Zoekresultaten 12861-12870 van de 13835 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0982 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.007

    De huisarts en zijn elf eveneens aangeklaagde collega’s vormen het totale huisartsenbestand van een huisartsengroep. De klachten tegen de huisartsen betreffen de wijze waarop het roulatieschema tot stand is gekomen, waarbij klagers naar zij stellen verstoken bleven van eerstelijnszorg en door de artsen langdurig in het ongewisse werden gelaten. Voorts stellen klagers dat er zonder opgaaf van redenen werd geweigerd tot inschrijving in een patiëntenbestand over te gaan. Bovendien werd volgens klagers het recht op vrije artsenkeuze volledig genegeerd en iedere poging om tot een acceptabele en werkbare oplossing te komen zonder opgaaf van redenen ter zijde geschoven. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1010 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.165

    Klager stelt dat verweerder een brief van een andere psychiater heeft vervalst en ondertekend waardoor hij het onmogelijk heeft gemaakt voor klager om een second opinion te verkrijgen. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0976 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.269

    Klager is voor een intakegesprek gezien door een gz-psycholoog verbonden aan het RIAGG die in een brief hiervan aan de huisarts verslag heeft gedaan. Deze brief is mede-ondertekend door de psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij ten onrechte de diagnose schizofrenie heeft gesteld en dat zij de As II diagnoses heeft gemist. Het RTG wijst de klacht al kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1004 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.126

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0989 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.014

    De huisarts en zijn elf eveneens aangeklaagde collega’s vormen het totale huisartsenbestand van een huisartsengroep. De klachten tegen de huisartsen betreffen de wijze waarop het roulatieschema tot stand is gekomen, waarbij klagers naar zij stellen verstoken bleven van eerstelijnszorg en door de artsen langdurig in het ongewisse werden gelaten. Voorts stellen klagers dat er zonder opgaaf van redenen werd geweigerd tot inschrijving in een patiëntenbestand over te gaan. Bovendien werd volgens klagers het recht op vrije artsenkeuze volledig genegeerd en iedere poging om tot een acceptabele en werkbare oplossing te komen zonder opgaaf van redenen ter zijde geschoven. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0972 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1063

    Klager verwijt bedrijfsarts dat ze zich niet onafhankelijk heeft opgesteld en dat ze haar beroepsgeheim geschonden heeft. Ongegrond. Niet-ontvankelijkheid ten aanzien van eerst ter zitting naar voren gebrachte nieuwe klachten.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0973 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1097

    Klaagster verwijt gynaecoloog gebrek aan informatie over de ingreep en onzorgvuldig handelen, aangezien klaagster als gevolg van de ingreep ondraaglijke pijnen heeft geleden en er diverse complicaties zijn opgetreden. Onbehoorlijke communicatie en bejegening. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0974 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1080

    Verweerder heeft een huisregel overtreden van het forensisch psychiatrisch centrum en klager onheus bejegend door hem een ‘zeur’ te noemen toen klager hem hierop aansprak. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0971 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 215

    Klager verwijt de bedrijfsarts dat deze tijdens het uitoefenen van zijn functie als Arbo-arts een (nog steeds durende) relatie is aangegaan met de echtgenote van klager. Klager ontvankelijk. Berisping

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0969 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-037

    Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij zijn positie en rol in relatie tot de werkgever slecht heeft gecommuniceerd, waardoor klager het vertrouwen in hem heeft verloren. Ook verwijt klager de bedrijfsarts dat zijn diagnose kennelijk onzorgvuldig en onjuist was en zijn advies niet conform de STECR-richtlijnen, zijn wijze van bejegening van klager bedreigend en intimiderend was en hij klager op heeft ontvangen in een niet voor het doel van een spreekuur ingerichte ruimte ten kantore van de werkgever. Voorts verwijt klager de bedrijfsarts dat hij voorbij is gegaan aan alle verzoeken van klager, en de belangen van klager als werknemer en patiënt onvoldoende objectief heeft behartigd. Waarschuwing.