Zoekresultaten 51-60 van de 2769 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:56 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/415483 KL RK 23-11

    Door klagers is onvoldoende onderbouwd dat er een vordering op de parner is. De notaris heeft terecht deskundige bijstand gevraagd om te beoordelen of de vordering kansrijk is.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:58 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/421425 KL RK 23-63

    Klaagster heeft in de stukken vermeld dat zij geen begunstigde of betrokkene is bij het testament dat haar tante volgens klaagster heeft laten opmaken. Om deze reden moet worden geoordeeld dat klaagster geen (in)direct dan wel afgeleid belang heeft bij een tuchtrechtelijke toetsing van de totstandkoming van het gestelde testament. De klacht is daarom op dit punt niet-ontvankelijk. Het verwijt dat de notaris klaagster ten onrechte van het gesprek met tante over haar testament heeft uitgesloten is ongegrond. Notaris beroept zich in dit verband terecht op geheimhoudingsplicht. Gedeeltelijke uitsluiting van klaagster uit gesprek terecht. Bovendien niet gesteld of gebleken dat de kandidaat-notaris klaagster op onbehoorlijke wijze van het vervolg van het gesprek heeft uitgesloten. Overige klachtgronden bij gebrek aan voldoende feitelijke onderbouwing ongegrond

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:59 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/416976 KL RK 23-25

    Gelet op de relevante feiten en omstandigheden, afzonderlijk en in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende grond om aan te nemen dat de informatie die de notaris klaagster heeft gegeven, onzorgvuldig of onvolledig zou zijn. Ook van partijdig handelen is niet gebleken. Er is aldus geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de notaris. De klachten worden daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:55 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/423850 KL RK 23-83

    De notaris heeft gehandeld in strijd met de artikelen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. De notaris heeft de klachten niet weersproken. De kamer acht de klachten gegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:54 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/417740 KL RK 23-29

    De kamer is van oordeel dat de hierboven genoemde vervaltermijnen in de weg staan aan een inhoudelijke beoordeling van klachtonderdeel 1), waardoor het daarop gebaseerde klachtonderdeel 2) feitelijke grondslag mist. Ook klachtonderdeel 3) is ongegrond, want hoewel het verstandig zijn geweest wanneer de notaris in afwachting van de informatie van derden daarover een kort bericht aan klaagster zou hebben gestuurd, rechtvaardigt dit gegeven niet het verwijt van klaagster dat de notaris onvoldoende voortvarend op haar vragen zou hebben gereageerd.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:23 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/14

    Notaris heeft merkenregister niet geraadpleegd voordat hij een samenwerkings- en licentieovereenkomst heeft opgesteld. Klaagster heeft een redelijk belang bij de klacht omdat zij ten tijde van de handelwijze van de notaris als rechthebbende tot het betreffende merk geregistreerd stond. Nu geen bijzondere omstandigheden zijn gesteld of gebleken die de notaris aanleiding hadden moeten geven om te twijfelen aan de juistheid van de partijverklaring die namens de betrokken vennootschap was afgelegd over de gerechtigdheid tot de merkrechten, oordeelt de kamer dat de notaris terecht naar voren heeft gebracht dat hij bij de totstandkoming van deze (obligatoire) overeenkomst niet gehouden was om te onderzoeken of de verklaringen die partijen ten overstaan van hem hadden afgelegd over de afspraken die zij onderling hebben gemaakt, juist waren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:24 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/25

    Artikel 18 Vbg. Klaagsters verwijten de notaris dat hij zonder dat aan hen kenbaar te maken als partijadviseur voor hun wederpartij(en) is opgetreden, terwijl hij vervolgens als instrumenterend notaris van kleur is verschoten en een hypotheekakte heeft gepasseerd, waarna hij weer als partijadviseur is gaan optreden en in het nadeel van klaagsters heeft gehandeld. Voor zover klaagsters de notaris verwijten dat hij de belangen heeft veronachtzaamd van degenen die via crowdfunding gelden hadden ingelegd voor de ontwikkeling van het betreffende vastgoedproject, oordeelt de kamer dat klaagsters daarbij geen rechtstreeks/ indirect/ afgeleid belang hebben zodat de klacht in zoverre niet-ontvankelijk is. Verder oordeelt de kamer dat de door klaagsters gestelde feiten en omstandigheden, ook indien deze in onderlinge samenhang worden bezien, onvoldoende aanleiding vormen om aan te nemen dat de notaris in feite als partijadviseur is opgetreden/ gaan optreden, terwijl hij ook overigens niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht overigens ongegrond. 

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:22 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/19

    Tweede klacht tegen (inmiddels oud-)notaris niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem. Gelet op de inhoud van de tweede klacht heeft de oud-notaris in redelijkheid mogen menen dat met het onherroepelijk worden van de beslissing op de eerste klacht de zaak tuchtrechtelijk was afgedaan.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:49 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/419114 KL RK 23-43

    Klacht over beoordeling wilsbekwaamheid van de moeder van klaagster. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.De kamer heeft overwogen dat de notaris tijdens zijn besprekingen met moeder tot de conclusie is gekomen dat zij bekwaam was om haar wil te bepalen, de inhoud van de akte begreep en de gevolgen daarvan kon overzien. Het was in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of moeder voldoende bekwaam was om de inhoud van de akte te begrijpen. Er was bij de notaris geen sprake van twijfel over de wilsbekwaamheid van moeder. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet of onvoldoende gebleken. Hierbij weegt de kamer mee dat de notaris onbetwist heeft gesteld dat hij niet op de hoogte was van de diagnose dementie bij moeder. Zowel de notaris als de behandelaar van het dossier hebben beiden onder vier ogen met moeder gesproken, waarbij moeder duidelijk kon uitleggen wat haar wens was en wat haar beweegredenen hiervoor waren. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. De notaris kon en mocht in de gegeven omstandigheden concluderen dat moeder wilsbekwaam was om de akte bekrachtiging op te laten maken.Dit laat onverlet dat de vraag gesteld kan worden welk belang gediend werd met de akte bekrachtiging. Er was immers al een algehele volmacht en de notaris wist dat de akte die hij ging opstellen zou worden gebruikt in een gerechtelijke procedure. Nu de klacht zich hier echter niet tegen richt, zal de kamer hier verder niet op in gaan.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:50 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418072 KL RK 23-31

    Klacht is deels niet-ontvankelijk vanwege overschrijding klachttermijn voor zover de klacht ziet op Belehrungspflicht van de notaris ten tijde van passeren maatschapsovereenkomst.Verder verwijt klager de notaris dat hij op verzoek van de andere maat een verklaring met uitleg heeft opgesteld die door de andere maat is ingebracht in een gerechtelijke procedure. Klager stelt dat de notaris die verklaring niet had mogen verzenden zonder klager hierover te informeren. Bovendien is volgens klager de inhoud van de verklaring onjuist. Hierdoor heeft de notaris volgens klager partijdig gehandeld.De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en aan de notaris een waarschuwing opgelegd. Anders dan door de notaris betoogd, oordeelt de kamer dat zijn verklaring deels ook uitleg bevat. Het stond de notaris naar het oordeel van de kamer in beginsel vrij om uitleg te geven over de door hem opgestelde akte. Echter, door klager niet op de hoogte te stellen van (de inhoud van) het verzoek van de andere maat noch hem de gelegenheid te geven daarop te reageren – heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld. Dit geldt te meer nu de notaris wist dat de maatschapsovereenkomst onderwerp van geschil was (en nog steeds is) in een gerechtelijke procedure tussen de maten. Hierdoor is de schijn van partijdigheid ten gunste van de andere maat gewekt. Dit is onzorgvuldig.Wat betreft het verzoek van klager aan de notaris om nadere uitleg van de maatschapsovereenkomst heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat de notaris, ondanks zijn weigering de akte alleen aan klager uit te leggen, wel bereid was om met alle partijen gezamenlijk in gesprek te gaan.Dit neemt niet weg dat de notaris, door wel in te gaan op het verzoek om uitleg van de andere maat zonder klager hierover te informeren, maar dit niet te doen toen klager hierom verzocht, de schijn van partijdigheid ten gunste van de andere maat heeft versterkt.