Zoekresultaten 1231-1240 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:122 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729309 / DW RK 23/41 LV/RH

    Het leggen van beslag in de door de bewindvoerder verzochte inventarisatieperiode is tuchtrechtelijk laakbaar, zoals ook bepaald in de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 januari 2024(ECLI:NL:GHAMS:2024:1). De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting toegelicht dat geen contact is opgenomen met de bewindvoerder toen het voornemen bestond bankbeslag te leggen, omdat daarmee het risico werd gelopen dat de gelden zouden worden weggesluisd. De gerechtsdeurwaarder miskent daarmee dat de bewindvoerder een professional is die juist door het maken van een inventarisatie van de schulden betaling van de vordering in zicht laat komen. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:123 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729601 / DW RK 23/49 LV/RH

    Niet gebleken is dat schuldsanering positief is afgerond, of dat het dossier gesloten is. Invordering is niet tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/678672/ DW RK 20/31 LV / JD

    Executie door het leggen van beslag na vaststellingsovereenkomst en gebleken betalingsbereidheid tuchtrechtelijk laakbaar

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:124 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743131 / DW RK 23/442 LV/RH

    beslissing op verzet. Klager moet zich wenden tot de civiele rechter indien hij van oordeel is dat het dwangbevel niet voldoet aan de vereisten die de wet daaraan stelt. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:125 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743245 / DW RK 23/447 LV/RH

    beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder is belast met het betekenen van een dwangbevel. Ondanks juridische verklaring en verbodsborden op het terrein van klager heeft hij het exploot uitgebracht. Juiste maatstaf toegepast in oorspronkelijk beslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:126 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745436 / DW RK 24/45 LV/RH

    Beslissing op verzet. beslagverbod 447 Rv. Beslag op auto. Klager heeft gesteld afhankelijk te zijn van zijn auto en heeft zijn gehandicatenparkeerkaart overgelegd. Daaruit blijkt niet dat hij volledig afhankelijk is van zijn auto. Het beslag staat niet aan het gebruik van de auto in de weg nu de auto niet in gerechtelijke bewaring is genomen. In de oorspronkelijke beslissing is de juiste maatstaf toegepast, verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5585

    Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het niet goed handelen na een val van klaagster en over het vernietigen van het medisch dossier van klaagster. Volgens het college is tramadol volgens de richtlijnen voorgeschreven en was de huisarts niet persoonlijk betrokken bij het maken van afspraken en/of de (telefonische) consulten. Voor de mogelijkheid tot vernietiging van het papieren dossier nadat deze digitaal is opgeslagen verwijst het college naar de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’, versie 2010.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:171 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2300

    Klacht tegen een chirurg. De klacht gaat over de moeder van klager die in de nacht van zaterdag op zondag naar de SEH van een ziekenhuis is gegaan wegens een pijnlijk en opgezwollen been. De chirurg was supervisor van de arts-assistent die tijdens die nachtdienst werkzaam was op de SEH. De chirurg is ’s nachts telefonisch geraadpleegd door de arts-assistent, die na overleg met de SEH‑verpleegkundige tot de conclusie was gekomen dat er waarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie. De chirurg was het hiermee eens. Patiënte is verwezen naar de poli vaatchirurgie, voor een spoedafspraak op maandag. Na de behandeling op de SEH is patiënte terug naar huis gegaan. Daar is zij die zondagochtend onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een ruiterembolus bij een diep veneuze trombose. Klager verwijt de chirurg o.m. het stellen van een onjuiste diagnose en het tekortschieten in de communicatie over de mogelijke medische fout. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet‑ontvankelijk verklaard in de klachtonderdelen b tot en met d, klachtonderdeel a gegrond verklaard en aan de chirurg de maatregel van een berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat klager wel ontvankelijk is in de klachtonderdelen b en c over de communicatie en de nazorg jegens de nabestaanden en dat deze klachtonderdelen ook gegrond zijn. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5586

    Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht gaat over handelingen die plaatsvonden in 2000-2005 (verjaring). De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het verhogen van de dosis zonder uitleg, over het niet goed handelen na een val van klaagster en over het vernietigen van het medisch dossier. Volgens het college is tramadol volgens de richtlijnen voorgeschreven. Dat de huisarts zonder uitleg de medicatie heeft verhoogd is onvoldoende onderbouwd/niet komen vast te staan. Huisarts had geen bemoeienis bij of verantwoordelijkheid voor het digitaliseren van het medisch dossier.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:172 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2301

    Klacht tegen een verpleegkundige. De klacht gaat over de moeder van klager die in de nacht van zaterdag op zondag naar de SEH van een ziekenhuis is gegaan wegens een pijnlijk en opgezwollen been. De verpleegkundige was tijdens die nachtdienst betrokken bij de zorg voor patiënte. Na onderling overleg zijn de artsen en SEH‑verpleegkundigen tot de conclusie gekomen dat er waarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie. Patiënte is verwezen naar de poli vaatchirurgie voor een spoedafspraak op maandag. Na de behandeling op de SEH is patiënte terug naar huis gegaan. Daar is zij die zondagochtend onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een ruiterembolus bij een diep veneuze trombose. Klager verwijt de verpleegkundige het stellen van een onjuiste diagnose en het tekortschieten in de consultvoering en informatieverwerking. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet‑ontvankelijk verklaard in klachtonderdeel d en de klachtonderdelen a tot en met c ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.