Zoekresultaten 2251-2260 van de 2768 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2010:YC0601 Kamer van toezicht Dordrecht 03/10

      Klachten over onjuiste en onvolledige informatie verstrekken, het betichten van de partij-notaris dat hij onnodig werk heeft verricht, het enkel de belangen van een van de erfgenamen behartigen, het niet boven partijen staan, het ongevraagd een mening geven over zaken die haar niet aangaan, het onaanvaardbaar onder druk zetten en het niet concreet, onduidelijk en inconsistente adviezen geven. Klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2010:YC0602 Kamer van toezicht Dordrecht 06/09

      Klachten omtrent afwikkeling nalatenschap. Deel van de klachten stuit af op vervaltermijn van artikel 99 lid 1 Wna. Versturen declaratie op naam van slechts één van de erfgenamen wellicht onduidelijk, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ten aanzien van laatste klacht is niet duidelijk tegen wie deze zich richt, zodat klaagster niet-ontvankelijk wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2010:YC0603 Kamer van toezicht Dordrecht 07/09

      Klager diende met twee schoonzusters en broer over te gaan tot scheiding en deling van de opbrengst van de aandelen van de vennootschap van hun overleden (schoon)vader.  Hiertoe is de notaris benoemd. Notaris tevens benoemd als boedelnotaris. In mei 2003 proces-verbaal van onverenigbaarheid, aangezien tussen klager en broer verschil van mening blijft bestaan over verdeling deel kosten afwikkeling nalatenschap. Tot op heden geen verdeling. Eerste vier klachten stuiten af op vervaltermijn van artikel 99 lid 1 Wna. Laatste klacht betreft het beroep van de notaris op zijn beroepsgeheim ten aanzien van de informatie afkomstig van klager waaruit blijkt waarom niet tot verdeling kan worden overgegaan. Geoordeeld wordt dat alhoewel de notaris als boedelnotaris benoemd was en dus voor alle deelgenoten optrad, er  niet zonder meer van kan worden uitgegaan dat correspondentie of mededelingen van één van de deelgenoten aan de notaris gemeengoed is van de deelgenoten. De notaris heeft een vertrouwenspositie. De notaris dient toestemming te hebben van de afzender dan wel degene die de mededeling heeft gedaan om de informatie onder de andere deelgenoten te verspreiden. Anders handelen schaadt zijn vertrouwenspositie. De notaris heeft dus correct gehandeld door slechts de zakelijke aspecten van de correspondentie/mededelingen van [broer klager] aan de andere deelgenoten door te geven en zich voor het overige op zijn beroepsgeheim te beroepen. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKASS:2009:YC0495 Kamer van toezicht Assen 05/2008

    Afwikkeling nalatenschap. Rol kandidaat-notaris: verschil boedel- en partijnotaris. Verweten gedragingen inzake partijdigheid, onzorgvuldig handelen en onjuiste informatievoorziening acht de Kamer niet terecht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2007:YC0532 Kamer van toezicht Zutphen 4/2006

    a.)    Het niet opnemen van drie nalatenschappen waarover de notaris krachtens volmacht kon beschikken in de jaarrekening. Al in 2004 met betrekking tot de jaarrekening 2004 door BFT aangegeven dat de drie boedels in de jaarrekening en financiele administratie diende te worden opgenomen. Eerst na het indienen van een klacht door het BFt zijn de gegevens in de jaarrekening 2005 opgenomen. Gegrond b.)    De notaris beroept zich op overmacht gelet op de vanaf november 2005 ontstane onderbezetting op kantoor  waardoor andere prioriteiten gesteld zijn gesteld dan het voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Administratieverordening. Een tijdelijke onderbezetting kan niet gelden als een rechtvaardiging voor het nalaten van de notaris. Een beroep op overmacht komt de notaris niet toe. Met het opbergen van de dagafschriften in ordners kan niet worden volstaan. Gegrond.  

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2010:YC0533 Kamer van toezicht Zutphen 07/2009

      Klachtonderdeel 1 De kandidaat-notaris heeft in strijd gehandeld met de op hem rustende verplichting om cliëntengelden alleen beschikbaar te hebben en te gebruiken voor het verrichten van die handelingen waartoe die gelden aan hem zijn toevertrouwd. Op grond van het rapport van het BFT en getuigenverklaringen is het voldoende aannemelijk dat de kandidaat-notaris opdracht heeft gegeven tot het doen van drie betalingen vanuit de nalatenschappen van derden. De kandidaat-notaris was bevoegd tot het geven van een opdracht tot betaling in deze dossiers en de betalingen hebben alle drie plaatsgevonden aan Haarhoeve Vermaat, alwaar hij al jaren klant was waarbij de financiële overzichten zijn aangepast om het te doen lijken alsof deze betalingen niet zijn uitgevoerd. De klacht wordt gegrond verklaard onder oplegging van de maatregel van ontzegging van de bevoegdheid om waar te nemen voor onbepaalde duur.   Klachtonderdeel 2 Nader onderzoek van het verwijt ten aanzien van fraude met declaraties en tijdsbesteding, is vanwege de buitengewone ernst van de geconstateerde poging tot onttrekking van gelden uit nalatenschappen en de daarvoor op te leggen maatregel, niet relevant voor de beslissing in deze klachtprocedure. Of bij het daadwerkelijke declareren bewust frauduleus is gehandeld, dan wel dat sprake is van vergissingen, kan dan ook verder in het midden blijven, zij het dat ook in geval slechts sprake was van enige beslissingen, deze hoe dan ook afbreuk doen en schade doen aan de eer en het aanzien van het notariaat.   Klachtonderdeel 3 Voor de conclusie dat de kandidaat-notaris verantwoordelijk zou zijn voor een kastekort van € 1.800,00, ontbreekt een genoegzame feitelijke onderbouwing. De klacht wordt ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2010:YC0537 Kamer van toezicht Zutphen 10/2009

    De Kamer stelt vast dat de notarissen, zoals zij ook hebben erkend, in strijd met de beleidsregels hebben gehandeld door te betalen voor plaatsing van een beroepsinhoudelijke bijdrage in een uitgave van een makelaar. De kamer is van oordeel dat de norm is geschonden. Doordat de notarissen betaalden voor de publicatie in een uitgave van een verwijzer, was hun rechtspositie – in ieder geval in schijn – niet meer geheel onafhankelijk. De notarissen hadden om die reden ervan af moeten zien. Het feit dat de beleidsregel onlangs intern ter discussie is gesteld, doet aan de schending van de hierboven beschreven hogere norm niets af. Bovendien is inmiddels besloten dat de beleidsregel gehandhaafd blijft. Overigens was de discussie over het al dan niet handhaven van de beleidsregels van latere datum dan de publicatie in de uitgave van de makelaar. Klacht is terecht voorgeteld. De Kamer neemt in aanmerking dat het een eenmalig handelen betrof, waarna de notarissen zelf tot het inzicht zijn gekomen dat zij onjuist hadden gehandeld. Desgevraagd hebben zij aan de KNB ruiterlijk toegegeven dat de publicatie in strijd was met de beleidsregel. Bovendien zijn tegen de notarissen niet eerder soortgelijke klachten ingediend. De Kamer is daarom van oordeel dat de geconstateerde tekortkoming het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel niet rechtvaardigt.  

  • ECLI:NL:TNOKASS:2009:YC0493 Kamer van toezicht Assen 09/2008

    Onderzoeksplicht notarissen naar rechtsgeldigheid statutenwijziging.

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2007:YC0489 Kamer van toezicht Dordrecht 08/06

      Verkopers van een onroerende zaak hebben beoogd kopers een brief gestuurd met daarin opgenomen een aantal voorwaarden en uitgangspunten. Van deze brief bestaan twee versies. Beide versies zijn door kopers voor akkoord getekend.   Beoogde kopers verzoeken de notaris over te gaan tot inschrijving van de koopovereenkomsten overeenkomstig artikel 7:3 lid 6 BW in de openbare registers. De notaris heeft, zonder verkopers in te lichten, een akte opgesteld, waarin hij heeft verklaard dat een koopovereenkomst tot stand is gekomen en heeft in de akte aangegeven dat hij namens partijen verzoekt beide versies van de brief in schrijven. Nu de inschrijving niet op verzoek van beide partijen geschiedde en de versies van de brief niet genoegzaam aantoonden dat een perfecte koopovereenkomst was gesloten, heeft de notaris onjuist verklaard en daarmee onzorgvuldig gehandeld. De maatregel van waarschuwing wordt opgelegd

  • ECLI:NL:TNOKDOR:2007:YC0490 Kamer van toezicht Dordrecht 01/07

      Vier aandeelhouders van een B.V. hebben een meningsverschil en vragen de notaris om tussen hen te bemiddelen. De notaris heeft deze opdracht aanvaard. Klager, één van de aandeelhouders, uit later twijfels over de onpartijdigheid van de notaris vanwege diens vriendschap met één van de andere aandeelhouders. De notaris bespreekt deze twijfels met klager, waarop klager zijn vertrouwen in de notaris bevestigt. Vervolgens zet klager wederom vraagtekens bij de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris, waarop de notaris zijn werkzaamheden beëindigt.   Klager wordt ontslagen als bestuurder van de B.V. en er volgt een rechtszaak tussen de aandeelhouders. De notaris geeft de advocaat van de drie vennoten een toelichting op hetgeen in de aandeelhouders-/stemovereenkomst was opgenomen omtrent de plicht de aandelen aan de medeaandeelhouders aan te bieden bij beëindiging van de samenwerking.   Geoordeeld wordt dat de notaris open is geweest over zijn relatie met één van de vennoten en tijdig zijn opdracht heeft neergelegd. De notaris heeft niet gehandeld in strijd met zijn geheimhoudingsplicht.