Zoekresultaten 91-100 van de 449 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2022:167 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1226

    Klacht tegen fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft gitaarles gehad van klager. Op enig moment hebben zij een seksuele relatie gekregen. Klager verwijt de fysiotherapeut dat zij 1. tijdens de behandelrelatie niet de professionele afstand heeft gehouden die zij in acht had moeten nemen door een seksuele relatie aan te gaan, 2. de behandeling niet heeft overgedragen aan een collega toen zij bemerkte dat zij niet de professionele afstand jegens klager in acht kon nemen en 3. dat de patiëntgegevens van klager niet in de boekhouding heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, omdat niet is gebleken dat sprake was van een behandelrelatie. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2022:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2021/3667

    Gz-psycholoog begint liefdesrelatie met patiënt die zij behandelde in ggz-instelling. Instelling dient een klacht in. Klacht gedeeltelijk gegrond. Gz-psycholoog had liefdesrelatie niet mogen aangaan, heeft leidinggevende niet proactief en te laat geïnformeerd. Niet professioneel gehandeld en beroepsnormen geschonden. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2022:164 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021/1183

    Klacht van advocaat tegen bedrijfsarts. Klager is advocaat van een werknemer (klager in de zaak C2021/1187) die gedeeltelijk is uitgevallen voor zijn werkzaamheden en bezig is met re-integreren. Klager heeft namens de werknemer een brief gestuurd aan de arbeidsdeskundige naar aanleiding van de conceptrapportage die zij over de werknemer had opgesteld. De bedrijfsarts van de werknemer heeft zich daarover kritisch uitgelaten tijdens zijn spreekuur met de werknemer en diens begeleider (zijn schoonzoon). Dit gesprek is heimelijk opgenomen door de schoonzoon en klager later ter ore gekomen. De bedrijfsarts heeft zijn kritische uitlatingen erkend en daarvoor aan klager meerdere malen zijn excuses aangeboden. De uitlatingen van de bedrijfsarts zijn voor de advocaat aanleiding geweest om op eigen titel een klacht in te dienen. De advocaat verwijt de bedrijfsarts dat hij tijdens het spreekuur uitlatingen heeft gedaan die volgens de advocaat ook jegens hem intimiderend en grensoverschrijdend waren. Het Regionaal Tuchtcollege acht klager ontvankelijk in de klacht en verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verklaart de advocaat alsnog niet ontvankelijk in de klacht, omdat hij geen rechtstreeks belanghebbende is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2022:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021/1187

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klager is als werknemer gedeeltelijk uitgevallen voor zijn werkzaamheden en bezig met re-integreren. De advocaat van klager (klager in de zaak C2021/1183) heeft namens klager een brief gestuurd aan de arbeidsdeskundige naar aanleiding van de conceptrapportage die zij over klager had opgesteld. De bedrijfsarts van klager heeft zich daarover kritisch uitgelaten tijdens zijn spreekuur met klager en diens begeleider (klagers schoonzoon) en heeft ondanks het verzoek daartoe deze brief niet aan het bedrijfsgeneeskundig dossier toegevoegd. De bedrijfsarts heeft zijn kritische uitlatingen erkend, heeft meerdere malen zijn excuses aangeboden aan klagers advocaat en pogingen gedaan om hierover met klager in gesprek te komen. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij zich tijdens het spreekuur intimiderend en grensoverschrijdend heeft uitgelaten, dat hij ongemotiveerd heeft geweigerd om de brief van de advocaat aan klagers bedrijfsgeneeskundig dossier toe te voegen en dat hij na het bewuste spreekuur niet per direct heeft neergelegd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2022:155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022.1239 + 1240

    Klacht tegen gz-psycholoog/psychotherapeut. Klaagster is gedurende een week voor een klinische behandeling in een traumacentrum opgenomen geweest. Verweerder heeft het opnamegesprek met haar gevoerd en dezelfde dag in de middag op haar eerste traumabeeld een exposure-behandeling toegepast. Bij de rest van de klinische behandeling is verweerder niet meer betrokken geweest. Nadat zij uit het traumacentrum was ontslagen heeft klaagster een LinkedIn-connectie verzoek gestuurd aan onder anderen verweerder. Verweerder heeft dit verzoek geaccepteerd en via deze weg hebben klaagster en verweerder veelvuldig persoonlijke berichten met elkaar gedeeld. Na vier dagen is het contact op initiatief van klaagster verbroken. Klaagster heeft zes klachtonderdelen geformuleerd waarmee zij verweerder grensoverschrijdend gedrag verwijt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht op alle onderdelen gegrond verklaard, aan de gz-psycholoog een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van 12 maanden opgelegd en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing, verklaart het klachtonderdeel waarmee verweerder seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt verweten ongegrond en bevestigt de gegrondverklaring van de andere klachtonderdelen. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de maatregel van schorsing voor de duur van 12 maanden, maar bepaalt dat deze schorsing voor de duur van 8 maanden in voorwaardelijke vorm wordt opgelegd, met een proeftijd van twee jaar. Het Centraal Tuchtcollege gelast, evenals het Regionaal Tuchtcollege publicatie van de beslissing.

  • Herstelbeslissing van de beslissing ECLI:NL:TGZRAMS:2022:82

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3731

    Klacht tegen verpleegkundige gegrond. Doorhaling. Tweede tuchtnorm. De verpleegkundige heeft patiënte, die wilsonbekwaam was gelet op de vergevorderde dementie, opgelicht voor een enorm bedrag en zichzelf laten betalen voor de uren die zij met haar doorbracht. Dat is volstrekt geen handelen dat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Met dit handelen is de individuele gezondheidszorg ermee gediend dat zij de titel van verpleegkundige niet langer voert.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2022:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/3363

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Het staat vast dat er sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag door een seksuele relatie aan te gaan met een voormalig patiënte in de periode direct na de behandeling. De verpleegkundige heeft inzicht in zijn handelen getoond en het college acht de kans op herhaling gering. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van een jaar, met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2022:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/3805

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Het staat vast dat er sprake is van grensoverschrijdend gedrag doordat de verpleegkundige de grenzen van een professionele relatie heeft overschreden door een persoonlijke relatie aan te gaan met zijn cliënte. Daarnaast is de verpleegkundige onvoldoende zorgvuldig geweest bij het starten van de EMDR-behandeling. Ook bij de verslaglegging is de verpleegkundige tekort geschoten. Door het eenzijdig beëindigen van de EMDR-behandeling op grond van persoonlijke en emotionele overwegingen heeft de verpleegkundige ook onzorgvuldig gehandeld. De verpleegkundige heeft zelfinzicht getoond. Klacht gegrond, schorsing van een jaar waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2022:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/3582

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Het staat vast dat er sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag door het bewaren van pornografisch beeldmateriaal op het werkaccount van de verpleegkundige. De verpleegkundige heeft zich ook niet aan de afkoelingsperiode gehouden door (seksueel) contact met een ex-patiënte. Het is de verpleegkundige niet gelukt om het college ervan te overtuigen dat hij zich verder en in voldoende mate blijft ontwikkelen en er alles aan zal doen om herhaling te voorkomen. Klacht gegrond, doorhaling en directe schorsing van de bevoegdheden.