Zoekresultaten 501-510 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/674767 / DW RK 19/590

      De gerechtsdeurwaarder heeft niet voldaan aan zijn ministerieplicht. Klacht gegrond, maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:81 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/674052 / DW RK 19/571

      Tussenbeslissing. De klacht is gericht tegen een bij naam genoemde gerechtsdeurwaarder, dan wel de voor het dossier verantwoordelijke deurwaarder. Alleen de bij naam genoemde gerechtsdeurwaarder heeft verweer ingediend en is voor de behandeling van de zitting opgeroepen. De kamer kan echter niet op de klacht beslissen zonder ook de directie van het kantoor in de klacht te betrekken. Beide directieleden krijgen de gelegenheid een verweerschrift in te dienen, waarna een nieuwe zittingsdatum zal worden bepaald.

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:4 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675130 / DW RK 19/599

      Klaagster beklaagt zich er over dat het beslag op haar woning niet wordt opgeheven, de kosten zijn opgelopen en zij geen proces-verbaal van het gelegde beslag op haar woning heeft gekregen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:82 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/674665 / DW RK 19/585

      Klaagster beklaagt zich erover dat ze geen inzichten krijgt in verrichte betalingen, er beslag is gelegd na het missen van één betalingstermijn en zij onheus wordt bejegend. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:5 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/676318 / DW RK 19/645

      Klaagster beklaagt zich onder meer over onnodige kosten, het niet beantwoorden van brieven, het misplaatsen van betalingen en onheuse bejegening. De klacht is gedeeltelijk gegrond, maatregel van waarschuwing, geen veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/673086 / DW RK 19/527

      Klaagster beklaagt zich over de inhoud en de onderbouwing van de vorderingen in de dagvaarding. Tevens beklaagt klaagster zich er over dat niet is gereageerd op haar brieven. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/673609 / DW RK 19/551

      Klagers beklagen zich erover dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte de grosse van een notariële akte heeft betekend. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:80 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672959 / DW RK 19/522

      De overeengekomen betalingsregeling heeft het gelegde beslag gekruist. In de bevestiging van de nieuwe betalingsregeling is foutief aangegeven dat de regeling enkel is getroffen voor één dossier, terwijl uit het verweerschrift volgt en ter zitting is bevestigd dat de regeling voor twee dossiers is getroffen. Klachten vormen tezamen een tuchtrechtelijk verwijt. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing in dit geval passend.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:76 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670780 / DW RK 19/434

    Betekening exploten aan het bedrijf van klager, terwijl deze aan (het bedrijf van) de bewindvoerder, klagers echtgenote, moeten worden betekend.    De gerechtsdeurwaarder dient bij het verrichten van ambtshandelingen vooraf de BRP en/of het handelsregister van de Kamer van Koophandel te raadplegen. Onduidelijk is of dit is gebeurd en zo ja, waarom de gegevens onjuist zijn geïnterpreteerd. Er heeft een correctie in één dossier plaatsgevonden, maar in een ander dossier is het in augustus 2019 wederom fout gegaan. Ook na indienen van de klacht, is in oktober 2020 het bedrijf van klager opnieuw aangeschreven. Hieruit blijkt dat de administratie nog steeds niet op orde is. Anderen kunnen daardoor kennisnemen van privacy gevoelige gegevens. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar. Maatregel van berisping: herhaaldelijk dezelfde fout gemaakt, eerdere correcties hebben geen effect in andere dossiers.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:77 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670778 / DW RK 19/432

    Weigering van terugbetaling van het in beslaggenomen vakantiegeld. De gerechtsdeurwaarder miskent de uitgangspunten van het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2014:3068) en het wettelijk systeem tot vaststelling van de beslagvrije voet. De gerechtsdeurwaarder moet beoordelen of het maandelijkse inkomen van de schuldenaar wel of niet onder de vastgestelde beslagvrije voet valt. Het inkomen van klaagsters partner is daarbij bij die beoordeling niet relevant. Evenmin is relevant of het inkomen van klaagster gemiddeld genomen boven de beslagvrije voet lag.   Berisping ivm onjuiste rechtsopvatting bij werkzaamheden die in de dagelijkse praktijk regelmatig voorkomen.