ECLI:NL:TNORARL:2023:62 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/415762 KL RK 23-14

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2023:62
Datum uitspraak: 22-12-2023
Datum publicatie: 06-02-2024
Zaaknummer(s): C/05/415762 KL RK 23-14
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De notaris heeft voldoende onderbouwd dat hetgeen zij schriftelijk heeft vastgelegd berust op de door testateur uitgesproken uiterste wil. Dat er sprake is van een gebrekkige vastlegging van de door de notaris verzonden e-mails/brieven in het dossier acht de kamer in het licht van de chaotische coronasituatie van maart/april 2020 niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.Klacht ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/415762/ KL RK 23-14

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[ klaagster ],

wonende te [ plaats ]

tegen

[ notaris ],

notaris te [ plaats ] ,

gemachtigde: mr. M.I. van Dijk, advocaat te Amsterdam.

Partijen worden hierna klaagster en de notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure
 

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de klacht met bijlagen van 15 maart 2023;

- het verweer van 2 mei 2023;

- de brief van klaagster met bijlagen van 27 oktober 2023;

- de overlegging van een productie door de notaris van 1 november 2023.

1.2.      De kamer heeft de klacht mondeling behandeld op de openbare zitting van
10 november 2023. Partijen waren aanwezig, klaagster - onder anderen – vergezeld door de heer [ naam ] en de notaris bijgestaan door haar gemachtigde. Partijen hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities.

2.         De feiten

2.1.      De klacht betreft het opmaken en passeren door de notaris van het testament van de heer [ naam ] (hierna: testateur), geboren op 3 december 1930, overleden op 16 juli 2021. Testateur liet twee kinderen achter: klaagster en haar broer [voornaam].

2.2.      Op 19 maart 2020 vond ten kantore van de notaris een bespreking onder vier ogen plaats met testateur voor het opstellen van een testament c.q. een herroeping van eerdere wilsbeschikkingen. De neef van klaagster, de heer [ naam ] (hierna: de neef van klaagster), had daartoe het initiatief genomen.

2.3.      Op 20 maart 2020 is het testament in concept met een toelichting daarop aan testateur gezonden. In de toelichting op het testament is onder het kopje ‘Legaten’ - onder meer – opgenomen: “(..) U legateert een bedrag van € 2.500,00 aan de Stichting Magen David Adom Nederland.”

2.4.      De neef van klaagster heeft de notaris bij e-mail verzocht om het concept van het testament in een groter lettertype uit te printen; de notaris heeft (de tekst van) dat bericht, waarin hij ook de geboortedata van de kinderen van klaagster heeft vermeld, bij e-mail van 20 maart 2020, 15:39 uur doorgezonden aan een medewerkster van het notariskantoor.

2.5.      Op 2 april 2020 heeft de medewerkster van de notaris de brief, het concept van het testament en de toelichting per post nogmaals aan testateur gestuurd.

2.6.      Op 6 april 2020 heeft de notaris het testament gepasseerd. Omdat toen sprake was van lockdownmaatregelen wegens de Covid-19-pandemie, is het testament gepasseerd achter een doorzichtige glazen (entree)deur in de hal van het notariskantoor. De neef van klaagster was daarbij aanwezig. Het testament - voor zover van belang voor de beoordeling – luidt als volgt:

HOOFDSTUK 2. ERFSTELLING EN LEGATEN

1. Erfstelling

Ik benoem tot mijn erfgenamen: mijn genoemde twee kinderen met dien verstande dat mijn genoemde zoon [ naam ] een erfdeel geniet ter grootte van de legitieme (..)

3. Legaten
(…)

b. Ik legateer (..) een bedrag in contanten groot tienduizend euro (€ 10.000,00) aan de Stichting Magen David Adom Nederland (..)

De neef van klaagster is in het testament tot executeur van de nalatenschap van testateur benoemd; voor zijn werkzaamheden heeft hij recht op een vergoeding van € 2.500.

3.         De klacht

3.1.      Klaagster verwijt de notaris een slordige werkwijze. Klaagster vindt de notaris niet geloofwaardig. Volgens klaagster heeft de notaris een draai gegeven aan de woorden van testateur.

3.2.      Klaagster heeft haar bedenkingen over de inhoud van de laatste wil van testateur.

Aan zijn zoon [voornaam] wilde testateur zo min mogelijk nalaten in geld en goederen. Testateur moet dan ook het begrip ‘erfgenaam van de legitieme’ niet goed hebben begrepen. Het was de uitdrukkelijke wens van testateur om zoon [voornaam} te onterven. Zo was het ook opgenomen in een eerder door notaris [ naam andere notaris, hierna: [ X ] ] opgesteld concept, dat op 19 maart 2020 zou worden gepasseerd. De passeerafspraak werd door die notaris afgezegd.

Testateur heeft klaagster verteld dat hij het concept van notaris [ X ], dat klaagster in zijn rollatortas had gestopt, aan de notaris heeft laten zien bij de bespreking op 19 maart 2020.

3.3.      Ook is klaagster verbaasd over het in het testament opgenomen bedrag van
€ 10.000 voor het legaat aan de Stichting Magen David Adom Nederland (hierna: de stichting). In de door de notaris gegeven toelichting op het testament is een bedrag van € 2.500 voor dat legaat genoemd. Dat zou volgens klaagster ook de bedoeling zijn geweest van testateur, namelijk conform de wens van de in 2009 overleden moeder van klaagster.

3.4.      Testateur heeft het concepttestament met de toelichting niet kunnen lezen door een verminderde visus. De neef van klaagster heeft de notaris verzocht om het in een groter lettertype te sturen. Alleen de toelichting is toen in een groter lettertype verzonden, op 2 april 2020 en niet eerder. Dat de notaris op 2 april 2020 telefonisch met testateur heeft gesproken kan volgens klaagster niet waar zijn omdat de telefoon van testateur in die periode niet werkte. Vóór ondertekening van het testament had de notaris testateur moeten vragen of hij het had gelezen. Het testament is hem bij het passeren niet (beknopt) voorgelezen en/of voorgehouden.  

4.         Het verweer

4.1.      Primair heeft de notaris aangevoerd dat het klaagschrift niet voldoet aan het bepaalde in artikel 10 van het Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat. De klacht is onsamenhangend gekopieerd en daardoor “niet leesbaar”. De producties zijn onvolledig/onleesbaar/slecht gekopieerd en niet op volgorde aangeleverd. Er is geen koppeling gemaakt met de Wet op het notarisambt. Materieel is niet duidelijk wat de klacht inhoudt. Daardoor is het lastig voor de notaris om zich adequaat te verdedigen, aldus de notaris.

4.2.      De notaris bestrijdt dat testateur haar bij het gesprek op 19 maart 2020 het concept-testament van notaris [ X ] heeft overhandigd. Het enige dat de notaris toen wist is dat er een passeerafspraak was gemaakt bij die notaris en dat die afspraak was afgezegd. 

De notaris heeft hetgeen zij met testateur heeft besproken vastgelegd in een concepttestament, dat op 20 maart 2020 per e-mail aan testateur is verzonden. Voor hetgeen de notaris met testateur heeft besproken beroept de notaris zich op haar geheimhoudingsplicht. De notaris wijst erop dat zij geen enkel belang heeft of had om de instructies van testateur niet op te volgen.

 4.3.     Op 2 april 2020 heeft de notaris in een telefoongesprek met testateur de inhoud van het concepttestament en de verdere gang van zaken afgestemd. Testateur had de notaris gebeld, omdat hij wilde verifiëren of in het testament wel een legaat van € 10.000 aan de stichting was opgenomen en niet van € 2.500, zoals vermeld in de toelichting bij het testament. In die toelichting is per abuis € 2.500 opgenomen. Dat bedrag betreft echter het loon van de executeur en niet het legaat. De inhoud van het concept-testament stemde geheel overeen met hetgeen op 19 maart 2020 was besproken.

4.4.      Door de Covid-19 pandemie en de in dat verband genomen maatregelen van overheidswege kon er na 19 maart 2020 geen fysiek contact met testateur plaatsvinden.
Het testament diende snel te worden opgesteld en gepasseerd, was de instructie. Het passeren op 6 april 2020, vond, met inachtneming van het toen geldende beleid van de KNB, plaats achter een glazen afscheidingsdeur, in een speciaal daartoe ingerichte ruimte. Zoals gebruikelijk is niet de volledige akte voorgelezen, maar wel is de koptekst en de slotparagraaf letterlijk voorgehouden en is de strekking besproken, onder verwijzing naar de bespreking van 19 maart 2020.

4.5.      De aan het adres van de notaris door klaagster geuite beschuldigingen zijn onjuist en beledigend en vinden geen steun in de feiten en/of de door klaagster overgelegde producties, aldus de notaris.

5.         De beoordeling

5.1.      Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij

daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

Ontvankelijkheid

5.2.      De kamer verwerpt het primaire verweer van de notaris. Uit de omschrijving van de klacht in samenhang met de bijbehorende bijlagen kan in voldoende mate worden afgeleid wat de klacht van klaagster is. Het verweerschrift van de notaris geeft daarvan ook blijk.

Verder geldt dat de eisen die het Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat stelt niet dienen als doel op zich, maar dienen ter waarborging van een goede procesorde. De kamer is van oordeel dat het klaagschrift in voldoende mate aan de te stellen eisen voldoet. Klaagster is dan ook ontvankelijk in haar klacht.

Inhoudelijke beoordeling

5.3.      Ter zitting heeft de notaris verklaard dat zij op 19 september 2020 onder vier ogen met testateur heeft gesproken. Testateur was een oude man met trillende handen. Hij wist wel wat hij wilde. Testateur heeft haar verteld over de ellende met zijn zoon [voornaam] vanaf het overlijden van zijn echtgenote. De notaris heeft testateur drie varianten voorgehouden: een legaat, erfgenaam van de legitieme en onterving van de erfgenaam. Testateur wilde wel dat zijn zoon erfgenaam werd, maar dat hij niet meer zou krijgen dan waarop hij recht had. Testateur was expliciet over de hoogte van het legaat aan de stichting.

De notaris heeft op 31 maart 2020 het concepttestament en de toelichting in een groter lettertype aan testateur verzonden. Op 2 april 2020 is het concepttestament en de toelichting daarop nogmaals in een groter lettertype verzonden, omdat de notaris dacht dat testateur het niet had ontvangen. Bij het passeren van de akte op 6 april 2020 was de neef van klaagster op afstand aanwezig, alles aldus de notaris.

5.4.      De neef van klaagster heeft ter zitting verklaard dat de passeerruimte zo klein was – hij stond op anderhalve meter naast testateur – dat hij kon horen wat er werd gezegd. Testateur heeft toen niet gezegd dat hij het testament niet kon lezen. Er werd niets gezegd over de inhoud van het testament, ook de identiteit van testateur is niet gecontroleerd (‘ze kenden elkaar’) en testateur moest drie keer tekenen omdat zijn hand trilde, aldus de neef van klaagster.

5.5.      De kamer oordeelt als volgt. De notaris heeft voldoende onderbouwd dat hetgeen zij schriftelijk heeft vastgelegd berust op de door testateur uitgesproken uiterste wil in het gesprek met de notaris van 19 maart 2020 en later in het telefoongesprek van 2 april 2020. De kamer heeft geen reden om aan te nemen dat, anders dan klaagster stelt, dat telefoongesprek niet heeft plaatsgevonden, gelet op hetgeen de notaris daarover heeft verklaard. Dat de telefoon van klager in het geheel niet werkte, blijkt niet uit de door klaagster overgelegde bijlage 11a van de eind april met KPN gevoerde e-mailcorrespondentie.

5.6.      De kamer constateert dat er sprake is van een gebrekkige vastlegging van de door de notaris verzonden e-mails/brieven in het dossier. Zo heeft zij geen kopie van de door haar beweerdelijk op 20 maart 2020 verzonden e-mail, de brief van 31 maart 2020 kunnen overleggen en evenmin een gespreksnotitie van het telefoongesprek op 2 april 2020. De kamer acht dat echter in dit geval niet tuchtrechtelijk niet verwijtbaar in het licht van de prille, chaotische coronasituatie van maart/april 2020.

5.7.      De kamer acht aannemelijk dat de notaris zich bij het passeren heeft gehouden aan de daarvoor geldende voorschriften, ondanks dat een en ander wegens omstandigheden in een niet-gebruikelijke ruimte diende plaats te vinden, te weten dat zij heeft geverifieerd dat testateur gerechtigd was te tekenen en dat hetgeen hij tekende overeenkwam met zijn eerder uitgesproken wil.

5.8.      De kamer zal de klacht dan ook ongegrond verklaren.

5.9.      Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.

6.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. T.P. Hoekstra, mr. J.A.H. Bruggemann, mr. M.R.H. Goossens en mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 22 december 2023.

De secretaris                                                                     De voorzitter 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.