Zoekresultaten 42091-42100 van de 42227 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0087 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-19

    Verzet Ten aanzien van de motivering van het verzet door klaagster overweegt de Kamer, dat de Wet op het notarisambt noch de lagere voor de [kandidaat-]notarissen of de Kamers van Toezicht geldende regelgeving voorziet in een voorlichtingsplicht voor genoemde functionarissen dan wel instanties over in de wet geregelde klachtmogelijkheden. Hoe onbevredigend dit voor klaagster ook mag zijn, het ligt in de eerste plaats op de weg van betrokkene om naar eigen kennis en inzicht al dan niet te kiezen voor het aanspannen van een klachtprocedure.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0086 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-52

    1.        Met klaagster en de KNB is de Kamer van oordeel dat artikel 24 lid 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregels [VBG] geen ruimte laat voor een andere interpretatie dan dat een notaris de aanduiding van zijn kantoor in verband met zijn naar buiten optreden met de werkelijkheid moet doen overeenstemmen. Zolang het notariskantoor het enige is in de plaats van vestiging, is vermelding van die plaatsnaam in de kantoornaam geen enkel probleem: het betreft de werkelijke situatie en er is geen verwarring mogelijk bij het publiek, want er is maar één notariskantoor in die plaats. Zodra zich echter een ander notariskantoor in dezelfde plaats vestigt, verandert deze situatie. Voortzetting van de naamvoering door een notaris zou dan de suggestie kunnen wekken dat dit kantoor het enige notariskantoor is in die plaats, hetgeen immers niet meer het geval is. Dit strookt niet met de kennelijke bedoeling van artikel 24 lid 1 VBG, met welke bepaling in belang van het publiek een duidelijke presentatie - waarover dus geen misverstand moet kunnen bestaan - van het notariaat wordt beoogd. Dat er elders in het land ook notariskantoren - als hiervoor genoemd - zijn die in dezelfde situatie verkeren als dat van de notaris en klaagster, doet hieraan niet af. 2.        De klacht is gegrond, maar de handelwijze van de notaris is tuchtrechtelijk niet zwaarwegend genoeg om haar een maatregel op te leggen. Daartoe neemt de Kamer in aanmerking dat de KNB, als orgaan dat tot taak onder meer heeft de bevordering van een goede beroepsuitoefening door haar leden, in de naamvoering van voormelde vier notariskantoren tot nu toe kennelijk geen reden heeft gezien om handhavend op te treden. 

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0083 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-22

    Bewaringstekort op derdengeldenrekening. De notaris heeft in strijd gehandeld met zijn plicht om eventuele bewaringstekorten op zijn derdengeldenrekening terstond aan te zuiveren. Vast staat dat de notaris in het afdoende bewaken van zijn bewaringspositie in gebreke is gebleven, waardoor voormelde tekorten zijn ontstaan. Daarmee heeft de notaris gehandeld in strijd met zijn wettelijke verplichting. De Kamer rekent een tekort op de derdengeldenrekening de notaris zwaar aan. Immers de derdengeldenrekening dient ertoe om aan het publiek zoveel mogelijk zeker te stellen dat dergelijke gelden zonder meer aanwezig zijn en niet onderhevig zijn aan de bedrijfsvoering van de notaris. Door onderhavig handelen van de notaris is deze zekerstelling ernstig in gevaar gekomen en is bovendien het in een notaris te stellen vertrouwen ernstig beschaamd.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0084 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-53

    null

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0085 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-26

    Schending indieningsverplichting jaarstukken 2007. Op grond van artikel 24 lid 4 van de Wet op het notarisambt [Wna] moet een notaris zijn jaarstukken binnen vier maanden na afloop van een boekjaar, dus in dit geval vóór 1 mei 2008, op schrift gereed hebben. Die termijn kan op verzoek van de notaris door het BFT op grond van bijzondere omstandigheden met ten hoogste twee maanden worden verlengd. De notaris heeft niet aan genoemde verplichting voldaan, ondanks de herinneringsbrief van het BFT.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0082 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-35

    1.        Uit de stukken blijkt niet van enige verbouwing door de verkoper van het appartement, hetgeen volgens notaris B het prijsverschil zou hebben gerechtvaardigd. Daar komt nog bij dat hij nagelaten heeft om klaagster uitdrukkelijk op het prijsverschil tussen de twee transacties te wijzen. Zijn ambtsgeheim stond hieraan niet in de weg. 2.        De verklaring van notaris B ter zitting dat hij drie kwartier de tijd heeft genomen om met klaagster te praten, wordt gelogenstraft door de notariële verklaring omtrent de tijdstippen van het passeren van de beide transportakten [vijf minuten tijdsverschil tussen akten met deels verschillende partijen]. Voor zover de notaris aanvoert dat die tijdstippen vooraf door het kantoor ingevuld en dan ook niet reëel zijn, moet geconstateerd worden dat hij een niet op de realiteit gebaseerde notariële verklaring heeft afgegeven. 3.        Door zonder meer voor een groot deel niet door haar verschuldigde overdrachtsbelasting aan klaagster in rekening te brengen heeft notaris B een norm geschonden. 4.        De tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van notaris A eindigt niet steeds zodra voor haar een waarnemer optreedt. Deze verantwoordelijkheid blijft bestaan ingeval de waarnemer op verzoek van de notaris is benoemd teneinde de notaris in de in artikel 28, onderdelen a en b, Wet op het notarisambt bedoelde gevallen te vervangen. Het feit dat de notaris gedurende laatstgenoemde waarneming niet bevoegd is haar eigen waarneming over het vacante protocol uit te oefenen, ontslaat haar niet van de verplichting haar waarnemer voor zover mogelijk en nodig te voorzien van informatie en instructies ten aanzien van de praktijkvoering gedurende haar afwezigheid. Evenmin ontslaat het haar van haar tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor de structuur, de organisatie en het reilen en zeilen van het notariskantoor, zelfs al betrof het in dit geval niet haar eigen kantoor. Daarbij komt dat zij haar waarnemer, toentertijd een kandidaat­notaris, diende te begeleiden, zeker nu het een ander kantoor betrof. Notaris A heeft in dat opzicht niet gehandeld als een behoorlijk notaris betaamt, ook al had zij geen directe betrokkenheid bij het dossier waarover thans geklaagd wordt. 

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0081 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-05

    Klagers verwijt dat de notaris onvoldoende [voor]onderzoek naar het door klager gestelde dementeren van erflaatster heeft gedaan naar aanleiding van de hem door klager aangereikte informatie, is naar het oordeel van de Kamer van geen belang voor de wel relevante vraag of de notaris ten tijde van het opmaken van het testament voldoende heeft nagegaan of erflaatster compos mentis was.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2007:YC0079 Kamer van toezicht Amsterdam 362736 / NT 07-4 AB

    Ontvankelijkheid BFT in klachtzaak naar aanleiding van Wid/Wet Mot onderzoek.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2007:YC0080 Kamer van toezicht Amsterdam 332434 / NT 05-82 AB

    Geheimhoudingsplicht van notaris jegens BFT bij onderzoek Wid/Wet Mot

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0068 Kamer van toezicht Amsterdam 377061 / NT 07-26 Pee

    Gang van zaken bij verkoop bij inschrijving.