Zoekresultaten 411-420 van de 20337 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:18 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-855/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Uit hetgeen klaagster op het door haar ingevulde klachtformulier naar voren heeft gebracht is de voorzitter niet gebleken dat de klacht betrekking heeft op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat. De voorzitter heeft voorts in de overgelegde stukken geen aanknopingspunten gevonden voor de bevoegdheid van de tuchtrechter.  Voor het advocaten tuchtrecht is ter zake hetgeen klaagster aan de orde wil stellen geen rol weggelegd. Raad kennelijk onbevoegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:15 Raad van Discipline Amsterdam 23-366/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:14 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-452/AL/MN

    Klager heeft eerst via mediation geprobeerd om zijn echtscheiding te regelen. Dat is niet gelukt, op een deelafspraak over de zorgregeling na. Verweerder heeft klager daarna bijgestaan in de procedure. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder terecht geweigerd om een e-mail van partijen aan de mediator, met daarin een afspraak over de zorgregeling, niet in de procedure te overleggen. Die e-mail viel naar het oordeel van de raad onder het tussen partijen afgesproken geheimhoudingsbeding in het kader van de mediation. Daarnaast heeft verweerder klager op voldoende wijze ingelicht en bovendien diens belangen op deskundige wijze behartigd door daarover ook voldoende te communiceren. Of mogelijk sprake was van losse eindjes, verschrijvingen of slordigheden of het vergeten van bewijsstukken ten nadele voor klager in het processtuk van verweerder, kan de tuchtrechter niet beoordelen. Dat oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter. Van excessief declareren is de raad niet gebleken. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:16 Raad van Discipline Amsterdam 23-499/A/A

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft een arrest van het Hof naast zich neergelegd en heeft gehandeld uit eigen gewin. Ondanks het ondubbelzinnige arrest van het Hof heeft verweerder vastgehouden aan de uitvoering van het vernietigde vonnis en de hiermee gepaard gaande executie van de woning, als ook aan de inning van de opbrengt hiervan op zijn rekeningen. Daarmee heeft verweerder laakbaar gehandeld. Verweerder heeft met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Dat wordt hem door de raad zwaar aangerekend. Mede gelet ook op zijn tuchtrechtelijk verleden acht de raad een maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van zes weken passend en gebonden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:18 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-839/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in cassatie. Deel van de klacht is niet-ontvankelijk, omdat klager te laat over de handelwijze van verweerster heeft geklaagd. Voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond. Verweerster heeft in haar stukken geen informatie verstrekt waarvan zij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen. Ook is geen sprake van onnodig grievende uitlatingen over klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:376 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-604/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Klager is door zijn werkgever op staande voet ontslagen. De kantonrechter heeft dit ontslag als rechtsgeldig gegeven beoordeeld. In hoger beroep heeft het gerechtshof beslist dat het aan klager gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. Verder heeft het gerechtshof de financiële gevolgen van een en ander in de uitspraak vermeld, daarbij ook verwijzend naar de uitspraak van de kantonrechter. De advocaat van klager en die van de wederpartij interpreteren de uitspraak van het hof ten aanzien van de financiële gevolgen anders. De advocaat van de werkgever stuurt de advocaat van klager een uitgebreide berekening van hoe een en ander per saldo zal uitpakken. Daarop komt geen inhoudelijke reactie van de advocaat van klager, waarop de advocaat van de werkgever de eerder aangezegde executie in gang zet en een deurwaarder inschakelt. Hierop ziet de klacht van klager, nu hij van oordeel is dat de uitspraak van het gerechtshof duidelijk was en hij juist geld van de werkgever zou moeten krijgen. De raad verklaart de klacht ongegrond, omdat de handelswijze van de advocaat van de werkgever gelet op de omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:377 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-167/AL/OV 23-168/AL/OV

    Raadsbeslissing. Op grond van de stukken staat vast dat verweerder 2. - net als klaagster - actief is in de beddenbranche. Klaagster vreest dat hierdoor de onafhankelijkheid van verweerders in gevaar komt en dat er sprake is van belangenverstrengeling. De raad is van oordeel dat de in de klacht genoemde normen geen normen zijn die in de eerste plaats klaagster, de wederpartij, beogen te beschermen. Dat klaagster door de betrokkenheid van verweerster 2. in de beddenbranche, dan wel door zijn handelen in de procedure tegen klaagster, rechtstreeks in haar belangen is getroffen, is gelet op de onderbouwing van de klacht niet gebleken. Voor zover er vanwege de gestelde onregelmatigheden in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure zou zijn vereist, heeft op grond van artikel 46f Advocatenwet alleen de deken de bevoegdheid deze tegen een advocaat gerezen bezwaren ter kennis van de raad te brengen. De raad verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klachten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:378 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-232/AL/MN

    Klacht over weigering tot afgifte van het hele dossier aan de door klaagster aangezochte advocaat voor een second opinion, is ongegrond. Verweerster heeft in de omstandigheden van dit geval gedaan wat redelijkerwijs van haar verwacht mocht worden. Ook de klacht over de voorlichting over pensioenverevening is ongegrond. Uit de stukken en de verklaringen tijdens de zitting is de raad gebleken dat verweerster over haar pensioen heeft gesproken vanaf het begin van de rechtsbijstand. Dat klaagster later, tijdens de schorsingsonderhandelingen tijdens een zitting waarbij klaagster niet aanwezig was, telefonisch door verweerster onder druk zou zijn gezet om in het kader van een schikking afstand te doen van haar aanspraak op pensioenverevening, kan de raad tegenover de betwisting daarvan door verweerster, niet vaststellen. Vast staat dat verweerster toen met instemming van klaagster heeft geschikt. Dat klaagster ervoor heeft gekozen om de na de zitting door de wederpartij toegezonden vaststellingsovereenkomst, met daarin een aanvullende bepaling over het afstand doen van haar pensioenaanspraken, niet met verweerster te willen bespreken maar op eigen houtje te ondertekenen, kan verweerster tuchtrechtelijk niet worden verweten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:372 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-529/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over andere advocaat. De klacht ziet erop dat verweerder klager niet vooraf op de hoogte heeft gesteld dat hij een dagvaarding zou uitbrengen en dat in die dagvaarding uit een e-mail van klager is geciteerd betreffende schikkingsonderhandelingen. De dagvaarding is volgens klager in strijd met gedragsregel 25 ook niet aan klager gezonden. De raad overweegt dat verweerder aan klager enkele maanden voor het uitbrengen van de dagvaarding al een voorstel had gedaan en dat daarbij was vermeld dat, zo dat voorstel zou worden afgewezen, verweerder zou overgaan tot verdere maatregelen ter bewaring en effectuering van de rechten van zijn cliënte. Nu het voorstel door klager was afgewezen kon het daarom niet als een verrassing komen dat verweerder de eerder aangekondigde rechtsmaatregelen nam. Verder wijst de raad op een eerdere uitspraak van de raad van 1 maart  2021 (ECLI:NL:TADRARL:2021:23) waarin is geoordeeld dat een dagvaarding een procesinleiding is waarvan de aanzegging met bijzondere wettelijke waarborgen is omgeven en dat om die reden gedragsregel 25 lid 1 niet geldt voor het uitbrengen van dagvaardingen. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. De raad oordeelt dat het klachtonderdeel over het zonder toestemming van de wederpartij delen van schikkingsonderhandelingen wel gegrond is. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:15 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-843/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de medeverdachte grotendeels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan rechtstreeks belang. Klacht verder kennelijk ongegrond. Dat verweerder klager als getuige heeft laten oproepen is niet klachtwaardig.