Zoekresultaten 41-50 van de 43067 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:64 Accountantskamer Zwolle 24/2183 Wtra AK

    Dit is een herstelbeslissing m.b.t. een fout in een voetnoot in de zaak met procedurenummer 24/2183 Wtra AK, uitgesproken op 27 augustus 2024

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7005

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. Klager zit gedetineerd en heeft met de GZ-psycholoog een kennismakingsgesprek gehad. Van dit gesprek heeft de GZ-psycholoog een verslag gemaakt. Klager verwijt de GZ-psycholoog dat zij de kritiekpunten van klager over de afdeling in het verslag beknopt heeft weergegeven en zijn klacht over de afdeling niet serieus heeft genomen. Nu partijen elkaar tegenspreken over de inhoud van het gesprek, kan niet worden vastgesteld of de GZ-psycholoog klachtwaardig heeft gehandeld. Ook als de GZ-psycholoog zich wel kon herinneren dat klager de punten naar voren had gebracht, is niet zonder meer sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Het college is verder van oordeel dat niet is gebleken dat de GZ-psycholoog klager niet serieus heeft genomen. Op de punten van klager die ook in het verslag zijn genoemd heeft de GZ-psycholoog actie ondernomen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6382

    Gegronde klacht van inspectie over psychiater. Psychiatrisch onderzoek en verslaglegging in kader van second opinion voldoen niet aan de eisen van de professionele standaard. Maatregel van berisping zou gerechtvaardigd zijn, maar college houdt rekening met erkenning psychiater dat zij is tekortgeschoten en met feit dat psychiater bijna een jaar in onzekerheid verkeerde over het vervolg nadat inspectierapport gereed was. Daarom wordt volstaan met waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5932

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6611

    Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen. De klachten richten zich op tekortkomingen in de zorg, communicatie en besluitvorming van de kinderarts, waaronder de toezegging dat een ic-opname niet nodig was, onjuiste medische dossierweergave, een gebrek aan overleg over een second opinion en diverse behandelingsfouten zoals inadequate fysiotherapie en medicatie.Het college oordeelt dat de klachten ongegrond zijn. Het acht de zorg van de kinderarts en haar team adequaat en in overeenstemming met de professionele standaard. De kinderarts heeft geen toezeggingen gedaan over het niet opnemen op de ic, het medische dossier bevat geen onjuistheden en er is in overleg met de familie intercollegiaal advies gevraagd. Daarnaast waren de behandelingsbeslissingen, zoals het gebruik van midazolam en het niet diep uitzuigen van slijm, medisch gerechtvaardigd en gericht op het comfort van het kind. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5931

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6612

    Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen. De klachten richten zich op tekortkomingen in de zorg, communicatie en besluitvorming van de kinderarts, waaronder een gebrek aan overleg over een second opinion, en diverse behandelingsfouten zoals inadequate fysiotherapie en medicatie.Het college oordeelt dat de klachten ongegrond zijn. Het acht de zorg van de kinderarts en haar team adequaat en in overeenstemming met de professionele standaard. Er is in overleg met de familie intercollegiaal advies gevraagd. Daarnaast waren de behandelingsbeslissingen, zoals het gebruik van midazolam en het niet diep uitzuigen van slijm, medisch gerechtvaardigd en gericht op het comfort van het kind. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7199

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6613

    Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen en de verwachtingen die de kinderarts bij haar heeft gewekt.Het college oordeelt de klacht ongegrond. De kinderarts heeft volgens het dossier correcte zorg geleverd. Zij heeft geen onjuiste informatie verstrekt of valse verwachtingen gewekt over de levensverwachting van het kind.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7198

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.