Zoekresultaten 20521-20530 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:234 Raad van Discipline Amsterdam 16-858/A/A

    Wrakingsverzoek tegen voorzitter van de zittingscombinatie die de inhoudelijke klacht van verzoeker zou behandelen. Wrakingsgronden zien met name op procedurele beslissingen waar verweerster niet bij betrokken is geweest. Wrakingsverzoek afgewezen. Volgend wrakingsverzoek wordt niet in behandeling genomen.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2016/12

      Verweerder wordt verweten dat hij tijdens de consulten cliënte niet respectvol heeft bejegend. Tevens wordt hem verweten dat hij van deze gesprekken een verslag heeft gemaakt dat hij aan de partner van cliënte heeft doen toekomen zonder daarvoor toestemming van haar te hebben terwijl hij bovendien wist dat dit verslag zou worden gebruikt in het kader van een echtscheidingsprocedure. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:197 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-655

    Voorzittersbeslissing: klacht over de declaratie van de eigen advocaat. Naar het oordeel van de voorzitter is er sprake van een kleine vergissing in de urenspecificatie. Ook al heeft verweerster niet op alle terugbelverzoeken van klaagster gereageerd, toch heeft zij voldoende zorg jegens klaagster betracht. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:229 Raad van Discipline Amsterdam 16-402/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:230 Raad van Discipline Amsterdam 16-671/A/A

    Ongegronde klacht tegen eigen advocaat. Voldoende aannemelijk dat verweerder tijdig de mogelijkheid van hoger beroep met klaagster heeft besproken. Niet gebleken dat verweerder onjuist heeft gedeclareerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:193 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-587

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond. Geen tegenstrijdig belang.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:231 Raad van Discipline Amsterdam 16-598/A/A

    Ongegronde klacht tegen eigen advocaat. Hoewel verweerder voortvarender had kunnen handelen, valt hem dat in de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk te verwijten. Voorts is niet gebleken dat verweerder klager onjuist heeft geadviseerd

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:200 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-979/DH/DH

    Dekenbezwaar. Verweerder is niet voornemens de aanvraag voor een advocatenpas verder te completeren en hij is niet van plan om aan de verzoeken van de deken om informatie over zijn verzekeringspolis en premiebetaling, zijn overeenkomst met de Stichting Derdengelden en de inschrijving van deze Stichting bij de KvK, te voldoen. Door dat niet te doen maakt verweerder het de deken onmogelijk om zijn toezichthoudende taken uit te oefenen. Dekenbezwaar gegrond. Maatregel: voorwaardelijke geldboete onder de bijzondere voorwaarden dat verweerder binnen 14 dagen na de datum van de uitspraak aan de deken de gevraagde informatie verstrekt en aan de deken heeft aangetoond dat hij zijn aanvraag voor een advocatenpas heeft gecompleteerd. Kostenveroordeling aan de NOvA.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:194 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-682

    Voorzittersbeslissing. Diverse klachten tegen 3 kantoorgenoten die klager achtereenvolgens hebben bijgestaan kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:195 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-303

    De deken maakt bezwaar wijze waarop verweerders zich op het internet presenteren. Vast staat dat bij het zoeken op het internet met de zoektermen “gerechtsdeurwaarder” en “Z.” de website van verweerders direct gevonden wordt. De presentatie op de website leidt er toe dat het publiek zou kunnen denken dat verweerders een deurwaarders- en/of incassobureau zijn. Dit betekent dat het publiek misleid wordt omtrent de wijze waarop verweerders hun praktijk voeren. Hun praktijk is immers een advocatenpraktijk. Ook over samenwerkingsvormen die zij zijn aangegaan wordt misleidende informatie gegeven. In dit geval gaat het daarbij om de misleidende suggestie dat verweerders (niet toegestane) samenwerkingsvormen hebben met deurwaarders en incassobureaus. Bovendien suggereert de werkwijze die verweerders op het internet presenteren in het kader van hun incassowerkzaamheden, dat voor deze werkzaamheden het “no-cure-no pay” tarief geldt. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen buitengerechtelijke en gerechtelijke werkzaamheden. Voor de gerechtelijke incassowerkzaamheden is een dergelijk tarief op grond van de Voda niet toegestaan. De raad is van oordeel dat de deken terecht bezwaar maakt en legt verweerders een waarschuwing op.