ECLI:NL:TGDKG:2014:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1035.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:134
Datum uitspraak: 22-07-2014
Datum publicatie: 29-08-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet1035.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 juli 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 19 november 2013 met zaaknummer 466.2013 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 1035.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

1) [     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

2) [     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

3) [     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagden.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

-           Bij brief met bijlagen, ingekomen op 11 juni 2013, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

-           Bij verweerschriften, ingekomen op 15 juli 2013 en 19 augustus 2013, hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd.

-           Bij beslissing van 19 november 2013 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 21 november 2013.

-           Bij brief, ingekomen op 27 november 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

-           Gerechtsdeurwaarder sub 3 heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

-           Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 juni 2014 alwaar klager, de dochter van klager, gerechtsdeurwaarder sub 1, vergezeld door kantoorgenoot [     ], en gerechtsdeurwaarder sub 2 zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 22 juli 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.  

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Gerechtsdeurwaarder sub 1

-           Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft meerdere vorderingen ten laste van klager in behandeling.

-           Op 27 april 2011 is een vonnis ten laste van klager gewezen.

-           Op 25 juli 2011 heeft gerechtsdeurwaarder sub 1 het vonnis aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

-           Op 7 november 2011 en 30 augustus 2011 heeft gerechtsdeurwaarder sub 1 ten laste van klager beslag onder de Sociale Verzekeringsbank gelegd.

-           Op 14 juni 2012 heeft gerechtsdeurwaarder sub 1 ten laste van klager aanvullend derdenbeslag gelegd onder [     ] Pensioenen B.V.

-           Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft nadien vele malen een overzicht van de vorderingen aan klager verschaft en ook een persoonlijk gesprek gevoerd.

Gerechtsdeurwaarder sub 2

-           Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft op 7 oktober 2010 de opdracht ontvangen om een vordering ten laste van klager te incasseren.

-           Bij brief van 7 oktober 2010 heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 klager tot betaling aangemaand. In reactie hierop heeft klager bij brief van 18 oktober 2010 om uitstel van betaling verzocht, waarop gerechtsdeurwaarder sub 2 klager bij brief van 2 november 2010 heeft gevraagd een betalingsregeling voor te stellen.

-           Op 27 april 2011 is een vonnis ten laste van klager gewezen.

-           Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft klager bij brief van 2 mei 2011 in de gelegenheid gesteld om de vordering vrijwillig te voldoen.

-           Op 23 mei 2011 heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 het vonnis aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen. Ter voor-bereiding op deze ambtshandeling heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 op 19 mei 2011 de adresgegevens van klager gecontroleerd c.q. geverifieerd.

-           Gerechtsdeurwaarder sub 2 achterhaalde op 22 juli 2011 dat klager sedert     24 mei 2011 op een ander adres stond ingeschreven. Daarop heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 het vonnis op 28 juli 2011 opnieuw aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

-           Op 7 februari 2013 heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 ten laste van klager beslag onder de Sociale Verzekeringsbank gelegd, welk beslag op 14 februari 2013 aan klager werd overbetekend.

-           Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft nadien de vordering ter verdeling bij gerechtsdeurwaarder sub 1, de eerste beslaglegger, ingediend.         

Gerechtsdeurwaarder sub 3

-           Op 18 mei 2011 is een vonnis ten laste van klager gewezen.

-           Op 20 september 2012 heeft gerechtsdeurwaarder sub 3 ten laste van klager beslag onder de Sociale Verzekeringsbank gelegd.

-           Gerechtsdeurwaarder sub 3 heeft nadien de vordering ter verdeling bij gerechtsdeurwaarder sub 1, de eerste beslaglegger, ingediend.

-           Op 7 november 2012 heeft gerechtsdeurwaarder sub 1 een verdeelsleutel aan gerechtsdeurwaarder sub 3 doen toekomen.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er, naar de voorzitter begrijpt, over dat:

a: de gerechtsdeurwaarders geen overzicht van betalingen aan hem hebben verstrekt;

b: de schuld alsmaar hoger wordt, omdat de gerechtsdeurwaarders zich niet melden.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft met betrekking tot klachtonderdeel a overwogen dat gerechtsdeurwaarder sub 1 concreet een groot aantal momenten heeft aangewezen waarop klager informatie heeft ontvangen over de openstaande vorderingen. Op 23 april 2013 zou een onderhoud met klager hebben plaatsgevonden waarbij ook de verdeelsleutel - en dus het bestaan van andere beslagleggers - ter sprake is gekomen. Gelet op deze omstandigheid is de enkele niet nader door klager onderbouwde stelling onvoldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen vast te kunnen stellen.

5.2 De voorzitter heeft met betrekking tot klachtonderdeel b overwogen dat de gerechtsdeurwaarders sub 2 en 3 zich op het standpunt stellen dat zij klager hebben aangeschreven. Na beslaglegging hebben zij zich bij de eerste beslaglegger - gerechtsdeurwaarder sub 1 - moeten melden. Zoals hiervoor onder 5.1 overwogen zal het bestaan van meerdere beslagleggers met klager besproken zijn, in ieder geval is het tegendeel niet gebleken. Als juist is dat de schulden niet afnemen, ondanks dat bedragen worden geïncasseerd, is dat niet iets dat klachtwaardig handelen van de gerechtsdeurwaarder(s) oplevert.

5.3 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat hij nog steeds geen overzichten van de gerechtsdeurwaarders heeft ontvangen waaruit kan worden opgemaakt welk percentage van de ontvangen gelden naar welke schuldeiser is overgemaakt. 

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de kamer zich verenigt. Ter zitting heeft klager aangevoerd dat hij zich ook wenst te beklagen omtrent de door gerechtsdeurwaarder sub 1 vastgestelde beslagvrije voet. Dit betreft een nieuwe klacht die niet voor het eerst in verzet kan worden ingediend.

7.2 De Kamer merkt daarnaast nog op dat klager ter zitting naar voren heeft gebracht dat hij de desbetreffende overzichten nodig heeft, omdat de gemeente [     ] aan de hand daarvan kan beslissen of hij tot de WSNP kan worden toegelaten. Gesteld noch gebleken is dat klager gerechtsdeurwaarder sub 1 specifiek heeft verzocht om per inhouding aan te geven op welk dossier die gelden zijn afgeboekt en om die reden is gerechtsdeurwaarder sub 1 dan ook niet te verwijten dat dergelijke overzichten niet zijn verstrekt. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter derhalve juist en de door klager aangevoerde gronden geven evenmin aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.3 Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft ter zitting toegezegd dat zij bij de gemeente [     ] zal navragen of het verstrekken van voornoemde overzichten nog opportuun is. Indien deze vraag bevestigend zou worden beantwoord, zal gerechtsdeurwaarder sub 1 klager een overzicht doen toekomen waaruit kan worden opgemaakt welk bedrag per inhouding op de verschillende dossiers is afgeboekt.

7.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, en mr. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.