Zoekresultaten 251-260 van de 1453 resultaten

  • ECLI:NL:TDIVTC:2020:44 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2019/51

    Dierenarts wordt verweten met betrekking tot een uitgevoerde castratie bij een hond en daarna opgetreden complicaties nalatig te hebben gehandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2020:38 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2019/62

    Dierenarts wordt verweten met betrekking een zieke hond onvoldoende onderzoek te hebben gedaan naar specifieke symptomen als donkerrood gekleurde urine en koorts en een onjuiste diagnose te hebben gesteld. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2020:45 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2019/1

    Klachtambtenaarzaak. Dierenarts wordt verweten ten aanzien van een kalf en een rund ten onrechte te hebben geconcludeerd dat ze voor noodslachting in aanmerking kwamen en de zogeheten ‘verklaring voor noodslachting’ onjuist en onzorgvuldig te hebben opgemaakt. Klacht ten aanzien van het kalf wordt niet ontvankelijk verklaard. Klacht ten aanzien van het rund gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2020:39 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2019/66

    Dierenarts wordt verweten dat hij een maag- en darmoperatie bij een hond onjuist c.q. onzorgvuldig heeft uitgevoerd, dat hij in de nazorg tekort is geschoten en ook anderszins veterinair onjuist en/of nalatig heeft gehandeld. Deels gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2020:46 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2019/44

    Dierenarts wordt verweten tijdens een intakegesprek en ook nadien met betrekking tot een uit het buitenland (St. Maarten) afkomstige hond  niet te hebben aangeboden de hond middels een bloedonderzoek op eventueel aanwezige (teken)infecties te controleren, met als gevolg dat een tekeninfectie, Erlichia, niet is onderkend en niet tijdig is behandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2020:40 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2019/82

    Dierenarts wordt verweten tijdens de operatie van een hond te hebben nagelaten de maag vast te zetten en omtrent die keuze geen consistente verklaring te hebben gegeven, alsmede dat hij eerst na lang aandringen een operatieverslag ter beschikking heeft gesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2020:34 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2019/14

    Dierenartsen wordt verweten dat ten aanzien van een kat, die met klachten in het keelgebied kampte, te laat de juiste medicatie is toegepast. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2020:47 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2019/22

    Twee dierenartsen wordt verweten dat zij tekort zijn geschoten in de verleende zorg met betrekking tot een hond die was aangereden. De klacht slaagt voor zover deze betrekking heeft op de behandeling van een ontwricht botje in de rechter achterpoot. Beide dierenartsen wordt een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:9 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2020/09 VB 2020/10 VB 2020/11 VB 2020/12

    In deze uitspraak oordeelt het Veterinair Beroepscollege, anders dan het Veterinair Tuchtcollege, dat de Stichting Animal Rights ontvankelijk is in haar klachten tegen vier dierenartsen die gezondheidscontroles uitvoerden voor de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) bij  varkens in verband met hun vervoer naar een slachthuis, en die daartoe een gezondheidscertificaat hebben afgegeven. Uit de wetsgeschiedenis  blijkt dat artikel 8:15, tweede lid, aanhef en onder a van de Wet dieren waarin is bepaald wie een klacht kan indienen, ruim kan worden uitgelegd: “degene die als gevolg van dat handelen rechtstreeks in zijn belang is getroffen’ kan niet alleen de (voormalig) houder of eigenaar van een dier zijn, maar onder omstandigheden ook een rechtspersoon. Ten aanzien van de invulling van het belanghebbendenbegrip zoekt het Veterinair beroepscollege aansluiting bij het vergelijkbare begrip in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht . De stichting kan gelet op haar doelstelling en feitelijke werkzaamheden in haar klachten tegen de dierenartsen worden ontvangen. Het Veterinair Beroepscollege is verder van oordeel dat het veterinaire tuchtrecht ook op de betreffende werkzaamheden van de dierenartsen van toepassing is en dat daarmee voldaan is aan het ontvankelijkheidsvereiste van artikel 8:15, eerste lid, dat de klacht is gericht “tegen een dierenarts of een andere persoon die is toegelaten tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen, wegens het in strijd handelen met artikel 4.2”. Het door de stichting ingestelde beroep is gegrond. Het VTC heeft het onderzoek in deze zaak heropend en zal na een schriftelijke uitwisseling van standpunten op een nader te bepalen zitting overgaan tot de inhoudelijke behandeling van de klachten.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:8 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/02

    Met het Veterinair Tuchtcollege is het College van oordeel dat, gelet op de klachten waarmee de hond werd aangeboden in combinatie met de door de dierenarts beschreven bevindingen, het veterinair handelen van de dierenarts nog binnen de grenzen van de redelijke bekwame beroepsuitoefening is gebleven. Verwerpt het beroep.