ECLI:NL:TGDKG:2014:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW874.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:146
Datum uitspraak: 22-07-2014
Datum publicatie: 29-08-2014
Zaaknummer(s): GDW874.2013
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klaagster klaagt  over het feit dat de gerechtsdeurwaarder twee van de door schriftelijk gestelde vragen niet heeft beantwoord. Het gaat klaagster niet om het bedrag dat zij heeft moeten betalen maar om de manier waarop zij, op haar leeftijd en zonder ooit een rekening onbetaald te hebben gelaten, aangesproken wordt voor een dergelijk klein bedrag. De Kamer is van oordeel dat de door de gerechtsdeurwaarder gevolgde werkwijze gebruikelijk is en niet tuchtrechtelijk laakbaar. De door de gerechtsdeurwaarder gegeven reactie op de vragen van klaagster zijn wellicht wat kort door de bocht, maar niet tuchtrechtelijk laakbaar. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 juli 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 874.2013 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ]

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 28 oktober 2013 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 11 november 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 12 juni 2014 heeft klaagster een reactie gegeven op het verweer van de gerechtsdeurwaarder en medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Bij brief van 16 juni 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder eveneens medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

De klacht is behandeld ter zitting van 17 juni 2014.

Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 22 juli 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

De gerechtsdeurwaarder is door [     ] verzocht een bedrag van € 52,13 op klaagster in te vorderen. Bij brief van 12 september 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster gesommeerd de vordering te voldoen. Bij brief van 20 september 2013 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat de vordering door haar onder protest was voldaan en heeft zij de gerechtsdeurwaarder op 3 punten om opheldering verzocht. Bij brief van 25 september 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder de brief van klaagster beantwoord.

2. De klacht

Klaagster klaagt  over het feit dat de gerechtsdeurwaarder twee van de door haar in de brief van 20 september 2013 gestelde vragen niet heeft beantwoord. Het gaat klaagster niet om het bedrag dat zij heeft moeten betalen maar om de manier waarop zij, op haar leeftijd en zonder ooit een rekening onbetaald te hebben gelaten, aangesproken wordt voor een rekening van € 12,02. Klaagster is in 2012 verhuisd naar haar huidige adres. Vanaf het moment van verhuizen heeft klaagster geen gebruik meer gemaakt van de diensten van [     ]. Als klaagster had geweten dat de hoofdsom nog open stond, had zij die voldaan. Klaagster wist dat niet en zij weet ook nog steeds niet hoe [     ] aan dit bedrag komt. Dit was een van de vragen die klaagster aan de gerechtsdeurwaarder heeft gesteld en die niet is beantwoord. In de brief van de gerechtsdeurwaarder leest klaagster ook niet dat zij opdracht hebben gekregen om haar te dagvaarden. In de brief van 20 september 2013 heeft klaagster 3 vragen gesteld. Klaagster begrijpt nu wel waarom de gerechtsdeurwaarder informatie bij de GBA heeft opgevraagd, gekregen en gebruikt, echter nimmer heeft zij antwoord gehad op de twee andere in haar brief van 20 september 2013 gestelde vragen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig wordt hierna op het verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt.  Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in voormelde zin oplevert.

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet gerechtsdeurwaarders (waarnemend en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. De klacht is ingediend tegen gerechtsdeurwaarder [     ], dan wel een van diens [     ] collega-gerechtsdeurwaarders. De heer [     ] is gerechtsdeurwaarder te [     ]. Omdat het dossier in behandeling is op het kantoor van [     ] te [     ], zijn de verweten gedragingen verricht onder verantwoordelijkheid van de aan dat kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder en wordt hij mitsdien aangemerkt als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van voormeld artikel.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft samengevat aangevoerd dat de vordering in hoofdsom aanvankelijk ter incasso in handen is gesteld van een incassobureau. Alvorens de vordering ter incasso uit handen te geven, is klaagster door [     ] overeenkomstig de wet aangeschreven betreffende de incassokosten. Het incassobureau heeft klaagster eveneens tot betaling aangeschreven op het haar bekende adres. Nu de werkzaamheden van het incassobureau niet tot algehele betaling buiten rechte heeft geleid, is de zaak (ter dagvaarding) overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder. Ten behoeve van de te verrichten ambtshandeling is navraag gedaan bij de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Uit de opgevraagde informatie bleek dat klaagster inmiddels was verhuisd. Deze informatie was noch bij [     ], noch bij het incassobureau bekend. Alvorens tot dagvaarding over te gaan, is klaagster nogmaals tot betaling aangeschreven op haar nieuwe adres.

4.4 De Kamer kan de gerechtsdeurwaarder volgen in zijn betoog dat de aldus door hem omschreven werkwijze gebruikelijk is en niet tuchtrechtelijk laakbaar. Het is goed mogelijk dat klaagster door haar verhuizing de brieven van [     ] en het incassobureau niet heeft ontvangen, maar dat kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. [     ] noch het incassobureau is bevoegd tot raadpleging van de GBA. Een gerechtsdeurwaarder is dat wel indien hij voornemens is tot dagvaarding over te gaan. Nu de werkzaamheden buiten rechte niet tot betaling hadden geleid, kon de gerechtsdeurwaarder klaagster dan ook sommeren tot betaling van de vordering over te gaan inclusief de incassokosten.

4.5 Ten aanzien van het door de gerechtsdeurwaarder bij brief van 25 september 2013 gegeven reactie overweegt de Kamer dat de antwoorden wellicht wat kort door de bocht zijn. Zo had de gerechtsdeurwaarder klaagster erop kunnen wijzen dat de in rekening gebrachte incassokosten berusten op de op 1 juli 2012 in werking getreden Wet Normering Buitengerechtelijke Incassokosten. Ook had de gerechtsdeurwaarder navraag kunnen doen bij zijn opdrachtgever wat de grondslag was voor de vordering in hoofdsom. Dat dit niet is gedaan maakt echter nog niet dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Immers de gerechtsdeurwaarder mocht ervanuit gaan dat zowel [     ] als het incassobureau klaagster hierop al hadden gewezen. Dat klaagster die brieven wellicht niet heeft ontvangen, doet daaraan niet af.

5. Nu tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet is gebleken, wordt op grond van het voorgaande beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.