Zoekresultaten 1411-1420 van de 44343 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:30 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425651 KL RK 23-106

    Klager verwijt de notaris dat zij partijdig en onzorgvuldig heeft gehandeld bij de afhandeling van de nalatenschap van zijn vader. Klager vindt dat de notaris zich in deze schuldig heeft gemaakt aan algeheel wanpresteren. De notaris heeft de stichting voor haar in de plaats laten stellen als executeur.Er is geen sprake van (kennelijke) niet-ontvankelijkheid, omdat de klacht voldoende duidelijk is en de notaris zich hiertegen voldoende heeft kunnen verweren.Het tuchtrecht is, ondanks de indeplaatsstelling van de stichting, van toepassing op de notaris. Haar handelen als bestuurder van de stichting houdt voldoende verband met haar hoedanigheid van notaris.Het is de kamer niet aannemelijk geworden dat de notaris in strijd met de door de wet vereiste onpartijdigheid en onzorgvuldigheid heeft gehandeld, dit geldt ook voor het algehele wanpresteren van de notaris. De kamer kan, op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting, niet vaststellen dat de notaris fouten heeft gemaakt in de afwikkeling van de nalatenschap van vader, dan wel dat zij enkel in het voordeel van partner heeft gehandeld hierin en (dus) klager heeft benadeeld. Bovendien was er gedurende het grootste deel van de tijd een advocaat bij klager betrokken, welk gegeven de zorgplicht van de notaris jegens klager ook anders inkleurt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:137 Raad van Discipline Amsterdam 24-132/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het standpunt van klagers over een ongedateerde verklaring die verweerster in de verschillende procedures heeft ingebracht en in het beslagrekest heeft genoemd niet te vermelden en de rechters daarmee niet juist en onvolledig te informeren. Klacht is gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:26 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/431800 / KL RK 24-20

    Klager klaagt over de berekening van zijn legitieme portie door de notaris. Ter zitting is gebleken dat deze berekening nog niet definitief is. De Kamer oordeelt daarom dat klager voorbarig is met het indienen van de klacht over deze berekening en beslist op grond daarvan dat de klacht ongegrond op dit moment ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6048

    Deels gegronde klacht tegen een oogarts. De oogarts heeft begin juli 2022 een sondage uitgevoerd om het tranen van het rechteroog van klaagster te verhelpen. Na de ingreep kreeg klaagster bloedneuzen en klachten van bloed en pus uit haar oog. Zij heeft daarvoor herhaaldelijk contact gezocht met de kliniek. De oogarts is op twee momenten persoonlijk betrokken geweest bij de nazorg van klaagster. Klaagster voelt zich niet gehoord door de oogarts en de kliniek en zij klaagt over de nazorg en de communicatie. Het college is van oordeel dat de oogarts tijdens het tweede nazorgcontact (eind augustus 2022) anders had kunnen en moeten handelen. Gelet op de reeds beschikbare informatie in het dossier, dat de oogarts op dat moment had moeten raadplegen, had hij in ieder geval een andere keuze moeten maken dan klaagster pas eind september 2022 op consult te laten komen. Uit oogheelkundig perspectief bestond er bij de klachten die klaagster had weliswaar geen spoed. Het was echter wel duidelijk dat klaagster al vanaf half juli – dus kort na de ingreep – kampte met serieuze en belastende klachten, waaronder aan haar oog, en dat zij sindsdien nog niet in de kliniek of elders was gezien. De oogarts had er daarom, uit een oogpunt van behoorlijke zorg, voor moeten kiezen om hetzij klaagster zelf te woord te staan aan de telefoon, hetzij de huisarts te bellen voor overleg, hetzij klaagster misschien niet met spoed, maar wel op korte termijn op consult te laten komen. Dit klemt te meer nu hij zelf de sondage bij klaagster had verricht en in zoverre als regiebehandelaar moest worden aangemerkt. Het tweede klachtonderdeel, over het contact na de bij klaagster gestelde diagnose en het beloop van haar ziekte, is ongegrond. De oogarts heeft met het gevoerde gesprek voldoende aandacht aan de onvrede en situatie van klaagster besteed. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:27 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/422821 / KL RK 23-77

    Klagers wensen een appartementsrecht over te dragen zonder doorhaling van de bestaande hypotheek. De betrokken bank verleent hiervoor geen toestemming. Op grond daarvan weigert de notaris mee te werken aan de beoogde overdracht. De bank heeft hierover een vertrouwelijke e-mail aan de notaris verzonden, waarin zij wijst op het Novitaris-arrest en stelt dat het recht van de bank als derde in deze overdracht een beletsel vormt voor de notaris voor het verlenen van zijn medewerking aan de bezwaarde levering van het appartementsrecht. De bank wijst de notaris erop dat hij voorshands aansprakelijk wordt gesteld op het moment dat hij toch zijn medewerking aan de bezwaarde levering verleent. In een hierover gevoerde kortgedingprocedure worden de vorderingen van klagers, over dat de notaris wel moet meewerken, afgewezen. De kortgedingrechter oordeelt dat de notaris in deze omstandigheden zijn medewerking mag weigeren. Klagers dienden eerder een klacht in over dat de notaris te weinig onderzoek heeft gedaan naar de rechten van de bank in de beoogde overdracht. Deze klacht wordt ongegrond. Er volgt een brief van klagers waarin zij nieuwe feiten naar voren brengen. In onderhavige procedure klagen klagers over het volgende: De notaris heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de nieuwe feiten uit de brief; De notaris heeft onterecht de vertrouwelijke brief van de bank achtergehouden; De notaris heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden; De notaris heeft partijdig gehandeld door samen te spannen met de bank. Enkel klachtonderdeel b wordt gegrond verklaard. De notaris heeft door zo te handelen klagers de mogelijkheid ontnomen om zich te verweren tegen de bezwaren die de bank aanhaalt in haar brief. De notaris was neutraal en onpartijdig in het geschil tussen klagers en de bank. Het had dus op zijn weg gelegen om de klagers op de hoogte te brengen van de brief of de bank toestemming te vragen om de brief alsnog met klagers te mogen delen. De kamer ziet, gelet op de complexe materie van de casus, geen aanleiding om de notaris een maatregel op te leggen. Wel moet hij het door klagers betaalde griffierecht aan hen vergoeden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426493 / KL RK 23-113

    Aan de notaris is de opdracht gegeven om de testamenten van klaagster en erflater aan te passen. Klagers verwijten de notaris kort gezegd dat hij daarmee te lang heeft gewacht en niet voortvarend heeft gehandeld. Doordat de toestand van erflater in de tussentijd is verslechterd is zijn testament uiteindelijk niet gewijzigd. De notaris valt daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:135 Raad van Discipline Amsterdam 24-545/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van verweerster in de hoedanigheid van faillissementscurator van klagers kennelijk ongegrond. Verweerster heeft de handelingen verricht in haar hoedanigheid van curator, waarin zij toezicht houdt op het beheer van de failliete boedel en rekening moet houden met belangen van maatschappelijke aard. Uit niets blijkt dat verweerster met haar handelen het vertrouwen in de advocaat zou hebben geschaad. Dat verweerster klagers op enig moment zou hebben uitgemaakt voor fraudeur of crimineel, of dat zij zich op andere wijze onnodig grievend over klagers zou hebben uitgelaten, is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:77 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 744275 / DW RK 23/468 MdV/SM

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarders worden verweten niet te hebben gereageerd op verzoeken van klager om tot een oplossing te komen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730314 DW RK 23/66 MdV/SM

    Klacht ongegrond. De kamer merkt wel op dat de communicatie met betrekking tot de vaststelling van de beslagvrije voet beter had gekund. Klager had er baat bij gehad als de gerechtsdeurwaarder een duidelijk onderscheid had gemaakt tussen verantwoordelijkheden van de gerechtsdeurwaarder en de opdrachtgever op dit punt. Ook had de gerechtsdeurwaarder duidelijker aan klager kunnen uitleggen worden wat de reden was dat de beslagvrije voet zo laag was, nu de hoogte daarvan kennelijk een direct verband had met de woonplaats van klager. De kamer overweegt dat dit een gemiste kans is geweest van de gerechtsdeurwaarder, maar komt tot het oordeel dat hiermee nog geen sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731803 / DW RK 23/105 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder, onder meer, verweten actief te blijven incasseren na de beëindiging van de overeenkomst van opdracht en zonder grondslag gelden onder zich te hebben gehouden. Klaagster heeft op geen enkele wijze aannemelijk weten te maken dat daar sprake van is geweest.