Zoekresultaten 10901-10910 van de 12895 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1999 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.071

    Klager verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. Hij heeft huidklachten rondom zijn geslachtsorganen en nadien ook last van een drukkend gevoel in dat gebied. Hij verwijt de aan het centrum verbonden huisarts dat deze ondanks herhaald verzoek heeft nagelaten zijn volledige naam en het medisch dossier te verstrekken, alsook het niet volledig bijhouden van dat dossier; dat de arts de klager onheus bejegend zou hebben; dat hij te laat een (juiste) diagnose zou hebben gesteld; dat hij klager zou hebben overbehandeld met geneesmiddelen en dat hij ten onrechte niet (tijdig)zou hebben doorverwezen naar een dermatoloog en een uroloog. De klachten worden ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2002 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.221

    .

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2010 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2011-174

    Klaagster verwijt de huisarts schending van het beroepsgeheim, omdat de arts zonder toestemming van klaagster inlichtingen uit het medisch dossier aan derden heeft verstrekt en daarbij strikt persoonlijke gegevens over klaagster heeft verstrekt.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2003 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.234

    Klacht tegen een verpleegkundige. Verweerster, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, is door de maatschappelijk werkster ingeschakeld om te bezien of er steun verleend kon worden aan het gezin van klaagster. Klaagster verwijt verweerster dat zij, vanwege een ophanden zijn de politie-inval, geen contact heeft opgenomen met klaagster en klaagster onvoldoende bij de behandeling van klaagsters man betrokken heeft. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1995 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.111

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klaagster verwijt de arts dat hij haar onterecht heeft geopereerd aan een recidief HNP L4-5 en een tweede ingreep onterecht heeft uitgebreid, dat hij heeft verzuimd de bevindingen van zijn collega specialisten ter harte te nemen, gebrekkige informatieverstrekking, gebrekkige dossiervoering en dat hij heeft nagelaten de huisarts adequaat te informeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de arts een maatregel van berisping opgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft onder meer overwogen dat bij een behandeling waarvan de resultaten in de beroepsgroep ter discussie staan een verzwaarde informatieplicht geldt en dat verweerder daarin is tekortgeschoten. Beide partijen hebben beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege heeft deskundigen gehoord en de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bevestigd met handhaving van de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2004 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.292

    Klager heeft wegens klachten telefonisch contact opgenomen met de afdeling cardiologie van het ziekenhuis alwaar zijn cardioloog werkzaam is. De secretaresse heeft van de door klager geuite klachten een notitie gemaakt. Verweerder, cardioloog, nam wegens vakantie waar voor de cardioloog van klager. Verweerder heeft na het lezen van de notitie het dossier van klager ingezien en op basis daarvan klager telefonisch door zijn de secretaresse  laten doorverwijzen naar zijn huisarts. Klager verwijt verweerder dat hij zijn klachten niet serieus heeft genomen door hem naar de huisarts te sturen. Volgens klager had verweerder zijn klachten als bijwerking van het door hem gebruikte medicijn Micardis moeten zien. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1996 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.112

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klaagster verwijt de arts onzorgvuldig handelen bij het verrichten van een recidief-operatie aan de L4-5, het tekortschieten in de postoperatieve nazorg, gebrekkige pre- en postoperatieve informatieverstrekking en gebrekkige dossiervoering. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht grotendeels gegrond verklaard en de arts de maatregel van berisping opgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft onder meer overwogen dat bij een behandeling waarvan de resultaten in de beroepsgroep ter discussie staan een verzwaarde informatieplicht geldt en dat verweerder daarin is tekortgeschoten. De arts heeft beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege heeft deskundigen gehoord en de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bevestigd met handhaving van de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2005 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.297

    Klager stond onder behandeling bij verweerster, cardioloog, en had een klacht ingediend tegen een collega-cardioloog van verweerster. Klager verwijt verweerster dat zij tijdens een telefoongesprek op ongeoorloofde wijze getracht heeft hem te bewegen tot het intrekken van die klacht tegen haar collega-cardioloog. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2007 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/135

    Klaagster verwijt de huisarts kort samengevat dat hij niet heeft gehandeld zoals van hem in zijn hoedanigheid van arts mag worden verwacht doordat hij de grenzen van een professionele relatie heeft overschreden ten opzichte van negen van zijn patiënten. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1997 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.232

    Klacht tegen tandarts. Het hele gezin is onder behandeling van verweerder, tandarts, geweest. Klaagsters verwijten de tandarts dat hij zich ten onrechte voor orthodontist heeft uitgegeven en klaagsters niet heeft doorverwezen naar een orthodontist. Voorts verwijten zij de tandarts dat zijn behandeling niet voldoende professioneel was en dat hij zich niet professioneel heeft gedragen waardoor klaagsters het vertrouwen in de medische stand hebben verloren. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond en legt de maatregel van schorsing voor de duur van zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing voor wat betreft de opgelegde maatregel en legt de tandarts de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaren op en verwerpt het beroep van verweerder.