Zoekresultaten 371-380 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2022:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/23

    Wijziging volmachten van vader en moeder. Ook bij een minder ingrijpende rechtshandeling moet de notaris nagaan of de betrokken cliënt wilsbekwaam is. In de gegeven omstandigheden, waarbij een 82-jarige vrouw die volgens haar echtgenoot “communicatief enigszins beperkt is”, die het woord volledig laat voeren door haar echtgenoot en die haar volmacht volgens haar echtgenoot zo zou willen wijzigen dat het risico bestond dat door onenigheid tussen de kinderen een onwerkbare situatie zou ontstaan (die de notaris eerder uitdrukkelijk had ontraden) is de kamer van oordeel dat de notaris geen genoegen had mogen nemen met enkel een instemmende reactie van moeder op zijn gesloten (suggestieve) vraag. Klacht ten aanzien van moeder gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling. Verder ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:29 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/3

    Beslag op derdengeldenrekening. Klaagster heeft in het verleden conservatoir beslag gelegd op de derdengeldenrekening van de voorganger van de notaris. Daarna hebben klaagster en de beslagene in Nederland en België diverse procedures tegen elkaar gevoerd, waarbij de notaris niet betrokken is geweest. Klaagster heeft de notaris opdracht gegeven om op grond van een arrest van een gerechtshof in Nederland (de juridische verhouding tussen klaagster en de beslagene was uitermate gecompliceerd) tot uitbetaling van de beslagen gelden over te gaan. Daarna hebben zowel klaagster als de beslagene executoriaal derdenbeslag doen leggen onder de notaris en is zij door beiden onder dreiging van tuchtklachten/rechtsmaatregelen onder druk gezet om wel of juist niet tot uitbetaling over te gaan. De kamer stelt voorop dat de klacht enkel ziet op het handelen/nalaten van de notaris als derde-beslagene en oordeelt dat het niet op de weg van een derde-beslagene, die tevens notaris is, ligt om klaagster als beslaglegger te adviseren over het innen van haar vordering op de beslagene. De kamer oordeelt dat de notaris ook verder voldoende voortvarend en zorgvuldig heeft gehandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:26 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/6

    De klacht gaat over de handelwijze van de notaris (als executeur) in verband met de afwikkeling van erflaatsters nalatenschap. Klager is echter geen cliënt van de notaris. Hij is evenmin erfgenaam, legitimaris, legataris of schuldeiser in erflaatsters nalatenschap. De kamer acht een rechtstreeks belang bij de klacht daarom niet aanwezig. Het feit dat klager de echtgenoot is van één van erflaatsters erfgenamen, met wie hij naar eigen zeggen in gemeenschap van goederen is gehuwd, brengt evenmin met zich dat hij een indirect of afgeleid (financieel) belang heeft bij de klacht. Hierbij speelt een rol dat erflaatster in haar testament een “privé-(uitsluitings)-clausule” heeft opgenomen, op grond waarvan (kort gezegd) al hetgeen uit haar nalatenschap wordt verkregen, niet zal vallen in enige gemeenschap van goederen. De kamer is daarom van oordeel dat klager geen redelijk belang heeft bij de klacht. Hij wordt niet-ontvankelijk verklaard in de klacht.Hoewel de kamer vanwege de niet-ontvankelijkheid van klager op formele gronden niet aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht kan toekomen, heeft de kamer - ter voorkoming van een nieuwe klachtzaak - hieraan toch enige overwegingen besteed.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:27 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/13

    Klagers verwijten de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid en onafhankelijke wilsvorming van erflaatster bij het opmaken van haar laatste testament. Verder verwijten klagers de notaris dat het totaalbedrag van de twee declaraties met betrekking tot het testament onredelijk hoog is en dat de notaris in zijn hoedanigheid van executeur/ afwikkelingsbewindvoerder in erflaatsters nalatenschap onzorgvuldig heeft gehandeld.De kamer heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze ziet op het verzoek om “een creditnota op de wanprestaties” van de notaris. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:28 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/22

    De kern van de klacht gaat over de handelwijze van de notaris in verband met de totstandkoming van de Groninger akte. De kamer is van oordeel dat de notaris met zijn handelwijze zijn kerntaken als notaris heeft veronachtzaamd. Notariële kernwaarden als ‘onafhankelijkheid’, ‘onpartijdigheid’ en ‘zorgvuldigheid’ zijn door de notaris geschonden. Bij de totstandkoming van de Groninger akte heeft de notaris niet aan zijn zorg-, voorlichtings- en onderzoeksplicht voldaan. De notaris heeft op verschillende vlakken onzorgvuldig gehandeld en bovendien de belangen van klaagster veronachtzaamd. De notaris heeft namelijk de indruk gewekt dat hij aan de kant van de verkoper stond en daarmee heeft hij de schijn van partijdigheid opgeroepen.De kamer heeft de klacht deels gegrond verklaard en aan de notaris de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:59 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/389928 KL RK 21-107

    Gegrondverklaring klacht van BFT. Samenwerking met ontzette notarissen. Tuchtmaatregel schorsing drie weken.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:58 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/377487/KL RK 20-116

    De kamer is van oordeel dat een juiste toepassing van de Novitaris-maatstaf in deze zaak niet de conclusie kan rechtvaardigen dat de notaris op 15 juli 2020 zonder meer gehouden was de akte van levering te passeren. De notaris was van meet af aan van het bestaan van het voorkeursrecht van klaagster op de hoogte. Gelet ook op de belangen van klaagster, vanwege de vestiging van haar bedrijf in het betreffende pand, had de notaris hier uit een oogpunt van zorgvuldigheid nader onderzoek moeten (laten) instellen en de levering zo nodig in afwachting van een oordeel van de voorzieningenrechter  moeten opschorten. Klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:57 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/384165/KL RK 21-30

    De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris al met al, gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt van het feit dat zij de akte tot overdracht van de vennootschap heeft gepasseerd enkel met vermelding van het door partijen op € 460.000,00 gefixeerde schuldbedrag zonder de samenstelling van de mee over te dragen rekening-courantschuld te kennen, of in ieder geval zonder de afzonderlijke aandelen in die schuld van de verkopende partij enerzijds en de over te dragen vennootschap anderzijds te beschrijven. 

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:56 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/385495/KL RK 21-45

    De notaris heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij niet op de hoogte was/kon/behoefde te zijn van het feit dat de B.V. een pensioenregeling in beheer had. Er was voor de notaris dus ook geen aanleiding om bij erflater aan te dringen op voorafgaand advies van een fiscaal adviseur. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2021:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 21-12 21-13

    De notaris [C] meent dat de klachten tegen haar luiden als volgt: zij is de opsteller van het testament waarbij de erfgenamen zijn benadeeld, zij heeft een testament opgesteld met een niet wettelijk legaat en zij heeft haar zorgplicht verzaakt, omdat moeder zou zijn mishandeld.De klacht tegen notaris [D] ziet op het verzaken van de zorgplicht naar moeder met indicaties van ouderenmishandeling, het geen melding doen bij politie of andere instantie van huwelijksdwang en laksheid dan wel geen medewerking verlenen aan onderzoek naar testamentfraude.