Zoekresultaten 151-160 van de 2791 resultaten

  • Door verschillende eigenaren van een kavel op een recreatiepark zijn klachten ingediend tegen notaris [K], notaris [L] en kandidaat-notaris [M], over de manier waarop de erfpachtconversie is gegaan en het ontbreken van de onafhankelijkheid van het notariskantoor. Een groot deel van de klagers is niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de termijn. Over de erfpachtconversie overweegt de kamer dat er drie verschillende groepen zijn te onderscheiden. De kamer kan niet beoordelen per klager of er sprake is van klachtwaardig handelen omdat de klacht heel algemeen is geformuleerd en niet specifiek op iedere kavel een toelichting is gegeven waaruit duidelijk blijkt wat de (kandidaat-)notaris bij de levering niet goed zou hebben gedaan. De kamer verklaart dit klachtonderdeel daarom wegens onvoldoende concrete verwijten, ongegrond.De klacht tegen notaris [K] is gedeeltelijk gegrond omdat hij de schijn van partijdigheid heeft gewekt door plaats te nemen als bestuurder in de STAK, die een rol heeft in het bestuur van het recreatiepark waarvoor hij ook werkzaamheden verrichtte als notaris.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/410369 / KL RK 22-130

    Vader heeft een perceel geleverd terwijl hij volgens klager niet meer wilsbekwaam was. De notaris heeft dat volgens klager onvoldoende beoordeeld. De klacht is op dit onderdeel ongegrond omdat er behalve de leeftijd van vader geen omstandigheden waren om de wilsbekwaamheid verder te onderzoeken.De klacht is wel gedeeltelijk gegrond omdat de wens van vader niet overeen komt met de akte van levering.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:23 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/411145 / KL RK 22-142

    Gelet op de checklist ABC- transacties waren er dus en verder voor de notaris geen objectief aanwijsbare redenen zijn medewerking aan de levering B-C te weigeren. De klacht wordt daarom op dit onderdeel ongegrond verklaard. Echter gegrond voor wat betreft het verwijt van klager dat de notaris hem niet informeerde over de intrede van een nieuwe partij aan de zijde van kopers. Hiermee heeft de notaris klager belangrijke informatie onthouden over de identiteit van de koper. De omstandigheid dat de nieuwe contractspartij evenals de oorspronkelijke contractspartij is gelieerd aan de heer [B.G.S.] brengt hierin geen verandering, immers het was aan klager geweest te bepalen of hij, al dan niet rekening houdende met de hier bedoelde onderlinge relaties, met [H.S.G. B.V.] wilde contracteren en aan hen wilde leveren. De kamer is daarom van oordeel dat de klacht op dit onderdeel gegrond is, waarbij in dit geval met oplegging van de maatregel van waarschuwing wordt volstaan.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2023:1 Kamer voor het notariaat Amsterdam 722591 / NT 22-35

    De notaris had dus onvoldoende objectieve aanwijzingen dat een eventuele vernietiging van de levering door beslagleggers vanwege het paulianeuze karakter van de transactie zonder meer kansloos was. De notaris heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het in de gegeven omstandigheden niet aan hem is om over de pauliana te oordelen, maar aan de civiele rechter. Om die reden heeft hij klaagster de suggestie gedaan om in kort geding een oordeel te vragen over zijn ministerieplicht. Als de beweringen van klaagster juist zijn, had zij beter nog haar pijlen kunnen richten op de beslagleggers, omdat dezen in dat geval ten onrechte niet wilden meewerken aan de doorhaling van de beslagen. Zolang de beslagleggers hun beslag niet willen doorhalen of niet in rechte daartoe zijn veroordeeld en zolang zij niet bereid zijn afstand te doen van een vordering op grond van pauliana of vaststaat dat zo’n vordering kansloos is, kan de notaris zijn ministerie niet verlenen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/408903 / KL RK 22-116

    De vader van klager en zijn zus is overleden. In het testament van vader is samengevat vastgelegd dat wanneer klager een bijstandsuitkering zou ontvangen op het moment van het overlijden van de vader – en klager daarom eerst zou moeten interen op de erfenis – hij minder, namelijk slechts 1/4e van de nalatenschap, zou krijgen en dat wanneer klager bij dat overlijden geen bijstandsuitkering meer zou ontvangen hij meer, namelijk 3/4e van de nalatenschap, zou krijgen. Op het moment van het overlijden van vader ontving klager een bijstandsuitkering. De kamer is, anders dan klager, van oordeel dat de notaris heeft voldaan aan zijn informatie/Belehrungsplicht zoals neergelegd in artikel 43 lid 1 Wna. De notaris heeft zich, gelet op de contactmomenten tussen de vader en de notaris, er voldoende van vergewist dat de vader de inhoud van de akte heeft begrepen. Dat de notaris de vader onjuist, althans niet voldoende zou hebben beleerd over de situatie waarin klager is aangewezen op een bijstandsuitkering ten tijde van het overlijden van vader is ook niet komen vast te staan. Daarnaast heeft de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich op zijn geheimhoudingsplicht te beroepen.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/23

    De klacht gaat over het handelen van de notaris als vereffenaar in de nalatenschap van klaagsters moeder. De klacht wordt voor een deel niet-ontvankelijk verklaard wegens het verstrijken van de klachttermijn en voor het overige gegrond verklaard.Van een notaris die, al dan niet als vereffenaar, bij de afwikkeling van een nalatenschap betrokken is, mag worden verwacht dat hij de belangen van de erfgenamen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behartigt en dat hij daarbij in de gegeven omstandigheden voldoende voortvarend handelt. De kamer is van oordeel dat de notaris aan een en ander niet heeft voldaan. Zorgvuldigheid is één van de kernwaarden van het notariaat en de notaris heeft deze bij voortduring en bij herhaling geschonden. De notaris heeft de vereffening niet voortvarend opgepakt, niet aan alle wettelijke taken van een vereffenaar voldaan, klaagster tweemaal onder ongeoorloofde druk gezet om akkoord te gaan met een uitdelingslijst (die beide keren feitelijk een staat van verdeling betrof), een drempel opgeworpen voor klaagster om een klachtprocedure te voeren en slecht met klaagster gecommuniceerd.De kamer heeft de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee weken opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/43

    Onenigheid tussen klager en de notaris, die beiden lid zijn van de VvE van een appartementencomplex. De notaris houdt geen kantoor in dat complex. Indiening tuchtklacht vormt geen misbruik van bevoegdheid of klachtrecht. Hoedanigheid. Klachtonderdelen over geluidsoverlast door verbouwingen van de notaris en de wijze waarop hij zijn bijdrage in de gemeenschappelijke kosten heeft berekend, worden aangemerkt als privéaangelegenheid van de notaris waarvoor hij zich in beginsel niet tuchtrechtelijk hoeft te verantwoorden. Een notaris kan desalniettemin tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor zijn handelen in privé als dit dermate kwalijk is dat daardoor de eer en het aanzien van het notarisambt zijn geschaad, maar de kamer oordeelt dat daarvan geen sprake is. Dat de notaris – in zijn hoedanigheid van notaris – de levering van appartementsrechten aan klager heeft opgeschort in afwachting van het herstel van een lekkage in het appartement dat klager voorafgaand aan die levering aan de notaris zou leveren, acht de kamer niet klachtwaardig. In zijn hoedanigheid van notaris heeft hij ook een bestuursbesluit ingeschreven bij de KvK, terwijl hij wist dat klager (enig bestuurder van de VvE) het daar niet mee eens was. Volgens de notaris kon hij uit eigen wetenschap verklaren dat bij de voorafgaande ledenvergadering van de VvE unaniem was ingestemd met het besluit tot benoeming van de door hem opgerichte stichting als bestuurder, maar de kamer is van oordeel dat de notaris er daarbij ten onrechte aan voorbij is gegaan dat hij de ledenvergadering van de VvE niet in zijn hoedanigheid van notaris heeft bijgewoond, maar in zijn hoedanigheid van lid van de VvE. Daarom acht de kamer het tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris er, met de kennelijke bedoeling de door klager geuite bezwaren te omzeilen, welbewust voor heeft gekozen om de (beweerdelijke) bestuurswijziging vervolgens in zijn hoedanigheid van notaris te laten inschrijven. Daardoor heeft de notaris op oneigenlijke wijze gebruik gemaakt van de aan hem wegens zijn ambt toegekende bevoegdheid. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:6 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/35

    Klaagster verwijt de notaris dat het door hem opgestelde testament van vader niet overeenkomstig de wens van vader is, waardoor het door vader beoogde rechtsgevolg niet is ingetreden. Ook verwijt klaagster de notaris dat hij niet onafhankelijk en/of onpartijdig gehandeld heeft bij het afwikkelen van de nalatenschap van vader. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten voor tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:18 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/411781 / KL RK 22-149

    In deze zaak is sprake van bijzondere feiten en omstandigheden die maakten dat van de kandidaat-notaris extra onderzoek en alertheid mocht worden verlangd. Concreet: het feit dat klager vanuit het buitenland opereerde, dat hij deels vanaf buitenlandse rekeningen en deels in buitenlandse valuta betaalde en dat er bovendien haast was bij de beoogde transactie, terwijl het ging om substantiële bedragen. In zo’n situatie legt de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) een (kandidaat-)notaris de verplichting op om verscherpt cliëntenonderzoek te doen. Dat de kandidaat-notaris dit onderzoek heeft verricht, is dan ook terecht. Het onderzoek had echter voortvarender uitgevoerd kunnen worden. Bovendien is er geen regel die bepaalt dat een te betalen bedrag niet (rechtstreeks) van een buitenlandse rekening afkomstig zo mogen zijn. Hoewel de klacht op deze punten gegrond verklaard wordt, is er naar het oordeel van de kamer vanwege de overige relevante feiten en omstandigheden in deze zaak al met al geen sprake van een zodanig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen dat daarvoor een maatregel opgelegd zou moeten worden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:19 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/405523 KL RK 22-82

    Uit de processtukken en hetgeen partijen over en weer ter zitting hebben verklaard blijkt dat de notaris vanuit meerdere rollen bij de afwikkeling van de nalatenschap van X was betrokken. Dit had de notaris naar het oordeel van de kamer tot extra voorzichtigheid en alertheid moeten nopen.Door de beleggingsportefeuille zo snel, zonder overleg en zonder noodzaak te liquideren is door de notaris voorbij gegaan aan evident andere belangen, waaronder de belangen van klaagster. Gelet op de tegengestelde standpunten van klaagster en de erfgenamen-vereffenaars ten aanzien van de beleggingsportefeuille, had de notaris een pas op de plaats moeten maken en geen gebruik moeten maken van de door de erfgenamen-vereffenaars aan hem afgegeven volmacht om het geld vervolgens op voor klaagster onbekende rekeningen te storten. Van hem had mogen worden verlangd dat hij - in de gegeven omstandigheden - eerst de discussie over de vraag of klaagster ook aanspraak kon maken op het vermogen, zou hebben afgewacht. De notaris kan in elk geval ook niet worden gevolgd in zijn stelling dat hij bij zijn handelen voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van klaagster door haar te vragen haar aanspraken te onderbouwen en door de erfgenamen op het pad van de verzwaarde vereffening te zetten. Uit de door de notaris zelf overgelegde stukken blijkt namelijk dat hij dat pas heeft gedaan nadat hij - op basis van de hem door de erfgenamen verstrekte volmacht - de beleggingsportefeuille heeft laten liquideren. De kamer komt dan ook tot de conclusie dat de notaris bij dit alles onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Daarom heeft de kamer de klacht gegrond verklaard en de notaris de maatregel van waarschuwing opgelegd.