ECLI:NL:TNOKZUT:2010:YC0537 Kamer van toezicht Zutphen 10/2009

ECLI: ECLI:NL:TNOKZUT:2010:YC0537
Datum uitspraak: 21-01-2010
Datum publicatie: 28-07-2010
Zaaknummer(s): 10/2009
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: De Kamer stelt vast dat de notarissen, zoals zij ook hebben erkend, in strijd met de beleidsregels hebben gehandeld door te betalen voor plaatsing van een beroepsinhoudelijke bijdrage in een uitgave van een makelaar. De kamer is van oordeel dat de norm is geschonden. Doordat de notarissen betaalden voor de publicatie in een uitgave van een verwijzer, was hun rechtspositie – in ieder geval in schijn – niet meer geheel onafhankelijk. De notarissen hadden om die reden ervan af moeten zien. Het feit dat de beleidsregel onlangs intern ter discussie is gesteld, doet aan de schending van de hierboven beschreven hogere norm niets af. Bovendien is inmiddels besloten dat de beleidsregel gehandhaafd blijft. Overigens was de discussie over het al dan niet handhaven van de beleidsregels van latere datum dan de publicatie in de uitgave van de makelaar. Klacht is terecht voorgeteld. De Kamer neemt in aanmerking dat het een eenmalig handelen betrof, waarna de notarissen zelf tot het inzicht zijn gekomen dat zij onjuist hadden gehandeld. Desgevraagd hebben zij aan de KNB ruiterlijk toegegeven dat de publicatie in strijd was met de beleidsregel. Bovendien zijn tegen de notarissen niet eerder soortgelijke klachten ingediend. De Kamer is daarom van oordeel dat de geconstateerde tekortkoming het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel niet rechtvaardigt.  

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN DE KANDIDAAT-NOTARIS­SEN TE ZUTPHEN

Klachtnummer:

Beslissing inzake de klacht van:

KONINKLIJKE NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE,

vertegenwoordigd door [advocaat],

klager,

tegen

1.      [notaris 1],

notaris te ,

2.      [notaris 2],

notaris te,

3.      [notaris 3],

notaris te .

Partijen worden in deze beslissing mede aangeduid als de KNB en de notarissen.

1          Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-          de klacht van 14 juli 2009, met bijlagen, gericht aan de Kamer van Toezicht te Almelo;

-          de beslissing van 22 juli 2009, waarbij de President van het Gerechtshof te Amsterdam de Kamer van Toezicht te Zutphen heeft belast met de behandeling van de klacht;

-          de reactie van de notarissen van 26 augustus 2009 met bijlagen;

-         de repliek van de KNB van 21 oktober 2009 met bijlage;

-         de dupliek van de notarissen van 11 november 2009;

-         het proces-verbaal van de openbare vergadering van de Kamer van 3 december 2009.

2          Vaststaande feiten

2.1              In oktober 2005 heeft het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie (KNB) een beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt om via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven in verband met strijdigheid met artikel 17 van de Wet op het notarisambt (Wna) en artikel 26 van de Verordening beroeps- en gedragsregels (Vbg). Onder wervende publiciteit wordt volgens de toelichting op de beleidsregel verstaan “{…} alle vormen van publiciteit, met uitzondering van beroepinhoudelijke bijdragen die (een deel van) het werkterrein van de notaris betreffen, maar waarvoor hij niet betaalt. {…}”.

2.2              Het toezicht op de naleving van de beleidsregel heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld. Tot april 2006 heeft de KNB notarissen aangeschreven met het verzoek om het adverteren via een verwijzer te staken. Vanaf oktober 2006 heeft de KNB het beleid verscherpt door een mogelijke overtreding ter kennis te brengen van de Kamer waaronder de notaris ressorteert. Sinds 1 september 2007 wordt naar aanleiding van een geconstateerde overtreding direct een formele klacht ingediend bij de betreffende Kamer.

2.3              De drie tot de maatschap [naam maatschap] behorende notarissen [notaris 1] [notaris 2] en [notaris 3] hebben in een woningkrant in de regio Oost Nederland van [makelaar] van oktober 2008 een beroepsinhoudelijke bijdrage laten plaatsen.

In reactie op een verzoek van de KNB om een toelichting hierop, hebben de notarissen bij brief van 7 juli 2009 verklaard dat zij voor deze beroepsinhoudelijke bijdrage hebben betaald. Tevens hebben zij vermeld dat zij zich pas achteraf hadden gerealiseerd dat dit strijdig was met de beleidsregel, waarna geen enkele betaalde advertorial meer is verschenen.

3          De klacht, de gronden waarop deze berust en het verweer

3.1              De KNB stelt dat de notarissen door te betalen voor plaatsing van een beroepsinhoudelijke bijdrage in een krantje van [makelaar] in strijd hebben gehandeld met artikel 17 Wna, artikel 26 Vbg en de beleidsregel Adverteren via verwijzers (hierna te noemen: de beleidsregel). Het is op grond van deze regelgeving immers niet toegestaan om te betalen voor een beroepsinhoudelijke bijdrage in een gegevensdrager van een verwijzer.

De KNB kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de notarissen bewust de beleidsregel hebben overtreden, gelet op de aandacht die de KNB meerdere malen aan dit onderwerp heeft besteed in het Notariaat Magazine en op notarisnet, de interne website van de KNB. De KNB meent dat de handelwijze van de notarissen hun zwaar dient te worden aangerekend.

3.2              De verweren van de notarissen komen in het navolgende, voor zover nodig, aan de orde.

4.         De beoordeling van de klacht

4.1              De notarissen hebben erkend dat zij strijdig met de beleidsregel hebben gehandeld door te betalen voor de beroepsinhoudelijke bijdrage. Zij menen echter dat dit weliswaar strijdig is met de letter van de beleidsregel, maar niet met de strekking ervan. De notarissen hebben er in dat verband op gewezen dat zij een gangbaar advertentietarief hebben betaald en dat de advertentie niet wervend en puur vak-inhoudelijk was, waardoor geen sprake was van belangenverstrengeling of (enige schijn van) afhankelijkheid. Bovendien betrof het een eenmalige vergissing, die zij zich achteraf hebben gerealiseerd. Na oktober 2008 hebben zij dan ook geen betaalde beroepsinhoudelijke bijdragen meer laten plaatsen. De notarissen hebben voorts erop gewezen dat nog onlangs de beleidsregel in het bestuur en de ledenraad van de KNB ter discussie heeft gestaan en naar aanleiding daarvan door het bestuur zelfs een conceptbesluit tot intrekking van de beleidsregel is opgesteld.

4.2              De Kamer stelt vast dat de notarissen, zoals zij ook hebben erkend, in strijd met de beleidsregel hebben gehandeld door te betalen voor de plaatsing van de beroepsinhoudelijke bijdrage in de uitgave van de [makelaar].

De beleidsregel is een invulling van de in artikel 17 Wna en artikel 26 Vbg neergelegde norm. Artikel 17 Wna verplicht de notaris om zijn ambt in onafhankelijkheid uit te oefenen, waarbij hij de belangen van de bij een rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behartigt. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris dienen zowel in wezen als in schijn te zijn gewaarborgd. Artikel 26 Vbg verplicht de notaris erop toe te zien dat publiciteit die door of ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen.

De Kamer is van oordeel dat deze norm is geschonden. Doordat de notarissen betaalden voor een publicatie in een uitgave van een verwijzer, was hun positie - in ieder geval in schijn - niet meer geheel onafhankelijk. De notarissen hadden om die reden ervan af moeten zien.

Het feit dat de beleidsregel onlangs intern ter discussie is gesteld, doet aan de schending van de hierboven beschreven hogere norm niets af. Bovendien is inmiddels besloten dat de beleidsregel gehandhaafd blijft. Overigens was de discussie over het al dan niet handhaven van de beleidsregel van latere datum dan de publicatie in de uitgave van de [makelaar].

4.3              Tijdens de mondelinge behandeling van de klacht heeft [notaris 1] met een beroep op het gelijkheidsbeginsel gewezen op punt 11, blz. 5 van de notulen van de vergadering van de ledenraad van de KNB op 11 februari 2009. Hierin is vermeld dat een vertegenwoordiger van het Ringbestuur te Rotterdam als argument voor afschaffing van de beleidsregel naar voren heeft gebracht dat de regel toch niet wordt nageleefd. Wat verder van de feitelijke juistheid hiervan zij, dit doet naar het oordeel van de Kamer evenmin af aan de gelding van de norm en de gegrondheid van de klacht.

De klacht treft derhalve doel.

4.4              De Kamer zal volstaan met de constatering dat de klacht terecht is voorgesteld.    

Zij neemt daarbij in aanmerking dat het een eenmalig handelen betrof, waarna de notarissen zelf tot het inzicht zijn gekomen dat zij onjuist hadden gehandeld. Desgevraagd hebben zij aan de KNB ruiterlijk toegegeven dat de publicatie in strijd was met de beleidsregel. Bovendien zijn tegen de notarissen niet eerder soortgelijke klachten ingediend.

De Kamer is daarom van oordeel dat de geconstateerde tekortkoming het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel niet rechtvaardigt.

5.         De beslissing

            De Kamer:

verklaart de klacht gegrond;

legt de notarissen geen maatregel op.

Aldus gegeven door mr. G. Vrieze, voorzitter, dhr. E. Bos , mr. W.M. Eijkelestam, leden, mr. E.R. Koers en mr. A.S. Hansma, plaatsvervangende leden, zulks in tegenwoordigheid van mr. W.E. Markus-Burger als secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 21 januari 2010.

            secretaris                                             voorzitter

Binnen 30 dagen na de dag van verzending van de brief, waarbij deze beslissing wordt toegezonden, kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen de termijn van 30 dagen door het Gerechtshof te zijn ontvangen. Het adres van het Gerechtshof luidt: Gerechtshof te Amsterdam t.a.v. kamer 17A, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.