Zoekresultaten 1251-1260 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:211 Raad van Discipline Amsterdam 23-272/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:210 Hof van Discipline 's Gravenhage 230064S

    Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Dekenbezwaar gegrond. Verweerster heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde integriteit doordat zij bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst met mr. J niet de Beleidsregel Stage en Patronaat heeft gevolgd en daarover onjuiste informatie heeft verstrekt aan de raad van de orde Limburg. Verweerster heeft met haar handelen het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Schorsing van vier weken, waarvan twee voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5034

    Klacht tegen chirurg ingediend door een nabestaande. Gemiste diagnose. Patiënte is ‘s nachts in het weekend naar de SEH gegaan wegens een pijnlijk en gezwollen bovenbeen. De chirurg trad op als supervisor van de arts-assistent die tijdens die nachtdienst werkzaam was op de SEH. De chirurg is na telefonisch overleg met de arts-assistent meegegaan in de conclusie dat er hoogstwaarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie bij patiënte. Trombose en een vaatprobleem werden uitgesloten. Patiënte is doorverwezen naar de poli vaatchirurgie voor een spoedafspraak na het weekend. Vervolgens is zij naar huis gegaan. Een aantal uren hierna (in de ochtend) is patiënte onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een embolie bij een diep veneuze trombose (DVT). Klager verwijt de chirurg onder andere dat hij als supervisor niet adequaat heeft gehandeld door het stellen van een onjuiste diagnose. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. De chirurg is zich onvoldoende bewust geweest van de belangrijke rol die hij als supervisor van een onervaren arts-assistent had. Ook is de chirurg in de invulling van de supervisie tekortgeschoten. De belangrijke bevindingen bleven buiten zijn zicht en hij is zonder dat te toetsen meegegaan in de aangedragen diagnose. Het college acht dit verwijtbaar en legt aan de chirurg een berisping op.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:212 Raad van Discipline Amsterdam 23-346/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht over advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Klachtonderdelen a) en b) zijn niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang voor klagers. Klagers hebben hoogstens een afgeleid belang als voormalig (indirect) aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap, maar dit is onvoldoende om hun klacht over verweerder ontvankelijk te verklaren. Klachtonderdelen c) en d) zijn ongegrond. Klagers hebben niet inzichtelijk gemaakt waarom verweerder, aan wie een grote vrijheid toekomt bij de manier waarop hij de belangen van zijn cliënt behartigt, zich van de door hem gevoerde processtrategie had moeten onthouden. Klagers hebben niet uitgelegd waarom aangenomen moet worden dat de belangen van klagers hierdoor onevenredig zouden worden geschaad of waarom aangenomen moet worden dat hen door verweerder onevenredig nadeel is toegebracht. Klachtonderdelen e) en g) zijn ongegrond vanwege het ontbreken van iedere feitelijke grondslag. Klachtonderdeel f) is ongegrond, nu dit klachtonderdeel niet nader door klagers is onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4095

    Huisarts (in PI). Klachten: a) niets gedaan terwijl klager hernia heeft en regelgeving PI boven lichamelijke toestand klager gesteld, b) toezeggingen niet nagekomen, c) geen contact opgenomen met eigen huisarts klager.College: ongegrond. Huisarts had voldoende informatie en kon ondanks hernia advies één uur per dag aangepast werk binnen PI geven. Huisarts had beter kunnen volgen wat met advies werd gedaan, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Huisarts gaat niet over regime van vrijheden en beperkingen binnen PI.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:213 Raad van Discipline Amsterdam 23-631/A/NH 23-632/A/NH 23-633/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over advocaat wederpartij in beide onderdelen kennelijk ongegrond. Verweerders hebben in het belang van hun cliënt verweer gevoerd en uit niets blijkt dat zij hiermee de grenzen van het betamelijke hebben overschreden. Naar het oordeel van de voorzitter blijkt evenmin dat verweerders klagers bewust foutief zouden hebben geïnformeerd of dat zij opzettelijk informatie zouden hebben achtergehouden.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5131

    Huisarts. Klachten: a) schenden beroepsgeheim door melden ziekte klager bij GGD, b) gelogen door informatie niet vertrouwelijk te houden, c) zonder vermoeden kindermishandeling en zonder toestemming melding bij Veilig Thuis gedaan, d) en nalatigheid bij behandeling homoseksuele patiënten.College: a) ongegrond: apenpokken meldingsplichtige ziekte, b) en d) ongegrond: niet vastgesteld, c) gegrond: KNMG-meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld niet gevolgd. Afgegaan op informatie die collega van de huisarts had gekregen van de ex-partner van klager. Informatie niet onderzocht, informatie niet besproken met betrokkenen en klager niet vooraf geïnformeerd over melding. Geen rechtvaardigingsgrond niet volgen stappenplan meldcode.Maatregel: melding bij Veilig Thuis ingrijpend middel. Ernstig verwijt dat huisarts zonder aanvaardbare reden duidelijke en in beroepsgroep algemeen aanvaarde norm heeft geschonden. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:214 Raad van Discipline Amsterdam 23-723/A/DH/W

    Raadsbeslissing; wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:291 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-551/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij deels kennelijk niet ontvankelijk vanwege gebrek aan belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, omdat van schending van de gedragsregels of anderszins klachtwaardig handelen niet is gebleken. 

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:209 Raad van Discipline Amsterdam 23-339/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over advocaat van de wederpartij. Ten aanzien van de klachtonderdelen a), b), c), g) , h, l) en n) overweegt de raad dat verweerder het partijdige belang van zijn cliënt, de VVE, dient. Uit niets blijkt dat verweerder zich in zijn rol als advocaat van de VVE onnodig grievend zou hebben uitgelaten in de richting van klager, onjuiste feiten zou hebben geponeerd, dan wel de belangen van klager op enig moment onnodig of onevenredig zou hebben geschaad waardoor de aan hem als advocaat toekomende vrijheid moest worden ingeperkt. In klachtonderdeel d) heeft verweerder toereikend aangevoerd dat hij klager rechtstreeks een afschrift had gestuurd op het moment dat klager geen advocaat. Ook heeft verweerder klager éénmaal telefonisch gesproken, nadat hij hiertoe toestemming had verkregen van de advocaat van klager. Dit is onvoldoende om verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken, klachtonderdeel d) is daarom ongegrond. De klachtonderdelen e), f), k), m), o) en o) missen feitelijke grondslag en zijn daarom eveneens ongegrond. Klachtonderdeel i) ziet op een civielrechtelijke kwestie en is dan ook voorbehouden aan de civiele rechter en niet aan de tuchtrechter. Dit klachtonderdeel is daarom ook ongegrond.