Zoekresultaten 991-1000 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:45 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1931

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager verblijft in een forensisch psychiatrische instelling, waar de verpleegkundige werkzaam was. Klager gebruikt medicatie waaronder paracetamol. De paracetamol staat vermeld op de wekelijkse medicatielijst met de aantekening: “zo nodig 4 maal per dag 2 tabletten (=1000 mg)”. Bij gebruik van meer dan 10 tabletten in twee weken tijd; contact opnemen met medische dienst. Niet in EIGEN BEHEER, oraal”. De verpleegkundige heeft medio 2022 aan een collega van de medische dienst gemeld dat het paracetamolgebruik van klager de norm van maximaal tien tabletten in twee weken ruim overschreed. Daarop heeft de arts kennelijk het gebruik van paracetamol door klager vastgezet op vier vaste momenten van de dag. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij achter zijn rug om bij de arts van de medische dienst heeft geregeld dat klager niet langer paracetamol krijgt als hij daarom vraagt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:44 Hof van Discipline 's Gravenhage 220273 220274

    Vernietiging beslissing raad. Klacht tegen advocaten in hoedanigheid van (mede)bestuurders van een advocatenkantoor.  Het stond verweerders vrij om met werknemer een relatiebeding overeen te komen. Hof komt tot de conclusie dat verweerder bij hun handelen als de bestuurders van het advocatenkantoor, het vertrouwen in de advocaat niet hebben geschaad. Het hof weegt mee dat (i) verweerder 1 (in grote lijnen) bekend was met de zaak en de aangewezen advocaat was om de zaak over te nemen toen de werknemer zijn vertrek aankondigde. (ii) De beëindiging van de dienstverlening door de werknemer aan klager was niet ontijdig. Klager is hierdoor ook niet in zijn belangen geschaad. (iii) Verweerders hebben niet onvoorwaardelijk en onredelijk vastgehouden aan het beding. (iv) De belangen van klager is voldoende door verweerders behartigd. Zij hebben zijn belangen niet uit het oog verloren en steeds hun dienstverlening aangeboden en meegewerkt aan een spoedige overdracht van het dossier. Klacht ongegrond. 

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6122

    Klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Het uitgebrachte rapport voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:396 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-342/AL/NN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:16 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-739/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder, in zijn bijzondere positie als piketadvocaat, op deskundige wijze voor klager opgetreden op basis van de door hem van klager verkregen informatie met oog voor de belangen van klager. Daarbij mocht en moest verweerder zich onttrekken aan de zaak na de geconstateerde vertrouwensbreuk met klager. Die onttrekking heeft verweerder op zorgvuldige wijze gedaan. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:46 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1959

    Klacht tegen een arts die werkzaam is als medisch adviseur voor een zorgverzekeraar, bij wie klaagster verzekerd was voor ziektekosten. Klaagster heeft aan de arts op het adres van zijn privépraktijk, ook zijn privéadres een aanvraag gestuurd voor een machtiging voor een rugoperatie in het buitenland. De arts heeft hierop geantwoord dat klaagster deze stukken niet bij hem moest indienen, maar bij de verzekeraar. Klaagster verwijt de arts dat hij de aanvraag niet in behandeling heeft genomen en de toegezonden stukken heeft vernietigd. De arts heeft zijn beroepsgeheim geschonden door klaagster te verplichten de aanvraag met stukken naar de verzekeraar te sturen, waar niet-BIG-geregistreerde personen, die dus geen geheimhoudingsplicht in de zin van de Wet BIG hebben, de stukken in handen zouden krijgen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5943

    Klacht tegen fysiotherapeut. Klaagster is in het kader van revalidatie na een heupoperatie meerdere keren door de fysiotherapeut gezien. Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij tijdens deze contacten grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond door onder meer het verrichten van wondcontrole, het ongevraagd aan klaagsters broek zitten en het doen van afwijkende, niet bij de gebruikelijke behandeling behorende oefeningen. Het college komt tot het oordeel dat de fysiotherapeut niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:47 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1997

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager heeft eerder een klacht ingediend tegen de verzekeringsarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft in de beslissing over die klacht één onderdeel van de klacht gegrond verklaard en de verzekeringsarts een waarschuwing opgelegd. In beroep heeft het Centraal Tuchtcollege die beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bekrachtigd. In de nieuwe klacht verwijt klager de verzekeringsarts dat zij tijdens de procedure bij het Centraal Tuchtcollege in haar verweerschrift en tijdens de mondelinge behandeling een verklaring heeft afgelegd die in strijd is met de waarheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5507

    Klager verwijt de arts werkzaam in de bedrijfsgeneeskunde dat hij klager niet serieus neemt en dat hij klagers verzoek om een second opinion niet heeft beantwoord. Het college: de arts heeft klager in de kou laten staan en daarmee het risico op gezondheidsschade en eventuele arbeidsongeschiktheid vergroot. Hoewel de arts van oordeel is dat het medisch noodzakelijk is dat klager stopt met het verrichten van bepaalde werkzaamheden, bleef een schriftelijk advies daarover, ondanks de toezegging dit te zullen geven, uit. Ook werd klager consequent door de arts genegeerd. De arts heeft ook niets van zich laten horen nadat klagers advocaat hem vroeg mee te werken aan een second opinion. Klacht gegrond. Schorsing voor de duur van drie maanden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:41 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1458

    Klacht tegen huisarts. Klaagster was patiënte in de praktijk van de huisarts. Zij verwijt de huisarts dat hij op grond van persoonlijke, niet-wetenschappelijk gegronde opvattingen heeft geweigerd haar door te verwijzen voor specialistisch onderzoek nadat bij haar alarmerende bloedwaarden waren geconstateerd. Klaagster was bekend met klachten van kortademigheid bij inspanning. Begin juli 2021 bezocht klaagster de huisarts met klachten van hoofpijn, koorts, pijn in de romp en kortademigheid. Klaagster voelde zich ziek. De huisarts dacht aan longontsteking en schreef een antibioticumkuur voor. Een paar weken later kwam klaagster terug en meldde dat zij extreem vermoeid was en hoestte. De bloedtest van het laboratoriumonderzoek wees uit dat klaagster een zeer sterk verhoogde D-dimeerwaarde had (5.373, waar de normaalwaarde minder dan 900 bedraagt). De huisarts liet klaagster weten dat deze uitslag paste bij een Pfizer-vaccinatie. De huisarts nam geen therapeutische consequenties, en deed dat volgens hem op basis van de NHG-richtlijn. De NHG-standaard bepaalt echter dat patiënten met een verhoogde risicoscore op longembolie óf een verhoogde D-dimeerwaarde direct moeten worden verwezen naar de internist of longarts voor nadere diagnostiek. Door klaagster niet meteen door te sturen heeft verweerder niet gehandeld volgens de medisch-professionele standaard ter zake. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de huisarts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de huisarts en handhaaft de opgelegde maatregel van berisping.