Zoekresultaten 12631-12640 van de 45242 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:121 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.225

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klager is door de plastisch chirurg geopereerd. De klacht gaat over informed consent, het onzorgvuldig handelen bij de ingreep, het verstrekken van verkeerde informatie na afloop van de ingreep en manipulatie van het medisch dossier. Volgens klager heeft hij daardoor neurologische pijnklachten ontwikkeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:128 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.083

    Klacht tegen bedrijfsarts, werkzaam voor de Defensie Gezondheidszorg Organisatie. Namens klager is bij e-mailbericht van 20 februari 2015 verzocht om het medisch dossier van klager over de periode van 16 november 2009 tot en met 5 januari 2010 volledig te schonen en om elke referentie nadien naar deze periode eveneens uit het medisch dossier te verwijderen. Verweerster heeft dit verwijderingsverzoek in behandeling genomen. Klager verwijt verweerster in dit verband dat zij: 1) zonder medeweten en instemming van klager ten onrechte toegang heeft gehad tot het medisch dossier, 2) zonder medeweten en instemming van klager het medisch dossier heeft aangepast, 3) het medisch dossier niet volledig heeft geschoond conform de KNMG-norm, 4) valse oftewel onjuiste informatie aan het medisch dossier heeft toegevoegd, 5) zonder toestemming medische gegevens van klager heeft gedeeld met andere medewerkers van Defensie: a) de geadresseerden van de e-mail van 30 maart 2015, b) de bestuursstaf van het ministerie van Defensie, en 6) de vragen van klager in de brief van 2 september 2019 niet (voldoende) heeft beantwoord. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 3 (geheel), 4 (geheel) en 5 (gedeeltelijk) gegrond verklaard, bepaald dat ter zake daarvan geen maatregel aan de arts wordt opgelegd, en de klacht voor het overige afgewezen. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het beroep richt zich tegen de gedeeltelijke ongegrondverklaring van klachtonderdeel 5. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 5 alsnog in zijn geheel gegrond en in zoverre slaagt het beroep van klager, maar het Centraal Tuchtcollege ziet in deze omstandigheid geen aanleiding om de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege – dat aan de arts geen maatregel wordt opgelegd – te wijzigen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:52 Accountantskamer Zwolle 19/2351 Wtra AK

    Betrokkene is in verschillende rollen betrokken geweest bij een vennootschap, waarvoor zijn kantoor diensten verrichtte. Na overname van die vennootschap is een conflict ontstaan over de facturen van het accountantskantoor. Tijdens de incassoprocedure heeft de rechtbank de accountant bevolen specificaties van de facturen af te geven. Daarna is vastgesteld dat die specificaties niet origineel waren en bewerkt. De klacht ziet erop dat betrokkene aandelen bezat, terwijl hij ook verbonden was aan het accountantskantoor dat voor de vennootschap werkzaam was. Betrokkene zou daarnaast met de bankpas van de vennootschap zelf de declaraties van het accountantskantoor hebben betaald. Ook zou betrokkene hebben geweigerd urenspecificaties bij eerder verzonden declaraties te verstrekken. De urenspecificaties die betrokkene op last van de rechtbank verstrekte, waren vervalst, aldus klager. De Accountantskamer heeft de klacht deels gegrond verklaard en de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand opgelegd. Daarbij is in aanmerking genomen dat betrokkene onvoldoende de verschillende rollen (aandeelhouder, procuratie en adviseur) die hij had heeft onderkend en gescheiden gehouden. Voor derden was onduidelijk in welke hoedanigheid betrokkene handelde. De beginselen van objectiviteit en integriteit zijn niet nageleefd. Met name het handelen in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit wordt betrokkene zwaar aangerekend. Door betrokkene zijn bewerkte stukken in een gerechtelijke procedure ingediend en hij heeft nagelaten passende maatregelen te nemen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:122 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.256

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager ontvangt een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand. Verweerster heeft klager in juli 2012 gezien en gerapporteerd dat zij, indien er met een aantal beperkingen rekeningen wordt gehouden, klager fulltime belastbaar acht voor (een traject naar) werk. Klager verwijt de verzekeringsarts dat zij klager in haar rapportage arbeidsgeschikt heeft verklaard zonder dat zij beschikte over medische informatie van de behandelaar van klager. Als verweerster dat wel had gedaan, zou duidelijk zijn geweest dat klager nog ziek en onder behandeling was. De rechtbank heeft een beroep van klager ongegrond verklaard, omdat verweerster in 2012 hem arbeidsgeschikt heeft geacht. Als gevolg hiervan heeft klager zijn recht op een permanente ontheffing van de sollicitatieplicht verloren. Ook is hij daardoor langer ziek gebleven, aldus klager. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht van klager als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:123 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.259

    Klacht tegen arts. Klager heeft zich na ziekmelding bij zijn werkgever bij verweerder, werkzaam bij een arbodienst, op het spreekuur gemeld. Verweerder heeft geconstateerd dat er sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding en een advies opgesteld. Klager verwijt verweerder dat hij de werkzaamheden van een bedrijfsarts heeft uitgevoerd terwijl hij geen bedrijfsarts is, dat hij zich niet aan de relevante richtlijnen heeft gehouden en dat hij heeft verzuimd klager op de mogelijkheid van een second opinion te wijzen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/673254 DW RK 19/536

    Beslissing op verzet. Ongegrond, de oorspronkelijke beslissing is op juiste grondslag genomen

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:124 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.310

    Klacht tegen plastisch chirurg die bij klaagster een operatie aan de huidplooien bij de mond heeft verricht. Klaagster was in het verleden door een andere arts behandeld met Bio-Alcamid waar zij lichamelijke klachten van ondervond. De klacht gaat over informed consent, het niet toedienen van antibiotica vóór, tijdens en na de ingreep, het niet verwijderen van make-up voorafgaand aan de ingreep, bejegening en het ten onrechte declareren als medische noodzaak. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht op alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Klaagster komt in beroep tegen vier van de vijf klachtonderdelen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/659114 DW RK 18/641

    Van de gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven mbt bij hem in behandeling zijnde incasso binnen redelijke termijn beantwoord. De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte geen inzicht gegeven in de betaalde rente. De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op een deel van de e-mails die klaagster heeft gestuurd. De maatregel van berisping wordt opgelegd met een veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/663420 DW RK 19/130

    De gerechtsdeurwaarder heeft toegezegd een brief te sturen naar de wederpartij van klager. Dit is niet gebeurd, ondanks toezegging. De klachtenprocedure van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder is niet in overeenstemming met artikel 13 KBvG normen voor kwaliteit. De maatregel van waarschuwing wordt opgelegd zonder proceskosten veroordeling, omdat het de lichtste maatregel is die een zakelijke terechtwijzing inhoudt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/412

    Klager dient een klacht in tegen een bedrijfsarts, onder meer inhoudende dat de bedrijfsarts hem onheus zou hebben bejegend, hem heeft gedwongen tot het uitvoeren van niet passende werkzaamheden, de klachten van klager heeft genegeerd en geen oog heeft gehad voor zijn persoonlijke situatie en behoefte en hem heeft geweigerd door te verwijzen voor een arbeidsdeskundig onderzoek. Ongegrond