Zoekresultaten 391-400 van de 2805 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:28 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/22

    De kern van de klacht gaat over de handelwijze van de notaris in verband met de totstandkoming van de Groninger akte. De kamer is van oordeel dat de notaris met zijn handelwijze zijn kerntaken als notaris heeft veronachtzaamd. Notariële kernwaarden als ‘onafhankelijkheid’, ‘onpartijdigheid’ en ‘zorgvuldigheid’ zijn door de notaris geschonden. Bij de totstandkoming van de Groninger akte heeft de notaris niet aan zijn zorg-, voorlichtings- en onderzoeksplicht voldaan. De notaris heeft op verschillende vlakken onzorgvuldig gehandeld en bovendien de belangen van klaagster veronachtzaamd. De notaris heeft namelijk de indruk gewekt dat hij aan de kant van de verkoper stond en daarmee heeft hij de schijn van partijdigheid opgeroepen.De kamer heeft de klacht deels gegrond verklaard en aan de notaris de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:59 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/389928 KL RK 21-107

    Gegrondverklaring klacht van BFT. Samenwerking met ontzette notarissen. Tuchtmaatregel schorsing drie weken.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:58 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/377487/KL RK 20-116

    De kamer is van oordeel dat een juiste toepassing van de Novitaris-maatstaf in deze zaak niet de conclusie kan rechtvaardigen dat de notaris op 15 juli 2020 zonder meer gehouden was de akte van levering te passeren. De notaris was van meet af aan van het bestaan van het voorkeursrecht van klaagster op de hoogte. Gelet ook op de belangen van klaagster, vanwege de vestiging van haar bedrijf in het betreffende pand, had de notaris hier uit een oogpunt van zorgvuldigheid nader onderzoek moeten (laten) instellen en de levering zo nodig in afwachting van een oordeel van de voorzieningenrechter  moeten opschorten. Klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:57 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/384165/KL RK 21-30

    De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris al met al, gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt van het feit dat zij de akte tot overdracht van de vennootschap heeft gepasseerd enkel met vermelding van het door partijen op € 460.000,00 gefixeerde schuldbedrag zonder de samenstelling van de mee over te dragen rekening-courantschuld te kennen, of in ieder geval zonder de afzonderlijke aandelen in die schuld van de verkopende partij enerzijds en de over te dragen vennootschap anderzijds te beschrijven. 

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:56 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/385495/KL RK 21-45

    De notaris heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij niet op de hoogte was/kon/behoefde te zijn van het feit dat de B.V. een pensioenregeling in beheer had. Er was voor de notaris dus ook geen aanleiding om bij erflater aan te dringen op voorafgaand advies van een fiscaal adviseur. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2021:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 21-12 21-13

    De notaris [C] meent dat de klachten tegen haar luiden als volgt: zij is de opsteller van het testament waarbij de erfgenamen zijn benadeeld, zij heeft een testament opgesteld met een niet wettelijk legaat en zij heeft haar zorgplicht verzaakt, omdat moeder zou zijn mishandeld.De klacht tegen notaris [D] ziet op het verzaken van de zorgplicht naar moeder met indicaties van ouderenmishandeling, het geen melding doen bij politie of andere instantie van huwelijksdwang en laksheid dan wel geen medewerking verlenen aan onderzoek naar testamentfraude.  

  • ECLI:NL:TNORDHA:2021:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 21-05

    De notaris heeft onvoldoende voldaan aan zijn zorgplicht en onderzoeksplicht bij het opstellen en afgeven van de verklaring van erfrecht met de ruimschoots toereikend-verklaring.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:25 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/77

    De notaris heeft moeder (eigenaar van 12 percelen landbouwgrond) begeleid bij estate planning ten behoeve van haar drie zoons. De gronden waren verpacht aan één van hen. Een andere zoon (klager) verwijt de notaris dat een (mogelijk verontreinigd) perceel dat hij graag had willen verkrijgen, uiteindelijk buiten de verdeling is gehouden en dat de notaris zich niet heeft gehouden aan de wensen van moeder. Ook verwijt klager de notaris dat zij de pachtende zoon heeft bevoordeeld, dat zij klager onder tijdsdruk heeft gezet waardoor hij geen weloverwogen beslissing heeft kunnen nemen, dat zij niet correct met hem heeft gecommuniceerd en dat zij de privacy van moeder heeft geschonden. Klacht ten aanzien van privacyschending niet-ontvankelijk bij gebrek aan een redelijk belang, overige klachtonderdelen ongegrond. Dat de notaris in de gegeven omstandigheden heeft voorgesteld om het perceel, mede met het oog op de door moeder gewenste belastingbesparing, niet over te dragen acht de kamer (zeker) niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Gelet op de mogelijke fiscale consequenties en indachtig de toezegging van de pachtende broer dat geen indeplaatsstelling zou worden gevorderd, acht de kamer het verdedigbaar dat de notaris in de akte van verdeling geen clausule heeft opgenomen over het einde van de pachtovereenkomst. Dat de notaris moeder erop heeft gewezen dat haar testament als gevolg van de schenking van de gronden mogelijk zou moeten worden aangepast om onduidelijkheden in de toekomst te voorkomen, geeft naar het oordeel van de kamer evenmin blijk van partijdigheid en getuigt eerder van de benodigde zorgvuldigheid bij de uitvoering van de wensen van moeder.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2021:22 Kamer voor het notariaat Amsterdam 683913/NT 20-18

    Klacht van het BFT op grond van artikel 110 lid 1 Wna (integrale toezicht); onderzoek ondernemingsrechtelijke dossiers; diverse klachtonderdelen gegrond. De notaris is gedefungeerd per 1 december 2020. De kamer ziet (desondanks) aanleiding om de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van zes maanden op te leggen. Deze maatregel ziet de kamer als passend, bij wijze van signaal voor de beroepsgroep.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2021:20 Kamer voor het notariaat Amsterdam 700583 / NT 21-27

    Depotovereenkomst. Klacht over schenden zorgplicht notaris, die de onder hem gehouden gelden heeft uitgekeerd, terwijl klaagsters hem op de hoogte hadden gebracht van een door hen op korte termijn te verwachten verlof tot het leggen van conservatoir derdenbeslag. De notaris heeft niet gereageerd op het verzoek van klaagsters de gelden onder zich te houden en op het moment van beslaglegging heeft hij niet direct laten weten dat de gelden al waren uitbetaald. Klacht ongegrond. Alleen een gelegd beslag had de uitkering kunnen voorkomen. Er bestond voor de notaris geen verplichting jegens klaagsters om gelden onder zich te houden. Op grond van zijn geheimhoudingsplicht kon de notaris geen mededeling doen over de afhandeling van het depot. De notaris heeft tijdig de verklaring op grond van artikel 476a lid 1 BW afgelegd.