Zoekresultaten 1-10 van de 20278 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:61 Raad van Discipline Amsterdam 24-146/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van de advocaat van de wederpartij in een eerder gevoerde klachtprocedure kennelijk ongegrond. Dat de door verweerder genoemde uitlatingen volgens klager onjuist zijn, betekent niet automatisch dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De voorzitter kan in ieder geval niet vaststellen dat de door verweerder gegeven weergave van de mondelinge behandeling in strijd met de waarheid is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:62 Raad van Discipline Amsterdam 24-148/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen (voormalig) advocaat. Niet gebleken is dat verweerders dienstverlening ondermaats is geweest. Klager zit vooral dwars dat verweerder niet aan al zijn verzoeken gevolg heeft willen geven. Weliswaar dient een advocaat de belangen van zijn cliënt, maar hij is daarbij wel ‘dominus litis’. Hij is niet verplicht gevolg te geven aan verzoeken van zijn cliënt die hij kansloos acht of waarvan de advocaat meent dat deze de zaak niet ten goede komen. Tussen verweerder en klager is gaandeweg een onoverbrugbaar verschil van inzicht ontstaan over de aanpak van klagers zaak. Dit verschil van inzicht heeft geleid tot een vertrouwensbreuk, die maakte dat verweerder geen andere keuze had dan zijn dienstverlening voor klager te staken. Niet gebleken is dat verweerder dit onzorgvuldig heeft gedaan of dat verweerder daarmee de belangen van klager onevenredig heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:63 Raad van Discipline Amsterdam 24-151/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster mocht als partijdige belangenbehartiger namens haar cliënte de sommatiebrief waarover wordt geklaagd aan klager versturen. Klagers stelling dat hij de brief zeer plotseling vond, maakt de brief niet klachtwaardig. Hoewel begrijpelijk is dat klager is geschrokken van de inhoud van de brief, betreft het een in de advocatuur gebruikelijke sommatiebrief. De brief bevat geen bewoordingen die tuchtrechtelijk niet door de beugel kunnen of als bedreigend kunnen worden aangemerkt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:112 Hof van Discipline 's Gravenhage 240109

    Klacht tegen de deken niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:64 Raad van Discipline Amsterdam 24-102/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de (voormalig) eigen advocaat is in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster in haar communicatie richting klager op enig moment tekort is geschoten of onduidelijke afspraken met hem zou hebben gemaakt, noch dat zij onduidelijkheid heeft laten bestaan over de zaken waarin zij klager niet zou bijstaan. Van het maken van fouten door verweerster in haar communicatie over het beslag richting de rechtbank, is de voorzitter evenmin gebleken. Alhoewel verweerster zich al had onttrokken als advocaat van klager en haar communicatie hierna mogelijk enigszins verwarrend voor klager kan zijn geweest, is ook hier geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerster. Verweerster handelde in het kader van nazorg. Dat het verweerster enkel te doen was om eigen financieel gewin, zoals klager verweerster verwijt, blijkt naar het oordeel van de voorzitter nergens uit.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:65 Raad van Discipline Amsterdam 24-107/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft gehandeld binnen de grenzen van de aan hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:60 Raad van Discipline Amsterdam 24-145/A/A

    Voorzittersbeslissing; Klager heeft geen rechtstreeks belang bij zijn verwijt dat aan verweerder de opdracht tot juridische dienstverlening onbevoegd zou zijn gegeven. De klacht is in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk. Verder mocht verweerder afgaan op de informatie die hij van zijn cliënt had verkregen en hoefde hij deze informatie niet te verifiëren. In zoverre is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:82 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-797/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft in strijd met de kernwaarde deskundigheid gehandeld, omdat het hem al van meet af aan bekend had kunnen zijn wat de kansen van de procedure waren. Verweerder heeft daarnaast een processtuk ingediend zonder klaagsters reactie op het concept af te wachten en zonder haar akkoord te krijgen. De pleitnota is ook op een zeer laat moment voorgelegd aan klaagster en haar opmerkingen daarop zijn niet doorgevoerd. Verweerder heeft verder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door op de zitting bij het gerechtshof tegen de raadsheren te zeggen dat hij zich zou gaan onttrekken aan de zaak. Verweerder heeft vervolgens nagelaten om (tijdig) zijn toezegging aan het gerechtshof na te komen, om schone dossiers in te dienen. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:83 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-414/DH/DH/D

    Dekenbezwaar. Ontvankelijk dekenbezwaar. Geen strijd met artikel 6 EVRM. Onvoldoende onderbouwd dat verweerder structureel niet de zorg jegens zijn cliënten betracht of een verdienmodel heeft om toevoegingen met een minimale inspanning de maximale vergoedingen te declareren. Het dekenbezwaar is wel gegrond voor zover verweerder zich regelmatig onprofessioneel uitlaat over cliënten, ketenpartners, de Orde en de deken. Uit het dossier volgt dat verweerder zich meerdere keren onfatsoenlijk uitlaat over cliënten en zich oneerbiedig opstelt richting de deken. De intensiteit van verweerders communicatie is onprofessioneel. Verweerder toont geen zelfinzicht en legt de schuld steevast bij anderen. Verweerder heeft met het gelijktijdig volgen van meerdere cursussen zijn vakbekwaamheid niet onderhouden en in strijd het gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. Voorwaardelijke schorsing van 8 weken. Begeleiding door coach als bijzondere voorwaarde.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:84 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-142/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiegeschil kennelijk ongegrond. Verweerster heeft de stukken in zaken waarin klager werd bijgestaan aan klagers advocaat gestuurd. In zaken waarin klager niet werd bijgestaan, was verweerster gehouden de stukken aan klager te zenden die zij ook bij de rechtbank indiende. Dat zij de toevoegingen in deze zaken niet aan klager heeft verstrekt, is niet klachtwaardig.