ECLI:NL:TADRAMS:2024:15 Raad van Discipline Amsterdam 23-366/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2024:15
Datum uitspraak: 22-01-2024
Datum publicatie: 01-02-2024
Zaaknummer(s): 23-366/A/A
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 22 januari 2024
in de zaak 23-366/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 10 juli 2023 op de klacht van:


klager

over:
   
verweerder


1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 9 maart 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2    Op 31 mei 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2227470/JS/KV van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 10 juli 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 8 augustus 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 8 december 2023. Daarbij was klager aanwezig. Verweerder heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting. 
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de nagezonden stukken van klager van 18 november 2023 en van 20 november 2023, alsmede van de nagezonden stukken van verweerder van 23 november 2023. 

2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2    De onder 4.5 opgenomen stelling van de voorzitter dat het aannemelijk is dat het overzicht van de notaris van 20 september 2016 is overgelegd, kan niet overeind blijven staan.
2.3    Tegen de overige vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING
4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten. In deze zaak is de voorzitter tot een niet-ontvankelijkverklaring gekomen omdat de verweten gedraging van verweerder dateert van 2016 en dus buiten de vervaltermijn van drie jaar. 
4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden niet-ontvankelijk bevonden. Klager heeft zeer uitvoerig naar voren gebracht dat hij er destijds niet van op de hoogte was dat de werkelijke taxatiekosten in het kader van de niet-vrijwillige verkoop van zijn woning destijds lager waren. De raad kan, net als de voorzitter, klager hierin niet volgen. Het betreffende stuk bevond zich bij de processtukken van de procedure waarbij klager in 2016 partij was. Klager althans zijn gemachtigde kon van dit gegeven dus op de hoogte zijn.  
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. E.J. van der Molen, voorzitter, mrs. D. Horeman en I.J. de Laat, leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 januari 2024.


Griffier    Voorzitter


Verzonden op: 22 januari 2024