Zoekresultaten 21-30 van de 449 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7215
- Datum publicatie: 29-11-2024
- Datum uitspraak: 28-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:128
Gegronde klacht tegen een anesthesioloog. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft, naar aanleiding van meldingen van de voormalig werkgever van de anesthesioloog over (seksueel) grensoverschrijdend handelen, een onderzoek gestart. De IGJ verwijt de anesthesioloog kort gezegd dat hij seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld door de borsten van twee patiënten, die onder algehele anesthesie waren, aan te raken dan wel te onderzoeken en de anesthesiemedewerker in opleiding uit te nodigen dat ook te doen bij een van de patiënten. Het zonder medische noodzaak of indicatie aanraken en/of uitwendig onderzoeken van de borsten van twee patiënten die onder algehele anesthesie waren, valt onder seksueel grensoverschrijdend gedrag. De stelling van de anesthesioloog dat hij geen seksuele intentie heeft gehad, maakt dat niet anders. Het betreft een potentieel seksueel beladen aanraking dan wel onderzoek aan de borsten van beide patiënten en de anesthesioloog had zich ervan bewust moeten zijn hoe zijn handelen door anderen zou kunnen worden ervaren. Het college komt tot het oordeel dat de anesthesioloog tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Alles overwegende acht het college het op zijn plaats om de anesthesioloog een voorwaardelijke schorsing voor de duur van 6 maanden op te leggen met een proeftijd van twee jaar, waarbij onder andere als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de anesthesioloog een supervisietraject dient te volgen dat is gericht op (zelf)reflectie.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7066
- Datum publicatie: 27-11-2024
- Datum uitspraak: 27-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:134
De inspectie verwijt de verpleegkundige dat hij een persoonlijke en seksuele relatie is aangegaan met een patiënte die tot kort daarvoor verbleef en behandeld werd bij de instelling waar hij werkzaam was, meermaals samen met de patiënte alcohol heeft gedronken terwijl hij wist dat bij haar alcoholproblematiek speelde en zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. College: de verpleegkundige heeft de afkoelingsperiode niet in acht genomen en zijn geheimhoudingsplicht geschonden door zonder enige rechtvaardigingsgrond en zonder toestemming van patiënten informatie over hen te delen met de patiënte. Hem valt aan te rekenen dat hij alcohol heeft meegenomen naar de patiënte en samen met haar alcohol heeft gedronken, wetend dat bij haar alcoholproblematiek speelde en zij daarvoor nog ambulant onder behandeling was. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van één jaar, met een proeftijd van twee jaar en met een bijzondere voorwaarde.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7376
- Datum publicatie: 27-11-2024
- Datum uitspraak: 27-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:135
Klacht van de inspectie tegen een verpleegkundige. College: uitgaande van de lezing van de verpleegkundige heeft hij bij het vasthouden van de hand van een patiënte niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Er zijn geen feiten en omstandigheden gebleken op grond waarvan zijn lezing moet worden verworpen. Die volgen ook niet uit wat de inspectie heeft aangevoerd. Dat geldt ook voor het verwijt aan de verpleegkundige dat hij deze patiënte vaker en ook andere cliënten op ongepaste wijze heeft aangeraakt. Een aantal vermeende aanrakingen heeft de verpleegkundige uitdrukkelijk betwist. Tegenover deze betwisting heeft de inspectie geen nadere onderbouwing kunnen geven, wat wel op haar weg had gelegen. Dat de verpleegkundige tegen een cliënte 'lief mens' heeft gezegd en een andere cliënte een ‘bloedmooi meisje’ heeft genoemd, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Die laatste opmerking is buiten het gehoor van cliënten gemaakt en was gericht tegen een collega. Met betrekking tot het klachtonderdeel over de schending van het beroepsgeheim, de verklaringen over wat er is gebeurd verschillen. Uitgaande van de lezing van de verpleegkundige kan niet worden gezegd dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar handelde. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:243 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7081
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 19-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:243
Gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater is een intensieve vriendschapsrelatie aangegaan met een cliënte die bij hem onder behandeling was. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verwijt de psychiater grensoverschrijdend gedrag. Een vriendschappelijke relatie met een cliënt van deze aard is in strijd met de geldende beroepsnormen. De psychiater erkent de intensieve vriendschapsrelatie en het grensoverschrijdende karakter ervan. De klacht wordt gegrond verklaard.De psychiater heeft zich inmiddels uitgeschreven bij het BIG-register. Alles overwegende acht het college het op zijn plaats om de psychiater een voorwaardelijke schorsing voor de duur van één jaar op te leggen met een proeftijd van twee jaar, waarbij de voorwaardelijke schorsing ingaat op het moment dat de psychiater zich weer laat inschrijven in het BIG-register. Het college acht het aangewezen dat de psychiater zich bij een eventuele hervatting van werkzaamheden in de individuele gezondheidszorg laat begeleiden door een supervisor, dit om met name omstandigheden te (leren) herkennen die voldoende afstand tot een cliënt kunnen belemmeren. Gedurende de proeftijd kan deze supervisie door middel van een bijzondere voorwaarde worden zeker gesteld. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7292
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 07-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:123
De voormalig werkgever van een verpleegkundige verwijt hem dat hij de professionele grenzen heeft overschreden door eenmalig intiem seksueel contact te hebben met een psychisch kwetsbare patiënte die al jaren in behandeling was bij de instelling. Verweerder heeft dit (eenmalige) seksuele contact een dag na het gebeuren gemeld bij zijn manager en is daarop op non-actief gesteld en vervolgens op staande voet ontslagen. Verweerder heeft in het verweer aangegeven dat hij zich onder behandeling heeft laten stellen. Verweerder heeft aangegeven niet meer werkzaam te willen zijn in de zorg of hulpverlening. Hij heeft zijn BIG-registratie laten verlopen.Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en ontzegt de verpleegkundige het recht wederom in het register te worden ingeschreven.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:224 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6970
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:224
Klacht tegen verpleegkundige grotendeels gegrond. Klaagster is de voormalig werkgever. Tijdens dit dienstverband is de verpleegkundige een affectieve en seksuele relatie aangegaan met een patiënte. Hij heeft deze relatie niet gemeld en hij heeft de patiënte verzocht de relatie geheim te houden. De verpleegkundige heeft deze grensoverschrijdende relatie erkend. De aard en duur van het ernstig tuchtrechtelijk verwijtbare handelen alsmede de wijze waarop de verpleegkundige zich heeft opgesteld na het bekend worden van dit handelen, ook nog ter zitting, geeft het college niet het vertrouwen dat hij niet langer een risico zou vormen voor de patiëntveiligheid. Onder deze omstandigheden is er onvoldoende zekerheid dat met een tijdelijke of voorwaardelijke beroepsbeperkende maatregel het risico op herhaling voldoende is weggenomen. Het college legt de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:197 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6883
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 04-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:197
Ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster verwijt de arts dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. De arts ontkent dat hiervan sprake is geweest. Het college stelt vast dat de stellingen van klaagster geen objectieve steun vinden in de stukken. De exacte bewoordingen die de arts tijdens de behandeling heeft gebruikt en de context daarvan zijn voor het college niet te achterhalen, omdat alleen klaagster en verweerder aanwezig zijn geweest bij de behandelingen. Het college verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2329
- Datum publicatie: 25-07-2024
- Datum uitspraak: 24-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:141
Klaagster is een paar keer door de huisarts gezien in verband met microscopisch (onzichtbaar) bloedverlies in de urine. De huisarts heeft een gynaecologisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is door klaagster als zeer pijnlijk en grensoverschrijdend ervaren. Klaagster verwijt de huisarts verder dat hij onjuistheden in het medisch dossier heeft genoteerd en dat hij onvoldoende uitleg heeft gegeven over de noodzaak van de door hem uitgevoerde onderzoeken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege waren alle door de huisarts bij klaagster uitgevoerde onderzoeken geïndiceerd. Het Centraal Tuchtcollege kan net als het Regionaal Tuchtcollege niet vaststellen dat de gebeurtenissen die klaagster schetst ook daadwerkelijk zo hebben plaatsgevonden. Volgens vaste rechtspraak kan het Centraal Tuchtcollege wanneer sprake is van uiteenlopende lezingen geen oordeel geven, omdat aan het woord van de een nu eenmaal niet meer waarde gehecht kan worden dan aan het woord van de ander. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6755
- Datum publicatie: 22-07-2024
- Datum uitspraak: 19-07-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:89
Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een plastisch chirurg. Klacht gegrond, maatregel: doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens een (onnodig) videoconsult. De uitvraag en beantwoording van de hulpvraag waren niet naar behoren. Ook anderszins geen zorgvuldigheid en professionele distantie bij het gebruik van WhatsApp. Onverantwoorde beschikbaarheid (24/7) via WhatsApp voor consulten, zonder waarneming. Geen lerend vermogen getoond, risico op herhaling.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6996
- Datum publicatie: 19-07-2024
- Datum uitspraak: 18-07-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:88
Klacht van IGJ tegen verpleegkundige wegens (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.Klacht is gegrond. Bij het opleggen van de maatregel weegt het college mee dat verweerster inzicht heeft getoond in haar handelen en dat zij al geruime tijd naar volle tevredenheid aan het werk is en dat deze procedure lang heeft geduurd. Aan verweerster wordt een voorwaardelijke schorsing opgelegd van zes maanden met een proeftijd van een jaar. De voorwaarde die het college hieraan stelt, is dat verweerster gedurende de proeftijd van een jaar zich niet schuldig maakt aan enig handelen of nalaten dat in strijd is met de goede zorg die zij als verpleegkundige behoort te betrachten, of in strijd is met hetgeen een behoorlijke verpleegkundige betaamt.