ECLI:NL:TGDKG:2024:123 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729601 / DW RK 23/49 LV/RH
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2024:123 |
---|---|
Datum uitspraak: | 31-05-2024 |
Datum publicatie: | 07-11-2024 |
Zaaknummer(s): | C/13/729601 / DW RK 23/49 LV/RH |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Niet gebleken is dat schuldsanering positief is afgerond, of dat het dossier gesloten is. Invordering is niet tuchtrechtelijk laakbaar. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 31 mei 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/729601 / DW RK 23/49 LV/RH ingesteld door:
[..],
wonende te [..],
klager,
tegen:
[..],
toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],
beklaagde,
gemachtigde: [..].
Ontstaan en loop van de procedure
Bij klachtenformulier met bijlage, ingekomen op 14 februari 2023, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op
11 april 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Op 9 april 2024 heeft klager zijn klacht nog aangevuld.
De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 19 april 2024 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 31 mei 2024.
1. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- de gerechtsdeurwaarder is sinds 2020 belast met een vordering uit hoofde van een notariële akte ten laste van klager;
- bij brief van 7 september 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder klager een specificatie van de openstaande vordering verstrekt en is klager verzocht tot betaling van het verschuldigde bedrag over te gaan;
- bij e-mail van 3 mei 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder klager (nogmaals) verzocht tot betaling van het verschuldigde bedrag over te gaan en is klager in de gelegenheid gesteld een betalingsregeling voor te stellen;
- op 24 oktober 2022 is beslag gelegd op het inkomen van klager;
- bij e-mail van 28 oktober 2022 heeft klager bezwaar gemaakt tegen het gelegde beslag en heeft hij gesteld dat de openstaande schuld inmiddels al ruim drie jaar geleden is afgehandeld;
- op 4 november 2022 is het beslag op het inkomen van klager opgeheven, teneinde verder onderzoek te verrichten naar de juistheid van de vordering;
- bij e-mail van 9 januari 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven nog in afwachting te zijn van bewijs dat klager zou aanleveren waaruit blijkt dat de vordering zou zijn afgekocht;
- bij e-mail van 17 januari 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat de vordering gehandhaafd blijft nu niet is gebleken dat een schuldregeling positief is geëindigd;
- bij brief van 22 februari 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder de met klager overeengekomen betalingsregeling van € 250,- per maand aan klager bevestigd.
2. De klacht
Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.
a: De gerechtsdeurwaarder heeft zonder vooraankondiging op 24 oktober 2022 beslag op het inkomen van klager gelegd, terwijl klager de vordering al via een saneringsplan van de [..] van de Gemeente [..] heeft voldaan en hij inmiddels al meer dan vier jaar een schone lei heeft. Hij heeft de gerechtsdeurwaarder gelijk na het gelegde beslag geïnformeerd over de schone lei, maar de gerechtsdeurwaarder doet hier niets mee. Klager heeft in een periode van 36 maanden maandelijks een bedrag van € 560,00 voldaan. Klager stelt dat de gerechtsdeurwaarder geen inzicht in de vordering geeft en evenmin een overzicht geeft van eerdere betalingen waardoor hij en zijn gezin veel stress ervaart.
b: De gerechtsdeurwaarder stelt dat hij de vordering in 2021 van het failliete gerechtsdeurwaarderskantoor [..] heeft overgenomen, maar in 2015 is al door [..] beslag op het inkomen van klager gelegd terwijl de vordering sinds 2012 onder beheer was bij gerechtsdeurwaarderskantoor [..].
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts deur waar ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar ders wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts deur waar der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
4.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a. wordt het volgende overwogen. Gebleken is dat uitvoerig is gecorrespondeerd over klagers stelling dat de vordering is gesaneerd door middel van een schuldregeling van [..]. Op 3 november 2022 heeft een medewerker van [..] aan de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat op de aanmelding in 2015 negatief is beschikt en dat geen MSNP traject is dat positief is beëindigd. Op 4 november 2022 is aan klager meegedeeld dat het beslag uit coulance wordt opgeheven en dat ontvangen gelden uit dat beslag zullen worden teruggestort. Klager wordt in de gelegenheid gesteld bewijsmiddelen aan te leveren waaruit blijkt dat de vordering wel onderdeel is geweest van een sanering van schulden. Op 9 januari 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder nogmaals verzocht bewijzen aan te leveren ter onderbouwing van de stelling van klager. Hierop heeft klager op 11 januari 2023 geantwoord. Op 17 januari 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager bericht dat door hem verstuurde e-mails over de sluiting van het dossier niet zijn terug te vinden in het dossier van de gerechtsdeurwaarder en niet conform de e-mails uit het dossier zijn. Daarnaast is er geen bewijs geleverd van een afgeronde schuldsanering, waardoor de invordering zal worden voortgezet.
De kamer concludeert uit het bovenstaande dat de gerechtsdeurwaarder voldoende heeft gereageerd op klagers stelling dat de vordering is voldaan en niet meer zou bestaan. Klager heeft geen (sluitend) bewijs geleverd dat er geen vordering meer is. Dat de gerechtsdeurwaarder de invordering zal voortzetten, thans door middel van een betalingsregeling, is dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar.
4.3 Ten aanzien van klagers stelling dat de gerechtsdeurwaarder geen inzicht geeft in de hoogte van de vordering en de door klager betaalde bedragen wordt het volgende overwogen. De meest recente specificatie die bij het verweerschrift is gevoegd dateert van 7 september 2021. Niet is bekend of klager beschikt over een recente specificatie. Nu de discussie zich vooral heeft toegespitst over het al dan niet bestaan van de vordering, lijkt de hoogte van de nog bestaande vordering en de door klager gedane betalingen niet meer aan de orde te zijn gekomen. De kamer kan zich voorstellen dat klager behoefte heeft aan een overzicht van de door hem verrichte betalingen, ook van de betalingen die hij destijds aan [..] Gerechtsdeurwaarders heeft voldaan. Klagers stelling in de aanvulling op de klacht dat hij in een periode van 36 maanden maandelijks een bedrag van € 560,00 heeft betaald, dient daarbij eveneens te worden betrokken. Niet gebleken is dat klager eerder aan de gerechtsdeurwaarder heeft verzocht een overzicht te geven van alle door hem gedane betalingen, zodat tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet wordt vastgesteld.
De kamer waardeert het voornemen van de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder in overleg te treden met de opdrachtgever teneinde te onderzoeken of tot een oplossing gekomen kan worden.
4.4 Ten aanzien van klachtonderdeel b. wordt het volgende overwogen. Ter zitting heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder toegelicht dat de vordering oorspronkelijk in behandeling bij [..] Gerechtsdeurwaarders was en dat [..] in opdracht van [..] Gerechtsdeurwaarders bepaalde werkzaamheden heeft uitgevoerd. Pas nadat [..] Gerechtsdeurwaarders failliet was gegaan, is het dossier definitief in handen van [..]gekomen. De kamer begrijpt dat dit voor klager mogelijk verwarrend is geweest, maar van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken.
4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De kamer voor gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M.C.M. Hamer en mr. O.J. Boeder, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 mei 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.