Zoekresultaten 11-20 van de 43619 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:34 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/422720 / KL RK 23-70

    De moeder van klager heeft haar levenstestament herroepen, zodat klager niet langer haar gevolmachtigde is. Is klager belanghebbende? Voor het klachtonderdeel waarin klager belanghebbende is, is de kamer van oordeel dat de notaris in de gegeven omstandigheden niet onzorgvuldig heeft gehandeld bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de moeder.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:204 Raad van Discipline Amsterdam 24-709/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ne bis in idem beginsel.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:18 Kamer voor het notariaat Amsterdam 742729/NT 23-42

    Klacht over afwikkeling nalatenschap. De kamer overweegt onder meer dat er geen sprake is van een belangenconflict. De notaris is steeds duidelijk geweest over haar rol bij de afwikkeling van de nalatenschap. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:19 Kamer voor het notariaat Amsterdam 747284 / NT 24-6

    De kamer moet beoordelen of de notaris in deze zaak heeft voldaan aan zijn in art 43 Wna neergelegde verplichting om partijen tijdig en voldoende te informeren en hen te waarschuwen en voldoende te onderzoeken of klaagster de strekking van de Belehrungsclausule van artikel 6 van de leveringsakte begreep en deze transactie ook wilde (wilscontrole). Blijkens de wetsgeschiedenis mag de notaris aannemen dat hij aan zijn informatieplicht op juiste wijze heeft voldaan indien hij ervan overtuigd is dat de verschijnende personen hebben begrepen wat de inhoud van de akte is. Indien er gepasseerd wordt bij volmacht moet de notaris op een andere wijze die overtuiging hebben gekregen. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet tot de overtuiging kunnen komen dat klaagster de inhoud van de akte heeft begrepen en dat zij de transactie ook wilde.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:20 Kamer voor het notariaat Amsterdam 743457 / NT 23-44

    De kamer stelt voorop dat de notaris zijn ministerieplicht niet heeft geschonden. De desbetreffende leveringsakte is immers door de notaris gepasseerd op een moment dat aan alle vereisten daarvoor was voldaan. De notaris heeft de concept-documenten met betrekking tot de levering van de onroerende zaak ruim vóór de beoogde passeerdatum van 29 juli 2022 aan klager toegezonden en klager herhaaldelijk ‑ onder meer vier maal in de periode tussen 15 en 29 juli 2022 - verzocht de voor de levering benodigde informatie en documentatie aan te leveren. Vast staat dat klager de benodigde informatie en documenten niet voor 29 juli 2022 heeft aangeleverd. Niet alleen had klager de notaris tijdig over de doorhaling van het hypotheekrecht door een andere notaris moeten informeren ‑ hij kon uit de berichten van de medewerker immers afleiden dat de notaris hiervan niet op de hoogte was ‑, maar ook de overige documenten en het akkoord op de nota van afrekening (zie 2.15) zijn niet tijdig door klager aan de notaris verstrekt. De notaris heeft daarom terecht het passeren van de leveringsakte op 29 juli 2022 uitgesteld.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:18 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-32

    Ter zitting is gebleken dat klager de klacht heeft ingediend om er achter te komen of de notaris voldoende onderzoek heeft gedaan naar de wilsbekwaamheid van vader. De notaris heeft terecht aangevoerd dat zij geen informatie kan verstrekken over een eventueel opgesteld testament en de totstandkoming daarvan, omdat klagers vader in leven is. De Kamer acht dit verweer steekhoudend. Het ambtsgeheim van de notaris geldt voor alle vertrouwelijke informatie die zij in haar beroepsuitoefening heeft ontvangen. Het ambtsgeheim strekt zich uit over de gehele dienstverlening van de notaris en de reikwijdte ervan is niet afhankelijk van de vraag of in het kader van deze dienstverlening een notariële akte tot stand komt. Mocht vader een nieuw testament hebben opgemaakt bij een andere notaris, dan kan ook die informatie pas vrijkomen na vaders overlijden. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:19 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-26 en 23-27

    Klager stelt dat de akte van levering van de woning van 27 augustus 2020 nietig is, omdat de executeur niet beschikkingsbevoegd was om de woning te leveren. Verder wordt de notarissen verweten dat zij onzorgvuldig hebben gehandeld door mee te werken aan een snelle verkoop en levering van de woning, dat de broers gelden hebben onttrokken aan de ervenrekening ter zake van de transactie van het bedrijfspand en dat de notaris bij de snelle verkoop van de woning onvoldoende kritisch en onafhankelijk is geweest. De klacht tegen beide notarissen wordt op alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:17 Kamer voor het notariaat Amsterdam 742733/NT23-43

    Klacht over zorgplicht en informatieplicht notaris met betrekking tot (begeleiding van klaagster bij) een koopakte. De notaris heeft klaagster gewezen op het feit dat zijzelf verantwoordelijk was voor de nakoming van de koopovereenkomst. Klacht is voor het grootdte deel ongegrond. De kamer acht alleen gegrond dat de notaris de koopakte pas na een herinnering van klaagster in het kadaster heeft ingeschreven, maar legt de notaris daarvoor geen maatregel op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:182 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2132

    Klacht tegen een uroloog. Bij klager heeft in 2020 een partiële nefrectomie plaatsgevonden vanwege een niertumor. Een jaar later is ter controle een CT-scan van de borstkas en de buik van klager gemaakt. In het verslag van de radioloog stond dat er geen aanwijzingen waren voor een recidief of uitzaaiingen; wel werd een vergrote prostaat, uitpuilend in de blaas vastgesteld. De uroloog heeft de uitslag met klager besproken. Hij heeft de vergrote prostaat niet gemeld omdat klager geen klachten had. Elf maanden later bleek klager uitgezaaide prostaatkanker te hebben. Klager verwijt de uroloog dat hij hem niet op de hoogte heeft gebracht van de bevinding van de radioloog. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat klager in deze situatie niet genoeg invloed heeft gehad op de keuze voor een eventueel vervolg behandeltraject ten aanzien van de prostaat, verklaart de klacht alsnog gegrond en legt de uroloog een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:183 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2335

    Klacht tegen een psychiater. Klager is onder behandeling geweest in een ggz-instelling, waar de psychiater de functie van geneesheer-directeur had. Hij heeft klager niet behandeld. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek heeft de psychiater in zijn functie van geneesheer-directeur een voor klager belastende verklaring bij de politie afgelegd. Hij had klager niet gezien of gesproken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart alle drie de klachtonderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a) alsnog gegrond. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege is het doorbreken van het beroepsgeheim door de psychiater niet te herleiden tot een conflict van plichten en dus niet gerechtvaardigd. Het beroep wordt voor het overige verworpen.