Zoekresultaten 441-450 van de 13037 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5495

    Klacht tegen verpleegkundige in verband met grensoverschrijdend seksueel gedrag in de privésfeer waarvoor hij strafrechtelijk veroordeeld is. Strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Strijd met zorgplicht als zorgprofessional. Gedeeltelijke ontzegging uitoefening bevoegdheden. Geen zorgverlening meer aan minderjarigen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:203 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5139

    Klacht tegen arts kennelijk ongegrond. Klager verblijft op basis van een opgelegde tbs met dwangverpleging in een tbs-kliniek. De arts is psychiater in opleiding en is een collega van de behandelend psychiater. De arts is aanwezig geweest bij een bespreking door de Commissie Voorbehouden Beslissingen, waarin de behandelend psychiater de casus van klager had ingebracht met het voornemen te starten met een gedwongen behandeling met medicatie. Klager is het niet eens met de gestelde diagnose en het besluit over te gaan tot een gedwongen behandeling met medicatie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:198 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5145

    Klacht tegen psychiater ongegrond. Klager verblijft op basis van een opgelegde tbs met dwangverpleging in een tbs-kliniek. De psychiater is een collega van de behandelend psychiater. De psychiater is aanwezig geweest bij een bespreking door de Commissie Voorbehouden Beslissingen, waarin de behandelend psychiater de casus van klager had ingebracht met het voornemen te starten met een gedwongen behandeling met medicatie. De psychiater heeft ten behoeve van de behandeling van klager hierna een “verklaring noodzakelijkheid a-dwangbehandeling” opgesteld zoals bedoeld in artikel 16c lid 2 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (hierna: Bvt). Klager is het niet eens met de gestelde diagnose en het besluit over te gaan tot een gedwongen behandeling met medicatie. Daarnaast is hij van mening dat de psychiater door zijn deelname aan de Commissie Voorbehouden Beslissingen niet onbevooroordeeld was bij de beoordeling als bedoeld in artikel 16c lid 2 Bvt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2022/5143

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Klager verblijft op basis van een opgelegde tbs met dwangverpleging in een tbs-kliniek. De psychiater is een collega van de behandelend psychiater. De psychiater is aanwezig geweest bij een bespreking door de Commissie Voorbehouden Beslissingen, waarin de behandelend psychiater de casus van klager had ingebracht met het voornemen te starten met een gedwongen behandeling met medicatie. Klager is het niet eens met de gestelde diagnose en het besluit over te gaan tot een gedwongen behandeling met medicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:171 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1900

    Drie co-assistenten hebben een klacht ingediend tegen de internist die hen gedurende hun coschap interne geneeskunde onderwijs heeft gegeven. Klaagsters stellen dat de internist zich tijdens echografieonderwijs seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen en dat hij daarbij heimelijk beeldopnames heeft gemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op. De internist is in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het CTG is van oordeel dat het RTG de klacht terecht en op goede gronden in alle onderdelen gegrond heeft verklaard. Het beroep van de internist tegen de hoogte van de opgelegd maatregel slaagt. Het Centraal Tuchtcollege legt de internist een schorsing op voor de duur van één jaar. Dit is de maximale schorsingsduur die het Centraal Tuchtcollege kan opleggen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5146

    Klacht tegen verpleegkundig specialist ongegrond. Klager verblijft op basis van een opgelegde tbs met dwangverpleging in een tbs-kliniek. De verpleegkundig specialist is als behandelcoördinator betrokken bij de behandeling. Klager is het niet eens met de gestelde diagnose en het besluit over te gaan tot een gedwongen behandeling met medicatie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5137

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Klager verblijft op basis van een opgelegde tbs met dwangverpleging in een tbs-kliniek. De psychiater is een collega van de behandelend psychiater. De psychiater is aanwezig geweest bij een bespreking door de Commissie Voorbehouden Beslissingen, waarin de behandelend psychiater de casus van klager had ingebracht met het voornemen te starten met een gedwongen behandeling met medicatie. Klager is het niet eens met de gestelde diagnose en het besluit over te gaan tot een gedwongen behandeling met medicatie.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:273 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5804

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat haar bloeddruk niet goed is gemeten, dat zij niet is geïnformeerd over de inleiding van de bevalling en dat er fouten zijn gemaakt, zoals het verkeerd plaatsen van een foleykatheter en het niet uitvoeren van een vaginaal toucher. Het college stelt vast dat de gynaecoloog bij deze handelingen niet persoonlijk betrokken is geweest. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:268 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5253

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. De gynaecoloog heeft klaagster behandeld voor een gemiste miskraam. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat zij diagnostiek heeft ingezet die niet adequaat was om de gevraagde diagnose syndroom van Asherman te stellen, terwijl sprake was van overduidelijke klinische symptomen daarvan. Het college oordeelt dat de gynaecoloog in redelijkheid kon kiezen voor de waterecho als screeningsinstrument toen klaagster haar vrees voor verklevingen uitte. De overige klachtonderdelen gaan over de voorlichting. Partijen verschillen over wat precies is gezegd. Niet is vast te stellen hoe de gesprekken precies zijn verlopen. Dit heeft als gevolg dat niet kan worden vastgesteld of de gynaecoloog klachtwaardig heeft gehandeld. Het college licht dit per klachtonderdeel nader toe. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:269 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5091

    Deels gegronde klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster werd vanwege het vroegtijdig overlijden van haar eerste kindje tijdens haar tweede zwangerschap begeleid door het ziekenhuis. Haar tweede kindje heeft ze in een laat stadium van de zwangerschap verloren. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat zij klaagster tijdens twee consulten onheus heeft bejegend en dat zij na het laatste consult geen contact meer heeft opgenomen met klaagster. Het college stelt vast dat de gynaecoloog aan klaagster heeft medegedeeld dat er nog een vervolggesprek zou plaatsvinden. Het is niet duidelijk geworden waarom dit gesprek niet is ingepland. In het algemeen kan niet van specialisten worden gevergd dat zij zelf de planning van een vervolggesprek bewaken. In dit geval ligt dat anders. Gezien de voorgeschiedenis was voor klaagster bijzondere zorg en aandacht nodig. Bovendien had de gynaecoloog zich op meerdere momenten kunnen en moeten realiseren dat er nog een afrondend gesprek moest plaatsvinden met klaagster. Dat klaagster geen uitnodiging meer heeft gekregen voor zo’n gesprek kan de gynaecoloog tuchtrechtelijk worden verweten. Dit klachtonderdeel is gegrond. De klacht over de bejegening is ongegrond. Het college bepaalt dat geen maatregel wordt opgelegd.