Zoekresultaten 1841-1850 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:113 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW489.2014

    Schorsing ex artikel 38 Gdw. Op grond van de niet (voloende) weersproken feiten wordt de gerechtsdeurwaarder in afwachting van de beslissing op de klacht geschorst voor een periode van zes maanden. Hoger beroep ingesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:145 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet178.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer is het op 1 onderdeel niet met de beslissing van de voorzitter eens en vernietigt de beslissing op dat punt. Het betreft de klacht over de kosten. Die klacht wordt gegrond verklaard maar er wordt geen maatregel opgelegd. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:126 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW410.2013

      Klacht van de beroepsorganisatie. Het betreft een betekening van een proces-verbaal van een gelegd beslag welke betekening in dit specifieke geval niet wettelijk voorgeschreven is. De Kamer is van oordeel dat nu klaagster direct noch indirect als partij betrokken was bij de zaken waarin het beslag is gelegd, het belang van klaagster - zijnde de bij wet ingestelde beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders - verband zou moeten houden met haar wettelijke taak. Op gronden als in de uitspraak omschreven is de Kamer van oordeel dat dit niet het geval is. Klaagster wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:139 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW811.2013

      Ministerieplicht. Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij geen beslag wenst te leggen op de door haar aangewezen onroerende zaak en dat hij berichten met vragen van haar kant te lang onbeantwoord heeft gelaten. De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder in de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW909.2013

    De klacht betreft het feit dat er beslag is gelegd zonder voorafgaande mededeling dat er nog een klein bedrag openstond. Hierdoor zijn weer onnodige kosten veroorzaakt. De Kamer is van oordeel dat van de gerechtsdeurwaarder in dit geval - klager stond onder begeleiding- en bij een eerder gemiste termijn zijn maar liefst drie brieven geschreven - verwacht had mogen worden dat hij met de gemachtigde contact had opgenomen alvorens tot beslaglegging over te gaan. Hiervoor bestond ook ruimschoots de gelegenheid, nu vier maanden zijn verstreken tussen het staken van de betalingen en het leggen van beslag. Ook gezien de hoge executiekosten, die de gerechtsdeurwaarder ter zitting overigens niet geheel kon verantwoorden en gelet op de geringe omvang van het restant verschuldigde, acht de Kamer het handelen van de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar. Maatregel van berisping opgelegd.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW874.2013

      Klaagster klaagt  over het feit dat de gerechtsdeurwaarder twee van de door schriftelijk gestelde vragen niet heeft beantwoord. Het gaat klaagster niet om het bedrag dat zij heeft moeten betalen maar om de manier waarop zij, op haar leeftijd en zonder ooit een rekening onbetaald te hebben gelaten, aangesproken wordt voor een dergelijk klein bedrag. De Kamer is van oordeel dat de door de gerechtsdeurwaarder gevolgde werkwijze gebruikelijk is en niet tuchtrechtelijk laakbaar. De door de gerechtsdeurwaarder gegeven reactie op de vragen van klaagster zijn wellicht wat kort door de bocht, maar niet tuchtrechtelijk laakbaar. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:127 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet143.2014

      Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:140 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW717.2013

      Betekening dagvaarding. Klaagster is van mening dat de dagvaarding op een onjuist adres is betekend, te hoge verschotten in rekening worden gebracht, gedreigd wordt met dwangmiddelen waar nog geen opdracht toe is verstrekt en niet dan wel niet tijdig op een brief is gereageerd. De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder in de gegeven omstandigheden de dagvaarding mocht betekenen op het adres waar hij dat heeft gedaan, hij terecht op de juistheid van de kosten heeft vertrouwd omdat deze waren vastgesteld door een collega-gerechtsdeurwaarder, de door hem gegeven uitleg over de eventuele gevolgen van het niet voldoen aan een veroordelend vonnis en het daaropvolgende executietraject niet tuchtrechtelijk laakbaar is en de brief van klaagster is beantwoord binnen een redelijke termijn. De klachten worden ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1035.2013

      Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:147 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW959.2013

    Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze niet (dan wel te laat) reageert op verzoeken tot aanpassing van de beslagvrije voet. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat tussen de datum waarop het verzoek is gedaan en de datum waarop de beslagen zijn opgeheven te veel tijd heeft gezeten. De Kamer acht de klacht daarom terecht voorgesteld. Geen maatregel opgelegd.