Zoekresultaten 511-520 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670352 / DW RK 19/407

    De onderlinge afspraak tussen gerechtsdeurwaarder en opdrachtgever (VVE) dat vordering binnen twee jaar nadat deze is ontstaan geïind moet zijn, mag er niet toe leiden dat nodeloos beslag wordt gelegd. Beslag op onroerende zaak in opdracht van de VVE: de gerechtsdeurwaarder moet een eigen afweging maken bij het leggen van het beslag en kan de verantwoordelijkheid daarvoor niet afwentelen op de ministerieplicht. Nu klaagster een substantiële betaling heeft gedaan en er opbrengsten zijn uit een ander beslag, is het beslag op de onroerende zaak niet proportioneel en daarom tuchtrechtelijk laakbaar. Het plannen van een veiling van de onroerende zaak, deze annuleren en de kosten doorberekenen aan klaagster is eveneens tuchtrechtelijk laakbaar. Maatregel van berisping. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668947 DW RK 19/346

    De gerechtsdeurwaarder had klagers e-mail hoewel niet alleen tot hem gericht toch moeten beantwoorden. Is echter niet tuchtrechtelijk laakbaar. Beslagvrije voet is juist vastgesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672501 / DW RK 19/510

      De gerechtsdeurwaarder heeft door onzorgvuldig handelen nagelaten het beslag op de woning van klager door te halen. Klacht is gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in proceskosten.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:74 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/677165 / DW RK 19/670

     Vast is komen te staan dat de benadering van het kantoor van de BLOS-regels – de zuiver taalkundige uitleg die daaraan is gegeven – in dit specifieke geval geleid heeft tot een uitkomst die niet overeenstemt met de beschermingsgedachte artikel 19 Gerechtsdeurwaarderswet. De gedachte dat te allen tijde voldoende middelen op de kwaliteitsrekening moet staan om iedere rechthebbende op derdengelden te kunnen geven wat hem toekomt. Nu daarvan geen sprake was is de klacht gegrond verklaard en is aan alle gerechtsdeurwaarders de maatregel van een schorsing (van één maand) opgelegd

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:68 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670648 / DW RK 19/427 LvB/WdJ

      De kamer kan de klacht van klager niet in behandeling nemen nu beklaagde op het moment van het versturen van de brief waarover klager klaagt, geen gerechtsdeurwaarder meer was. Klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:69 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/669144 / DW RK 19/356 LvB/WdJ

      Van de gerechtsdeurwaarder had mogen worden verwacht dat hij in ieder geval voor het opmaken van de eindafrekening bij klaagster had geverifieerd of zijn veronderstelling nog steeds juist was, namelijk dat sprake was van een toevoeging. En anders had de zorgvuldigheid met zich meegebracht dat hij duidelijk op de eindafrekening had vermeld dat hij er vanuit is gegaan dat sprake was van een toevoeging. Temeer nu klaagster een particulier is en geen professionele opdrachtgever. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing, geen veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:70 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/666703 / DW RK 19/249 LvB/WdJ

      Klager beklaagt zich over de executie van een vonnis en dat de gerechtsdeurwaarder de inhoud van het vonnis niet juist heeft uitgelegd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/653709 / DW RK 18/481 LV/WdJ

      Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft niets van doen gehad met het dossier van klager. Geen onrechtmatigheden ten aanzien van inbeslagname en openbare verkoop van auto van klager. Gerechtsdeurwaarder heeft niet adequaat gereageerd op de klacht van klager van 25 juli 2018. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd aan gerechtsdeurwaarder sub 2. Geen veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/671850 / DW RK 19/478 LvB/WdJ

      De gerechtsdeurwaarder mag in beginsel weliswaar afgaan op informatie die hij van zijn opdrachtgeefster ontvangt, maar in dit geval had het wel op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om nader onderzoek te doen bij zijn opdrachtgeefster, nu de raadsman van klager had aangegeven dat er een arrest door de Hoge Raad was gewezen. Klacht op dit onderdeel gegrond. Voor het overige ongegrond. Maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:72 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/669112 / DW RK 19/355 LV/WdJ

      Gelet op ministerieplicht meerdere beslagen gelegd. Er was een concreet en gerechtvaardigd belang om de loonstrook van klager naar de advocaat van de opdrachtgever te sturen. De beslagvrije voet is ten onrechte op nihil vastgesteld, de blote stelling van de opdrachtgever dat sprake zou zijn van meerdere inkomstenbronnen is hiertoe onvoldoende. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.