Zoekresultaten 13671-13680 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:50 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1027

    Voorzittersbeslissing. Naar aanleiding van een eerdere klacht van klaagster is met verweerster een vaststellingsovereenkomst is gesloten. Gelet op deze vaststellingsovereenkomst worden de onderdelen van de klacht die zien op de reeds eerder ingediende klacht  kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Ten aanzien van de overige klachtonderdelen geldt dat deze onvoldoende zijn onderbouwd. Niet is gebleken dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, zodat deze klachtonderdelen kennelijk ongegrond worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2018/166

    Klacht tegen psychiater. Verweerder is supervisor van de arts in opleiding tot psychiater die klager heeft onderzocht. De bevindingen zijn opgenomen in een rapportage, waarin klager zich in het geheel niet kan vinden. De klacht is in al zijn onderdelen ongegrond en wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2018/165

    Klacht tegen psychiater. Verweerder is door de Centrale Raad van Beroep aangesteld om klager psychiatrisch te onderzoeken. Het onderzoek is vervolgens uitgevoerd door anderen dan verweerder. Klager kan zich niet vinden in de rapportage en stelt onder meer dat verweerder zich niet aan de onderzoeksopdracht van de CRvB heeft gehouden. Klager is niet-ontvankelijk in de klacht ten aanzien van de inhoud van de rapportage. Het klachtonderdeel dat verweerder niet een ander het onderzoek mocht laten doen, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:26 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-836/DH/DH

    De klacht dat kwaliteit van dienstverlening verweerder te wensen overlaat gelaten (onder meer doordat hij onbereikbaar was en niet in staat is gebleken een dagvaarding op te stellen), gegrond verklaard. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:39 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-935/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Hoewel het naar het oordeel van de voorzitter op de weg van verweerder had gelegen om niet pas na zeven maanden op het verzoek van klaagster te reageren, stond het hem vanwege de hem toekomende vrijheid vrij om aan te geven dat (en waarom) hij niet langer bereid was de door hem opgestelde brieven aan betrokken instanties te versturen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:20 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-997/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klager stelt dat hij verweerder een voor zijn zaak cruciale brief heeft verstrekt, verweerder heeft aangevoerd dat hij de brief niet kent. Klacht onvoldoende feitelijk onderbouwd en kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-958

    Wrakingszaak. De grond voor de wraking is dat door een terecht gedaan aanhoudingsverzoek van verzoeker ongemotiveerd af te wijzen de tuchtrechters  klaagster in de klachtzaak hebben gefaciliteerd, waaruit een vooringenomenheid van verweerders richting verzoeker blijkt. Op grond van artikel 1 lid 5 van het Wrakingsprotocol raden van discipline dient het wrakingsverzoek zodra de feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid in de visie van de verzoeker schade zou lijden aan de verzoeker bekend zijn geworden, te worden gedaan. Verzoeker heeft op 2 oktober 2018 vernomen dat zijn aanhoudingsverzoek van 27 september 2018 niet werd gehonoreerd en dat de behandeling op 8 oktober 2018 doorgang zou vinden. Verzoeker had nog voor de zitting een wrakingsverzoek kunnen doen maar heeft daarmee ruim twee maanden (3 december 2018) gewacht. De voor het tijdsverloop aangevoerde reden (late kennisname van een tuchtuitspraak) wordt niet gehonoreerd. Niet ontvankelijkheid.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:33 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-200/DH/DH

    Verweerder is tekort geschoten in geheimhoudingsverplichting door zich er niet van te vergewissen dat de stukken aan een ander dan klager mochten worden overhandigd. Gelet op de overwegingen van het hof alsmede het feit dat nog niet een derde van de oorspronkelijke factuur door het hof werd toegewezen, is de raad van oordeel dat sprake is van excessief declaratiegedrag. Daarnaast heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan excessief declaratiegedrag. Overige  klachtonderdelen zijn ongegrond. Mede gelet op tuchtrechtelijke verleden verweerder, berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:14 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-930/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond.  Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:27 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-596/DH/DH

    Klacht dat verweerder niet heeft gedaan wat hij met klager heeft afgesproken (te weten het faillissement aanvragen van één van de vennootschappen van klager) en ook niet daadwerkelijk bereid is om de gemaakte fouten op te lossen, gegrond verklaard. Verweerder is volgens de raad met zijn handelwijze ernstig tekortgeschoten in de rechtshulpverlening jegens klager. handelwijze, wat aanleiding geeft om ook geen verbetering in de toekomst te verwachten. Naar het oordeel van de raad is het niet verantwoord dat verweerder als advocaat de praktijk gaat uitoefenen. Schrapping ondanks dat verweerder door de raad bij inmiddels onherroepelijke beslissing van 19 maart 2018 reeds als advocaat is geschrapt.