ECLI:NL:TGDKG:2020:82 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/674665 / DW RK 19/585

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2020:82
Datum uitspraak: 29-12-2020
Datum publicatie: 22-01-2021
Zaaknummer(s): C/13/674665 / DW RK 19/585
Onderwerp:
  • Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
  • Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klaagster beklaagt zich erover dat ze geen inzichten krijgt in verrichte betalingen, er beslag is gelegd na het missen van één betalingstermijn en zij onheus wordt bejegend. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 december 2020 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/674665 / DW RK 19/585 MdV/WdJ ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klaagster,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 4 november 2019, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 17 december 2019, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van

17 november 2020 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster is, met kennisgeving, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 29 december 2020.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           In een proces-verbaal van de kantonrechter te Rotterdam van 2 mei 2017 is een betalingsregeling vastgelegd tussen klaagster en haar verhuurder, voor een huurachterstand.

-           Op 25 maart 2019 is beslag gelegd onder de ABN AMRO Bank N.V. ten laste van klaagster.

-           Bij brief van 20 juni 2019 heeft klaagster een klacht bij de gerechtsdeurwaarder ingediend. Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 4 juli 2019 gereageerd.

3. De klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder:

a: weigert inzicht te geven in verrichte betalingen;

b: gelijk bankbeslag heeft gelegd na het missen van één betalingstermijn, terwijl zij de regeling sinds 2017 netjes is nagekomen en de gerechtsdeurwaarder ervan op de hoogte is dat zij alleen een bijstandsuitkering ontvangt;

c: haar regelmatig onheus bejegent, waarbij de telefoonverbinding wordt verbroken en er een passief agressieve gespreksvoering wordt gehouden.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts­deur­waar­ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar­ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts­deur­waar­der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a overweegt de kamer dat uit de door klaagster overgelegde producties blijkt dat de gerechtsdeurwaarder regelmatig overzichten van de openstaande vorderingen aan haar heeft verzonden. De klacht stuit hierop af.

5.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de kamer dat uit het proces-verbaal van 2 mei 2017 blijkt dat met klaagster is overeengekomen dat zij het verschuldigde bedrag ad € 3.245,- zou betalen in tien gelijke wekelijkse termijnen van € 324,50, telkens uiterlijk iedere vrijdag. In het proces-verbaal is expliciet opgenomen dat indien klaagster een termijn niet of niet tijdig voldoet, het gehele restantbedrag zonder nadere kennisgeving ineens en terstond opeisbaar is. Niet in geschil is dat klaagster de regeling niet juist is nagekomen. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door beslag op de bankrekening van klaagster te leggen. Dat slechts één termijn niet tijdig is voldaan maakt het niet anders.

5.4 Voor zover klaagster zich op het standpunt stelt dat de gerechtsdeurwaarder bij het bankbeslag rekening dient te houden met de beslagvrije voet overweegt de kamer dat de beslagvrije voet in beginsel niet geldt indien er sprake is van een beslaglegging onder een bankinstelling. Onder omstandigheden kan er sprake van zijn dat toch een beslagvrije voet moet worden toegepast omdat uitgangspunt is dat klaagster een bestaansminimum moet overhouden om van te leven. In het onderhavige geval heeft klaagster niet met bewijsstukken of feiten aangetoond dat een beslagvrije voet moet gelden. Enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken.

5.5 Ten aanzien van klachtonderdeel c heeft de gerechtsdeurwaarder uitdrukkelijk ontkend dat klaagster telefonisch onheus is bejegend. Uit de verklaring van de gerechtsdeurwaarder ter zitting met verwijzing naar telefoonnotities blijkt dat het juist klaagster is geweest die zich vervelend heeft gedragen tijdens telefoon-gesprekken. De niet nader onderbouwde en algemene stellingen van klaagster zijn tegenover het uitvoerige verweer van de gerechtsdeurwaarder onvoldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder vast te stellen.

5.6 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, en mr. S.N. Schipper en

mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 december 2020, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.