ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0974 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1080

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0974
Datum uitspraak: 28-03-2011
Datum publicatie: 28-03-2011
Zaaknummer(s): 1080
Onderwerp: Onheuse bejegening
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft een huisregel overtreden van het forensisch psychiatrisch centrum en klager onheus bejegend door hem een ‘zeur’ te noemen toen klager hem hierop aansprak. Waarschuwing

Uitspraak: 28 maart 2011

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 8 juni 2010 binnengekomen klacht van:

A

verblijvende te B

klager

tegen:

C

verpleegkundige

werkzaam te B

verweerder

gemachtigde mr. J.H.A.M. van den Bighelaar te Tilburg

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift

-         het verweerschrift

-         de e-mail van de gemachtigde van verweerder d.d. 25 februari 2011.

Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De behandeling van de klacht ter openbare zitting was bepaald op 28 februari 2011. Nadat klager had laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen, heeft de gemachtigde van verweerder laten weten dat verweerder afziet van zijn recht op een mondelinge behandeling, zodat de zaak op de stukken zal worden afgedaan.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klager verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum (hierna: het centrum). Verweerder is verpleegkundig begeleider senior op de afdeling van klager (hierna: de afdeling). Op deze afdeling geldt voor iedereen de regel dat het bij de afdeling behorende terras na 21.30 uur dicht is. Op 1 en 7 augustus 2009 was verweerder, in strijd met deze regel, na 21.30 uur op het terras. Toen klager hem hierop aansprak, heeft verweerder hem een ‘zeur’ genoemd.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Klager verwijt verweerder dat hij:

1)      de huisregels heeft overtreden, ten gevolge waarvan de orde op de afdeling is verstoord;

2)      klager onheus heeft bejegend door hem een ‘zeur’ te noemen toen klager hem hierop aansprak.

4. Het standpunt van verweerder

Op de afdeling geldt de regel dat het terras na 21.30 uur dicht is. Verweerder was op 1 en 7 augustus 2009 na 21.30 uur op het terras om een sigaret te roken. Verweerder erkent dat hij de huisregel over de toegang tot het terras niet heeft nageleefd en erkent dat klager hem hierop terecht heeft aangesproken. Volgens verweerder gebeurde dit echter zo uitvoerig en indringend dat hij klager ‘een zeur’ heeft genoemd. Het voorval is voorgelegd aan de klachtencommissie van het centrum. Verweerder aanvaardt dat de klachtencommissie het betitelen van klager als ‘zeur’ als niet correcte bejegening aanmerkt. Verweerder is echter van mening dat de orde op de afdeling niet is verstoord doordat hij zich in strijd met de regels op het terras bevond. Klager zet de gebeurtenissen hierdoor te zwaar aan.

5. De overwegingen van het college

Door verweerder is erkend dat hij twee maal, te weten op 1 en 7 augustus 2009, een huisregel heeft overtreden en dat hij klager, toen hij verweerder daarop aansprak, een ‘zeur’ heeft genoemd. Beide klachtonderdelen zijn daarmee komen vast te staan.

Een huisregel als de onderhavige is er in een dergelijk centrum om orde en duidelijkheid te scheppen voor een patiëntencategorie die dat nodig heeft. Waar patiënten/cliënten door de begeleiding worden aangesproken op het overtreden van deze regels en dit ook consequenties voor hen heeft, dient een begeleider als verweerder zich bewust te zijn van het feit dat hij betreffende het naleven van deze huisregels een voorbeeldfunctie heeft en dient hij zich daarom eens te meer aan deze regels te houden. Gezien het voorgaande acht het college de herhaalde overtreding van deze regel door verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Het college is evenals de klachtencommissie van oordeel dat het betitelen van een patiënt/cliënt als ‘zeur’, om welke reden dan ook, geen correcte bejegening is en acht dit tuchtrechtelijk verwijtbaar. De manier waarop klager verweerder aansprak, is geen excuus voor het gedrag van verweerder. Immers mag van verweerder worden verwacht dat hij uit hoofde van zijn professionaliteit daarmee om kan gaan.

Het valt overigens te betreuren dat verweerder noch in de procedure bij de klachtencommissie, noch bij het tuchtcollege zijn excuses heeft aangeboden aan klager.

Dat de orde op de afdeling daadwerkelijk is verstoord doordat verweerder zich op het terras bevond, heeft klager niet onderbouwd en is niet komen vast te staan, maar is voor de gegrondheid van de klacht ook niet relevant.

Gezien bovenstaande zal het college beide klachtonderdelen gegrond verklaren en zal het college verweerder de lichtste maatregel opleggen, te weten een waarschuwing.

6. De beslissing

Het college:

-         verklaart de klacht gegrond;

-         legt verweerder de maatregel van waarschuwing op.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter, mr. P.G.T. Lindeman-Verhaar als lid-jurist, G.J.T. Kooiman, M. IJzerman en G.P. Haas als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op

28 maart 2011 in aanwezigheid van de secretaris.