Zoekresultaten 1761-1770 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:200 Hof van Discipline 's Gravenhage 230238

    Art. 13. beklag niet-ontvankelijk, nu beklag te laat is ingesteld. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1823

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster was als patiënt van juli 2021 tot begin september 2021 ingeschreven bij één van de vijf huisartsenpraktijken die een overkoepelende organisatie exploiteert. De huisarts is in die praktijk werkzaam als vaste waarnemer. Klaagster heeft begin juli 2021 gevraagd om een consult. Dit consult heeft een dag later plaatsgevonden. De huisarts heeft klaagster verwezen naar het ziekenhuis voor beeldvormend onderzoek. Tegen de krampen die klaagster had, heeft de huisarts inhibin voorgeschreven. Klaagster heeft zich eind juli 2021 bij de huisarts gemeld met het vermoeden van een ontstoken piriformis. Hoewel de behandelend fysiotherapeut daar niet aan dacht, heeft de huisarts klaagster op haar verzoek verwezen naar een neuroloog van het ziekenhuis waar zij eerder naar was doorverwezen. Klaagster is niet tevreden over de behandeling van de huisarts en verwijt hem dat hij slecht heeft geluisterd, heeft nagelaten haar tijdig naar een neuroloog te verwijzen, haar niet serieus heeft genomen, onnodige onderzoeken heeft verricht, geweigerd heeft haar inzage in haar dossier te geven en haar gezondheidssituatie heeft doen verslechteren. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:272 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-395/AL/GLD

    Klacht over eigen asielrechtadvocaat. Verweerster heeft naar het oordeel van de raad klager op deskundige en zorgvuldige wijze bijgestaan. De raad heeft daarbij aansluiting gezocht bij het oordeel van de KRAV waaruit volgt dat verweerster heeft gehandeld conform de 'best practises guide' voor asielrechtadvocaten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:201 Hof van Discipline 's Gravenhage 220245

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Het verwijt dat sprake is van valsheid in geschrift en smaad is niet gebleken. Klacht ongegrond. Verkorte bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:153 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1952

    Klacht tegen een psychiater.  Klager is veroordeeld tot een TBS-maatregel met voorwaarden. Hij verbleef aanvankelijk in de FPA, beveiligingsniveau 2. Klager kon daar niet blijven. Klager is toen aangemeld voor zowel de FPK, beveiligingsniveau 3, als de FPA. Klager is als overbrugging geplaatst in de FPK met als doel klager door te laten stromen naar de FPA. De psychiater is werkzaam in de FPK. Klager stelt dat de psychiater zijn behandeling na overplaatsing heeft verzwaard zonder hem gesproken of gezien te hebben. Daarnaast stelt klager dat belangrijke betrokkenen niet voldoende zijn meegenomen en geïnformeerd en dat er tegen het advies van de eerdere psychiater in is gegaan, terwijl hij de casus beter kent. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. De gemachtigde van klager stelt beroep in tegen deze beslissing, maar kan geen machtiging overhandigen waaruit blijkt dat klager hem heeft gemachtigd om dit beroep in te stellen en namens hem op te treden in de tuchtrechtelijke procedure in beroep. Omdat het beroepschrift afkomstig is van een persoon die niet bevoegd is tot instellen van beroep, verklaart het Centraal Tuchtcollege de indiener van het beroep niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:273 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-296/AL/NN/D

    Dekenbezwaar. De raad is - gelet op alle relevante feiten en omstandigheden - van oordeel dat het totaal aan declaraties in deze zaak erg hoog is, maar dat onvoldoende is gebleken dat het excessief is. Dat betekent dat het dekenbezwaar ongegrond wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1835 en C2023/1836

    Klacht tegen huisarts werkzaam als arbo-arts. Klaagster verwijt de arbo-arts dat hij 1) onzorgvuldig heeft gehandeld tijdens de consulten, 2) zich heeft voorgedaan als bedrijfsarts en niet onder supervisie van een geregistreerde bedrijfsarts heeft gehandeld, 3) een datalek heeft veroorzaakt en 4) zijn beroepsgeheim heeft geschonden door het dossier met de werkgever van klaagster te bespreken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 1, 2 en 3 gegrond verklaard, klachtonderdeel 4 ongegrond verklaard, en aan de arbo-arts de maatregel van een voorwaardelijke schorsing van 1 maand opgelegd, met daaraan bijzondere voorwaarden gekoppeld. De arbo-arts en de IGJ hebben hiertegen beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 1 alsnog ongegrond, en legt aan de arbo-arts de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:274 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-578/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Hoewel de raad begrijpt dat de door verweerster gemaakte opmerking over de vader van klaagster door klaagster persoonlijk als kwetsend wordt ervaren, zeker vanwege het overlijden van haar vader drie maanden later, is de opmerking objectief gezien niet onnodig grievend. De opmerking van verweerster is misschien ongelukkig geformuleerd, maar het stond verweerster in het belang van haar cliënte vrij om de gegeven reden voor de afwezigheid van de vader van klaagster vanwege de aard van het geschil in twijfel te trekken dan wel om daar een enigszins cynische reactie op te geven. Het is de raad uit het klachtdossier niet gebleken dat verweerster op dat moment op de hoogte was van de ziekte van de vader van klaagster en de ernst daarvan en verweerster heeft ook ontkend dat zij dit wist. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:197 Hof van Discipline 's Gravenhage 230006

    Klacht tegen de deken over de weigering om hanhavend op te treden. Ongegrond verklaring door de raad door het hof bekrachtigd. 

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5215

    Klacht tegen internist over een gestelde gemiste diagnose en inadequaat onderzoek naar  toenemende klachten van patiënte, die in korte tijd snel achteruitging en vervolgens is overleden. Klacht ongegrond. Beklaagde heeft patiënte een beperkt aantal malen gezien en bij die gelegenheid onderzoeken in gang gezet, de urgentie ervan onder ogen gezien en zorgvuldig gehandeld.