Zoekresultaten 9771-9780 van de 13847 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:288 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.488
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:288
Klager verwijt de aangeklaagde apotheker - zakelijk weergegeven - dat hij zonder controle op risicovolle interactie met andere medicijnen (Parnate) Trazolan heeft verstrekt, als gevolg waarvan klager een serotinesyndroom heeft gekregen. Klager stelt dat de apotheker heeft verzuimd bij aflevering het AIS-systeem te raadplegen; dat heeft hij pas later gedaan. Toen daaruit de melding kwam : “kans op serotinesyndroom, niet afleveren, overleg met apotheker” heeft hij klager daarvan niet op de hoogte gebracht. Verder heeft de apotheker de bijsluiter niet nagekeken, waarin wordt aangegeven dat deze combinatie van medicijnen niet verantwoord is. Het RTG overweegt dat het beter ware geweest indien de apotheker klager over de interactie bij inname vanaf 100 mg per dag mondeling had voorgelicht. Het RTG heeft de klacht echter, aangezien het nalaten van onvoldoende gewicht is voor een tuchtrechtelijke veroordeling, afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen en de publicatie van de beslissing gelast.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:269 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.201
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:269
Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog. Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog dat zij 1) ten onrechte een persoonlijkheidsstoornis bij klager heeft geconstateerd, ondanks dat de resultaten van een afgenomen SIDP-IV test die conclusie niet ondersteunden 2) in het over klager opgestelde rapport opmerkingen heeft vermeld die in tegenspraak zijn met opmerkingen over klager in de andere onderzoeksrapporten 3) geen nader onderzoek naar aanleiding van deze tegenstrijdigheden heeft verricht 4) niet in voldoende mate aandacht heeft besteed aan de opstelling van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2014:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/383V
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZRAMS:2014:64
Klaagster verwijt de verloskundige dat zij niet adequaat heeft gereageerd op de mededeling van klaagster dat zij haar baby niet meer voelde bewegen door geen echo te maken en klaagster niet te verwijzen naar een ziekenhuis. Volgens klaagster was de kans groot geweest dat haar baby niet was overleden indien verweerster adequaat had gereageerd. Ongegrond, afwijzing.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2014:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2013/09
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZRGRO:2014:23
Klacht tegen een gezondheidszorgpsychologe wegens o.a. het verstrekken van onjuiste informatie. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:282 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.207
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:282
De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij, naar aanleiding van een telefoongesprek waarin klaagster aan de verpleegkundige heeft verteld dat sprake was van een positieve zwangerschapstest, ten onrechte heeft geconcludeerd dat de zuigcurretage volledig was uitgevoerd en geen nadere actie of controle is uitgevoerd, waardoor niet is geconstateerd dat de zwangerschap niet volledig was afgebroken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Hoger beroep klaagster verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:276 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.480
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:276
Klacht tegen arts. De klacht heeft betrekking op de behandeling van de moeder van klager - patiënte - die op enig moment in verband met buikpijnklachten en gebrek aan eetlust is opgenomen in het ziekenhuis waar de arts als mdl-arts in opleiding werkzaam is. Bij patiënte is een gastro- en coloscopie verricht door een collega van de arts. Patiënte is later die dag overleden. Klager verwijt de arts dat de ingrepen zonder toestemming zijn verricht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af en het beroep van klager wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:289 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.040
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:289
Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de arts nalatigheid door de beide verrichte urinetesten als negatief te kwalificeren terwijl klaagster die uitslag onbestaanbaar acht nu een week later op de SEH 500 leuco’s zijn vastgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als ongegrond afgewezen en het beroep van klaagster wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2014:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/384V
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZRAMS:2014:65
Klaagster verwijt de verloskundige dat zij niet adequaat heeft gereageerd op de mededeling van klaagster dat zij haar baby niet meer voelde bewegen door geen echo te maken en klaagster niet te verwijzen naar een ziekenhuis. Volgens klaagster was de kans groot geweest dat haar baby niet was overleden indien verweerster adequaat had gereageerd. Ongegrond, afwijzing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:270 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.202
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:270
Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij 1) ten onrechte een persoonlijkheidsstoornis bij klager heeft geconstateerd, ondanks dat de resultaten van een afgenomen SIDP-IV test die conclusie niet ondersteunden 2) in het over klager opgestelde rapport opmerkingen heeft vermeld die in tegenspraak zijn met opmerkingen over klager in de andere onderzoeksrapporten 3) geen nader onderzoek naar aanleiding van deze tegenstrijdigheden heeft verricht 4) niet in voldoende mate aandacht heeft besteed aan de opstelling van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:283 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.211
- Datum publicatie: 08-07-2014
- Datum uitspraak: 08-07-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:283
De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers zijn de ouders, respectievelijk de zuster van patiënte, geboren 1992 en overleden in 2011. De klacht houdt samengevat in dat verweerster (sociaal psychiatrisch verpleegkundige) niet de zorg heeft betracht die zij te haren opzichte had behoren te betrachten. Klachtonderdelen zijn: 1) Er heeft bij aanvang geen lichamelijk onderzoek plaatsgevonden en evenmin bij de overgang van de crisisdienst naar het wijkteam. 2) Tijdens de behandeling heeft er geen lichamelijk onderzoek plaatsgevonden behalve dan een niet relevant bloed- en tensieonderzoek 3) Er is geen psychiatrisch behandelplan opgesteld, 4) Er heeft geen familieanamnese plaatsgevonden; 5) Er heeft geen medicatieprotocol gevolgd en evenmin is de actuele medicatie doorgegeven aan de huisarts; 6) Alle duidelijke somatische klachten zijn niet op waarde geschat en werden uitsluitend geduid als psychisch. Het RTG Eindhoven wijst de klacht af. Het CTG is van oordeel dat de verpleegkundige niet de zorg heeft betracht die van haar mocht worden verwacht. De verpleegkundige had eerder moeten onderkennen dat nader onderzoek nodig was om een somatische oorzaak uit te sluiten. De verpleegkundige heeft haar autonome verantwoordelijkheid op dit punt onvoldoende genomen. Daar komt bij dat de verpleegkundige in haar rol van hoofdbehandelaar, die zij volgens haar verklaring ter zitting vervulde, onvoldoende heeft toegezien op het uitvoeren van een zorgvuldige familieanamnese, het vaststellen van een behandelplan en de contactlegging met andere zorgverleners. Het CTG vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart de klacht alsnog gegrond en legt de verpleegkundige de maatregel van waarschuwing op.