ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0972 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1063

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0972
Datum uitspraak: 28-03-2011
Datum publicatie: 28-03-2011
Zaaknummer(s): 1063
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klager verwijt bedrijfsarts dat ze zich niet onafhankelijk heeft opgesteld en dat ze haar beroepsgeheim geschonden heeft. Ongegrond. Niet-ontvankelijkheid ten aanzien van eerst ter zitting naar voren gebrachte nieuwe klachten.

Uitspraak: 28 maart 2011

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 4 mei 2010 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klager

tegen:

C

bedrijfsarts

werkzaam te B

verweerster

gemachtigde mw. mr. M.H.M. Mook te Roermond

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift

-         het verweerschrift en de aanvulling daarop

-         de repliek

-         de dupliek

-         een brief en een CD-rom d.d. 14 december 2010 van klager

-         aanvullende stukken zijdens klager waaronder de rapportage bezwaarverzekeringsarts

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 14 februari 2011 behandeld. Partijen waren aanwezig, verweerster bijgestaan door haar gemachtigde, mevrouw mr. M. Mook. Beide partijen hebben een pleitnota overgelegd.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Verweerster was als bedrijfsarts in opleiding werkzaam bij de arbodienst van de werkgever van klager.

Klager had op 7 en 8 oktober 2008 heftige confrontaties met zijn leidinggevenden gehad en was op 8 oktober naar huis gegaan.  Hij kreeg dezelfde dag bezoek van zijn huisarts. Op 9 oktober 2008 heeft de werkgever een brief aan klager verzonden waarin, op straffe van looninhouding, klager werd medegedeeld dat hij op 13 oktober 2008 weer aan de slag moest.

Op 10 oktober 2008 vond, op verzoek van verweerster, een consult plaats. Tijdens dit consult heeft verweerster telefonisch contact opgenomen met de werkgever van klager.

In november 2008 had klager een burn-out.

Op 30 maart 2010 was verweerster, op verzoek van de werkgever, aanwezig op de hoorzitting inzake de WIA-beslissing van het UWV. Klager had uitdrukkelijk de wens te kennen gegeven  dat verweerster zich niet door een collega liet vervangen, zoals haar supervisor haar had aangeraden. Bij die gelegenheid heeft verweerster, zoals kenbaar was uit het aan UWV bekende dossier, gezegd dat klager, toen hij voor een vorige werkgever werkzaam was, ook een burn-out had gehad.

3. Het standpunt van klager en de klacht

a) Verweerster heeft tijdens het consult op 10 oktober 2008 eerst de locatiemanager van werkgever gebeld, zonder daarbij klager in de gelegenheid te stellen via de luidspreker mee te luisteren. Zij heeft het medische helemaal niet meegewogen. Zij heeft niet onafhankelijk gehandeld.

b) Tijdens de hoorzitting van 30 maart 2010 heeft verweerster, door de eerdere burn-out te melden, haar beroepsgeheim geschonden.

c) Ter zitting heeft klager als nieuwe klachten naar voren gebracht dat verweerster haar beroepsgeheim heeft geschonden door in de onderhavige tuchtprocedure medische rapportage over klager in het geding te brengen en door over klager te overleggen met haar supervisor.

Verder heeft klager ter zitting als nieuwe klacht naar voren gebracht dat verweerster zich in 2008 niet aan hem heeft voorgesteld als bedrijfsarts in opleiding.

4. Het standpunt van verweerster

Op het verweer zal hierna, voor zover nodig, worden ingegaan.

5. De overwegingen van het college

Ad a)

Het college ziet in de gang van zaken tijdens het consult op 10 oktober 2008 geen gronden om tot enig verwijtbaar handelen of nalaten van verweerster te concluderen. Het feit dat verweerster tijdens het consult in het bijzijn van klager met de locatiemanager van de werkgever heeft gebeld, zoals zij onweersproken heeft gesteld, om een door klager gestelde afspraak over werkhervatting te verifiëren, is zorgvuldig te noemen. Er is geen regel die haar verplicht om tijdens een dergelijk telefoongesprek via een luidspreker klager te laten meeluisteren. Het college merkt op dat de werkgever ook niet heeft meegeluisterd toen verweerster met klager sprak. Verweerster heeft een juiste balans bewaard.

De weinig concreet naar voren gebrachte klacht dat verweerster het medische niet heeft meegewogen, kan het college niet onderschrijven.

Ter zitting is komen vast te staan dat verweerster naar aanleiding van het consult de werkgever heeft geadviseerd een besluit tot inhouding van loon te redresseren, hetgeen ook is gebeurd. Het is eens te meer een blijk van een onafhankelijke opstelling van verweerster jegens de werkgever van klager. De verwijten van klager over een te afhankelijke opstelling door verweerster worden door de feiten gelogenstraft.

Ad b)

Verweerster heeft ter zitting van 30 maart 2010 melding gemaakt van een eerdere burn-out van klager. Zij heeft daarmee haar beroepsgeheim niet geschonden, omdat dit feit stond vermeld in de ter zitting beschikbare medische rapportage en derhalve bij de aanwezigen bekend kon worden verondersteld.

Ad c)

Klager kan niet worden ontvangen in zijn eerst ter zitting naar voren gebrachte nieuwe klachten. Het zou in strijd zijn met een goede procesorde om in het allerlaatste stadium nog nieuwe klachten te behandelen, zonder dat verweerster adequate mogelijkheden tot verweer heeft gehad.

6. De beslissing

Het college:

-         wijst de klachten af, c.q. verklaart klager niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter, mr. J.M.P. Drijkoningen

als lid-jurist, J.C.F. Schellekens, G.B.W.M. Wensing en dr. G.G.M. Essed, als

leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. C.W.M. Hillenaar als secretaris en in

het openbaar uitgesproken op 28 maart 2011 in aanwezigheid van de secretaris.