Zoekresultaten 101-110 van de 936 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:159 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-511/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een geschil tussen ondernemingen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder heeft gelogen over zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van de overnameovereenkomst. Evenmin is gebleken van ondoelmatig handelen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:153 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-074/DH/RO

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft zijn werkzaamheden voor de vennootschap mogen blijven verrichten tot het moment dat de door de OK benoemde interim-bestuurder besloot dat het beter was als verweerder niet langer als advocaat van de vennootschap zou blijven optreden. Het feit dat de OK heeft besloten een interim-bestuurder te benoemen, betekent immers niet dat daarmee automatisch ook de opdracht van de vennootschap aan verweerder was beëindigd en dat sprake was van een belangenconflict. Verder was de interim-bestuurder van de vennootschap zelfstandig bevoegd om de vennootschap te vertegenwoordigen. In dat kader was de interim-bestuurder ook bevoegd om de declaratie van verweerder, met bijgaande urenspecificatie, goed te keuren en betaalbaar te stellen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:147 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-525/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht van de eigen cliënt over factuur en toevoeging in een echtscheidingszaak. Niet gebleken dat verweerder een factuur heeft gestuurd voordat de zaak was afgerond of de toevoeging heeft laten intrekken zonder medeweten van klaagster. Verdere verwijten zijn onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:160 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-510/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerster verklaringen heeft gewijzigd. Klager had verder een eigen advocaat en kon zelf stukken inbrengen in de procedure.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:154 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-481/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk omdat het griffierecht te laat is betaald.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:148 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-584/DH/DH/D

    Toewijzing 60ab-verzoek. Verweerder is een Spaanse advocaat en op grond van artikel 16h Advocatenwet ingeschreven op het Nederlandse tableau. . Door de wijze waarop verweerder de belangen van zijn cliënten heeft behartigd en zijn algehele opstelling ten aanzien van zijn advocatuurlijke verplichtingen, is de raad van oordeel dat ernstig gevaar bestaat voor een schending van de door artikel 46 van de Advocatenwet beschermde belangen. Uit door verweerder gevoerde procedures volgt dat er een ernstig vermoeden is dat verweerder onvoldoende deskundig is om de belangen van (toekomstige) cliënten op de juiste wijze te behartigen. Gebleken is dat verweerder de Nederlandse taal niet in zodanige mate beheerst dat uit zijn processtukken duidelijk blijkt wat zijn cliënt met de procedure wil bereiken en welke (juridische) argumentatie hij daarvoor heeft. Verweerder miskent dat hij ook als buitenlandse advocaat in alle gevallen dient te voldoen aan de kernwaarde deskundigheid. Gebleken is dat verweerder onvoldoende zelfinzicht heeft in (tekortkomingen aan) zijn kennis en kunde, waardoor hij zichzelf klaarblijkelijk overschat. Door die zelfoverschatting, acht de raad de vrees gerechtvaardigd dat verweerder opnieuw de fout ingaat door een gebrek aan deskundigheid waar zijn cliënten vervolgens de dupe van worden. Van discriminatie op grond van nationaliteit, waarvoor ICAM (de Spaanse Orde) aandacht heeft gevraagd, is dan ook geen sprake. Schorsing voor onbepaalde tijd met onmiddellijke ingang.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:149 Raad van Discipline Amsterdam 24-289/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat in alle klachtonderdelen gegrond. Verweerder heeft klager zonder enige vorm van bijstand en in onwetendheid achtergelaten. Een en ander rechtvaardigt naar het oordeel van de raad de oplegging van de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van één week.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:150 Raad van Discipline Amsterdam 24-331/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Verweerder heeft de grenzen van de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Van een onvoldoende professionele distantie van verweerder tot zijn cliënt, is de raad niet gebleken. Daarnaast heeft verweerder als advocaat van de wederpartij onder de gegeven omstandigheden niet klachtwaardig gehandeld door niet in minnelijk overleg te treden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:151 Raad van Discipline Amsterdam 24-350/A/A

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door er bij het geven van de opdracht voor een onafhankelijk onderzoek bij de vennootschap, onvoldoende zorg voor te dragen dat dit onderzoek ook op een evenwichtige wijze, met inachtneming van de posities van de beide bestuurders, werd verricht. Deze handelwijze strookt niet met hetgeen een behoorlijk handelend advocaat betaamt. De raad acht, gelet op het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder, de maatregel van een waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:148 Raad van Discipline Amsterdam 24-288/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat in alle klachtonderdelen ongegrond. Dat klaagster uiteindelijk op het punt van de eindafrekening in het ongelijk is gesteld, betekent niet dat verweerder ook meteen een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Dat verweerder klaagster op enig moment onjuist zou hebben geïnformeerd over een verjaringstermijn, is de raad niet gebleken en dit wordt ook door verweerder betwist. Evenmin is de raad gebleken dat verweerder heeft verzuimd om tijdig actie te ondernemen waardoor klaagster geen schade meer kon verhalen.