Zoekresultaten 101-110 van de 42252 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:63 Raad van Discipline Amsterdam 24-151/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster mocht als partijdige belangenbehartiger namens haar cliënte de sommatiebrief waarover wordt geklaagd aan klager versturen. Klagers stelling dat hij de brief zeer plotseling vond, maakt de brief niet klachtwaardig. Hoewel begrijpelijk is dat klager is geschrokken van de inhoud van de brief, betreft het een in de advocatuur gebruikelijke sommatiebrief. De brief bevat geen bewoordingen die tuchtrechtelijk niet door de beugel kunnen of als bedreigend kunnen worden aangemerkt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:112 Hof van Discipline 's Gravenhage 240109

    Klacht tegen de deken niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:64 Raad van Discipline Amsterdam 24-102/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de (voormalig) eigen advocaat is in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster in haar communicatie richting klager op enig moment tekort is geschoten of onduidelijke afspraken met hem zou hebben gemaakt, noch dat zij onduidelijkheid heeft laten bestaan over de zaken waarin zij klager niet zou bijstaan. Van het maken van fouten door verweerster in haar communicatie over het beslag richting de rechtbank, is de voorzitter evenmin gebleken. Alhoewel verweerster zich al had onttrokken als advocaat van klager en haar communicatie hierna mogelijk enigszins verwarrend voor klager kan zijn geweest, is ook hier geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerster. Verweerster handelde in het kader van nazorg. Dat het verweerster enkel te doen was om eigen financieel gewin, zoals klager verweerster verwijt, blijkt naar het oordeel van de voorzitter nergens uit.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:65 Raad van Discipline Amsterdam 24-107/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft gehandeld binnen de grenzen van de aan hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6343

    Klacht tegen een physician assistant dat zij onbevoegd het medisch dossier van klaagster heeft ingezien. De physician assistant erkent dat zij dit heeft gedaan. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en verweerster wordt een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5392

    Het verwijt aan verweerster (specialist ouderengeneeskunde) is onder meer: 1) onvoldoende gedaan om agitatie/agressie bij de patiënte en urineweginfecties te voorkomen, 2) zonder overleg en informatie medicatie voorgeschreven/opgehoogd en 3) medicatie niet gestopt na signalen over ernstige bijwerkingen en afwezigheid van het beoogde effect. De patiënte had Alzheimer en vertoonde gedragsproblemen. Oordeel college: verweerster handelde conform het beleid binnen het verpleeghuis met betrekking tot het informeren van vertegenwoordigers van patiënten over gemaakte afspraken en de met klager gemaakte afspraken. Zij nam preventieve maatregelen. Medicatie was nodig voor het geven van zorg, bieden van comfort en opheffen van ongemak aan/bij de patiënte. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:60 Raad van Discipline Amsterdam 24-145/A/A

    Voorzittersbeslissing; Klager heeft geen rechtstreeks belang bij zijn verwijt dat aan verweerder de opdracht tot juridische dienstverlening onbevoegd zou zijn gegeven. De klacht is in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk. Verder mocht verweerder afgaan op de informatie die hij van zijn cliënt had verkregen en hoefde hij deze informatie niet te verifiëren. In zoverre is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6591

    Klacht tegen verpleegkundige ingediend door de ex-werkgever. De verpleegkundige is in mei 2023 in dienst getreden bij klager. De verpleegkundige was onder andere verantwoordelijk voor aan cliënten verstrekte medicatie. In oktober 2023 heeft de werkgever van de verpleegkundige (klager) een onderzoek ingesteld, omdat er onregelmatigheden in de medicatievoorraad waren opgemerkt. De verpleegkundige is hiermee geconfronteerd en heeft toegegeven dat zij tijdens haar werk opiaten (sterke pijnstillers, rustgevende medicatie en slaapmedicatie) voor eigen gebruik heeft gestolen. Zij gebruikte deze middelen in privétijd en tijdens haar werk als verpleegkundige in de directe patiëntenzorg. De verpleegkundige heeft ook erkend dat zij verslaafd is (geweest) aan opiaten. Daarover klaagt de werkgever, omdat dit handelen in strijd is met de voor de verpleegkundige geldende normen, protocollen en gedragsregels. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en legt de maatregel van doorhaling van inschrijving in het BIG-register en directe schorsing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5819

    Klacht tegen een psychiater. De zoon van klaagster is onder behandeling geweest bij de psychiater en is vier maanden na het afronden van de behandeling overleden. Klaagster verwijt de psychiater dat hij nalatig is geweest in de behandeling. Daarnaast verwijt zij de psychiater dat niet naar haar werd geluisterd en haar waarschuwingen werden genegeerd. Het college oordeelt dat klaagster kennelijk niet-ontvankelijk is in de klacht die zij namens haar zoon heeft ingediend. Ten aanzien van het gedeelte van de klacht waarvoor zij een eigen klachtrecht heeft is zij wel ontvankelijk, maar dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Uit het medisch dossier blijkt dat het de uitdrukkelijke wens van patiënt was om klaagster niet bij de behandeling te betrekken. Ondanks dat heeft de psychiater tijdens de behandelperiode toch aan klaagster de mogelijkheid geboden om haar zorgen te uiten en heeft hij daaraan aandacht besteed. Hiermee heeft de psychiater zorgvuldig gehandeld. Dat de door klaagster geuite zorgen niet hebben geleid tot een aanpassing van de behandeling of het medicatiebeleid kan de psychiater niet tuchtrechtelijk worden verweten. Voor het bepalen van het behandelplan is immers de wil van patiënt zelf beslissend. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:50 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/34, 2022/35

    Dierenarts sub 1 wordt verweten dat hij klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd over de toestand van haar hond na afloop van een consult. Klacht niet-ontvankelijk.Dierenarts sub 2 wordt verweten dat door de door haar uitgevoerde gebitsbehandeling en extractie van een kies bij een hond een gat van de bovenkaak naar de neusholte is ontstaan. Daarnaast wordt haar verweten dat er geen adequate informatieoverdracht heeft plaatsgevonden over de uitgevoerde behandeling. Klacht ongegrond.