door klaagster of door haar ouders en dat er mogelijk sprake was van pediatric condition falsification. Na overleg met Veilig Thuis heeft een aantal leden van het behandelteam van klaagster, waaronder de verpleegkundig specialist, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist onder meer dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van de melding aan Veilig Thuis, dat zij obsessief in het medisch dossier van klaagster heeft

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:195 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5653

    Klacht tegen een tandarts die volgens klager onterechte declaraties/facturen stuurt, verrichtingen uitvoert zonder uitleg en toestemming en zonder voorafgaande kostenopgave. Het college komt tot het oordeel dat de tandarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht grotendeels ongegrond, één klachtonderdeel niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:230 Raad van Discipline Amsterdam 23-156/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:316 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-484/AL/GLD 23-488/AL/GLD 23-489/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Gelijktijdig behandelde zaken. Klachten zijn niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:214 Hof van Discipline 's Gravenhage 220305

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Volgens klaagster zijn de uitlatingen van verweerder over de vermeende liefdesleven van klaagster en het herhaalde gebruik van het woord 'labiel' of 'hoer' in de verweerschriften en e-mailberichten onnodig grievend en niet functioneel in het kader van de echtscheidingszaak. Het hof ziet dit anders. De gewraakte uitlatingen dienen te worden bezien tegen de achtergrond van het tussen partijen bestaande geschil over de wijze waarop door beide partijen invulling werd gegeven aan het ouderschap en zijn in dat kader functioneel. Het hof is verder van oordeel dat de wijze waarop verweerder dit heeft gedaan, weliswaar geen schoonheidsprijs, maar evenmin het predicaat onnodig grievend verdient. Ten aanzien van het gebruik van het woord 'labiel' weegt het hof mee dat verweerder daarmee het standpunt van zijn cliënt verwoordde en het woord niet gebruikte in medische zin, maar ter aanduiding van ambigu gedrag. Voor het gebruik van het woord 'hoer' geldt dat dit deel uitmaakt van een citaat en dat niet uit de mond van verweerder of diens cliënt maar - volgens verweerders cliënt - uit die van roddelende derden is opgetekend. Verweerder heeft op de juistheid daarvan mogen afgaan. Tegen deze achtergrond is de citaat niet onnodig grievend. Conclusie hof: lat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen niet gehaald. Vernietiging beslissing raad. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:226 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-333/DH/DH

    Verweerster heeft als advocaat van de wederpartij in een gevoelige familiekwestie over zorg voor en omgang met een jong kind onvoldoende oog gehad voor klagers belangen en onvoldoende de-escalerend gehandeld. Zij heeft onjuiste informatie verstrekt en schikkingsonderhandelingen aan de rechtbank overgelegd. Ook heeft zij het mediationgeheim geschonden. Verder heeft verweerster over deze gevoelige privékwestie contact opgenomen met klagers werkgever, terwijl die werkgever op geen enkele wijze bij het geschil betrokken was. Verweerster heeft hiermee op meerdere momenten klagers belangen nodeloos geschaad. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:192 Hof van Discipline 's Gravenhage 190202H

    Herzieningsverzoek niet-ontvankelijk. Buiten de daarvoor geldende termijn van een jaar na de uitspraak ingediend, geen sprake van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 1 van het herzieningsprotocol en geen aanleiding om een uitzondering te maken op de regel dat alleen de advocaat aan wie een maatregel is opgelegd een herzieningsverzoek kan indienen.

  • Voorzittersbeslissing. Klacht tegen (bestuurders van) advocatenkantoor niet-ontvankelijk want te laat ingediend. Klacht tegen de klachtenfunctionaris kennelijk ongegrond want was geen sprake van interne klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1864

    Klacht tegen tandarts. Het gaat om de plaatsing van een brug door de tandarts bij klaagster. Volgens klaagster heeft de tandarts schade toegebracht met de boor aan haar kaakbot (klachtonderdeel 1). Daarnaast meent klaagster dat de zorg rondom de plaatsing van de brug tekort is geschoten (2), dat het dossier niet compleet is (3) en dat niet op de juiste wijze is gefactureerd (4). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 1 ongegrond, de klachtonderdelen 2, 3 en 4 gegrond en legt aan de tandarts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat alleen klachtonderdeel 2 gegrond is, omdat van de tandarts meer inspanning verwacht had mogen worden om de brug te plaatsen. De maatregel van waarschuwing blijft in stand.