Zoekresultaten 13801-13850 van de 44668 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2019:216 Raad van Discipline Amsterdam 19-581/A/A
- Datum publicatie: 25-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TADRAMS:2019:216
Klacht over eigen advocaat gedeeltelijk gegrond. Verweerster heeft voldaan aan haar inspanningsverplichting en heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door aan de gemachtigde van klager mede te delen dat klager nog een openstaande nota had bij haar kantoor. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de dagvaarding en de akte na comparitie eerst aan klager in concept heeft voorgelegd, zoals zij wel behoort te doen, zodat de klacht op dat onderdeel gegrond zal worden verklaard. Omdat aan verweerster ter zake hetzelfde feitencomplex door de raad reeds een waarschuwing is opgelegd in de eerder door klager tegen haar aangespannen klachtprocedure die door het hof is bekrachtigd, ziet de raad geen aanleiding om een aanvullende maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2019:223 Raad van Discipline Amsterdam 19-282/A/A
- Datum publicatie: 25-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TADRAMS:2019:223
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2019:217 Raad van Discipline Amsterdam 19-306/A/NH
- Datum publicatie: 25-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TADRAMS:2019:217
Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:229 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/418
- Datum publicatie: 25-11-2019
- Datum uitspraak: 25-11-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:229
Klagers verwijten verweerster, huisarts, dat zij na de dood van hun moeder een onjuiste overlijdensakte heeft opgesteld en heeft geprobeerd de ware toedracht te verhullen. Ook wordt haar onder meer verweten de moeder voor haar overlijden palliatieve zorg te hebben onthouden. Verweerster voert verweer. Zij betwist de ontvankelijkheid van klagers en zegt in de nacht van het overlijden van de moeder enkel te hebben gewerkt als waarneemster voor de huisartsenpost en de moeder verder niet te hebben gekend. Ongegrond
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:182 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190081
- Datum publicatie: 23-11-2019
- Datum uitspraak: 11-10-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:182
Klacht over eigen advocaat. De klacht houdt in dat verweerder klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de correspondentie met de wederpartij en in strijd met de opdracht heeft onderhandeld met de wederpartij over de schade zonder klager daarover te informeren. Het hof merkt in het kader van de maatstaf mbt de professionele standaard op dat binnen de beroepsgroep geen breed gedragen, schriftelijk vastgelegde professionele standaarden zijn geformuleerd en het hof daarom zal toetsen of verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Het hof oordeelt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door een e-mail aan de wederpartij bewust niet aan klager te sturen, omdat verweerder – juist wanneer hij een discussie met zijn cliënt verwacht over de inhoud of de strekking van een bericht aan de wederpartij – eerst afstemming met zijn cliënt moet zoeken. Een cliënt moet erop kunnen vertrouwen dat een advocaat niet eigenmachtig beslist tot het versturen van berichten die in strijd zouden kunnen zijn met de kenbaar gemaakte wensen van de cliënt. Ook het doen van een (aanzet tot een) onderhandelingsvoorstel aan de wederpartij zonder overleg met de cliënt acht het hof tuchtrechtelijk verwijtbaar, zeker nu verweerder daarbij is ingegaan op zaken die voor de cliënt onbespreekbaar waren en klager dit kort daarvoor nog had aangegeven bij verweerder. Bekrachtiging beslissing raad. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:183 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190086
- Datum publicatie: 23-11-2019
- Datum uitspraak: 11-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:183
Klacht gericht tegen verweerder als waarnemend deken. Niet gebleken is dat verweerder zich in die hoedanigheid zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is ondermijnd. Klacht ongegrond. Verkorte bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TACAKN:2019:76 Accountantskamer Zwolle 19/344 Wtra AK
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 22-11-2019
- ECLI:NL:TACAKN:2019:76
Tot de opdracht van betrokkene behoort het jaarlijks opmaken van de uitwerking van de verrekening van de vermogens van echtgenoten op grond van de tussen hen geldende huwelijksvoorwaarden (verder HV). De echtgenoten zijn gescheiden. Gelet op de HV heeft betrokkene de uitwerkingen over een (groot) aantal jaren te laat opgemaakt. De klacht die daarover gaat is, met uitzondering van de uitwerking over 2015, niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de zes- en driejaarstermijn. Voor zover de klacht betrekking heeft op 2015 is deze ongegrond, omdat de uitwerking over dat jaar tijdig heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft niet voldaan aan zijn zorgplicht, omdat hij de ex-echtelieden niet heeft geïnformeerd over de (grote) risico’s van het niet (tijdig) voldoen aan het in de HV opgenomen verrekenbeding. Bij de uitwerkingen van de verrekeningen heeft betrokkene het begrip inkomsten zoals dat in de HV was gedefinieerd, onjuist verwerkt. Betrokkene heeft niet voldaan zijn verplichting om documenten gedurende zeven jaar te bewaren. Betrokkene heeft klager niet willen informeren over de klachtregeling van zijn kantoor. Maatregel: berisping
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:59 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/354505/KL RK 19-80 C/05/354506 KL RK 19-81
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 30-10-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:59
Klacht over wegraken testament. Voor zover de klacht het zoekraken van het testament betreft, raakt die klacht uitsluitend de oud-notaris. Het zorgvuldig omgaan met originele akten is één van de kerntaken van het notariaat. Hoe de akte is zoekgeraakt, is niet duidelijk, het is echter een gegeven. De oud-notaris draagt daarvoor de volle verantwoordelijkheid. Zowel de notaris als de oud-notaris hebben bij de overname van het protocol in 2010 zeer onzorgvuldig gehandeld, omdat zij, nadat duidelijk was dat er akten ontbraken, niet hebben onderzocht wat voor akten dat waren en wat zij konden doen om een en ander te herstellen. In dat geval was immers aan het licht gekomen dat de testamentakte ontbrak en had de onduidelijkheid over de uiterste wil van de vader van klager kunnen worden opgehelderd. De vader van klagers was toen immers nog in leven en had (opnieuw) zijn uiterste wil door de notaris kunnen laten vastleggen. Dat had zelfs ook nog later, in 2015 gekund, toen de notaris voor de vader van klagers een notariële volmacht heeft opgesteld. Door hun handelen en nalaten hebben beiden het vertrouwen geschaad dat rechtzoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen. De kamer acht dat in ernstige mate verwijtbaar. Nu de oud-notaris reeds is gedefungeerd, zal de kamer aan hem niet alleen de maatregel van berisping opleggen, maar tevens de maatregel van geldboete, ter hoogte van € 7.500. Aan de notaris legt de kamer een berisping op, aangezien is gebleken dat zij lering heeft getrokken uit deze zaak.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:173 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-587/DB/ZWB
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:173
Verweerder heeft van klager de opdracht gekregen om namens klager hoger beroep in te stellen en dat heeft verweerder ook tijdig gedaan. Dat verweerder andere zaken van klager in behandeling heeft genomen is niet gebleken. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2019:77 Accountantskamer Zwolle 19/1961, 19/1962, 19/1963 Wtra AK
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 22-11-2019
- ECLI:NL:TACAKN:2019:77
Verzoek om herziening van onherroepelijke beslissing van de Accountantskamer door oorspronkelijke klager. Verzoek kennelijk niet-ontvankelijk; artikel 39 Wtra. D e Wtra kent de mogelijkheid tot het doen van een verzoek om herziening van een onherroepelijke uitspraak niet. Een dergelijk verzoek om herziening is dan ook in beginsel niet mogelijk. De algemene beginselen van behoorlijk (tucht)procesrecht brengen mee dat in bijzondere gevallen herziening kan worden verzocht van een onherroepelijk geworden uitspraak. Alleen door degene over wie was geklaagd kan herziening worden verzocht van een onherroepelijk geworden uitspraak waarbij een maatregel is opgelegd. Het is voor een oorspronkelijke klager niet mogelijk om een verzoek om herziening in te dienen. Verzoeker heeft zich, onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 6 van het EVRM en artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, op het standpunt gesteld dat uit deze bepalingen volgt dat ook voor hem, als oorspronkelijke klager, de mogelijkheid dient te bestaan om te verzoeken om herziening. Er is geen sprake van een criminal charge als bedoeld in artikel 6 van het EVRM. De strafrechtelijke poot van artikel 6 EVRM is daarom niet van toepassing. De voorzitter volgt voor wat betreft de civielrechtelijke poot van artikel 6 EVRM het oordeel van de Hoge Raad in zijn arrest van 18 januari 2019 (ECLI:NL:HR:2019:52), gelezen in samenhang met de onderdelen 3.9 tot en met 3.11 van de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal bij de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2018:47), waarnaar de Hoge Raad in rechtsoverweging 3.4.2 van zijn arrest verwijst. Samengevat is de conclusie dat bij een verzoek tot heropening van een tuchtzaak geen sprake is van vaststelling van burgerlijke rechten en verplichtingen. De voorzitter is van oordeel dat de lacune in de wet om een verzoek om herziening in te dienen, niet leidt tot vaststelling van enige burgerlijke rechten en verplichtingen van verzoeker. De civielrechtelijke poot van artikel 6 EVRM is daarom niet van toepassing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:174 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-115 DB/ZWB
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:174
Verzet gegrond nu in verzet door verweerder is erkend dat hij de zaak tezamen met zijn kantoorgenoot heeft behandeld en dus wel tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor de behandeling van klagers dossier. Klacht ongegrond nu verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door per brief aan klager mede te delen dat diens broer was overleden.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:60 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/352990/KL RK 19-65
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 30-10-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:60
Klacht over het zonder nader onderzoek medewerking verlenen aan het opmaken en verlijden van een vaststellingsovereenkomst in een notariële akte. Handelen in strijd met zorgvuldigheidsplicht. Notaris beroept zich op ministerieplicht. De kamer oordeelt dat het hier gaat om buitenwettelijke werkzaamheden waarvoor een notariële akte niet is voorgeschreven en daarom in beginsel niet vallen onder de ministerieplicht. Maar zelfs als dat wel het geval zou zijn, waren er voor de notaris gegronde redenen om niet mee te werken. Door zonder nader onderzoek te doen toch zijn medewerking te verlenen, in de wetenschap dat door de werkzaamheden klaagster (ernstig) benadeeld zou kunnen worden is onzorgvuldig en in strijd met wat van een redelijk bekwaam en redelijk handelen notaris mag worden verwacht. Berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2019:78 Accountantskamer Zwolle 19/1024 Wtra AK
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 22-11-2019
- ECLI:NL:TACAKN:2019:78
Betrokkene heeft de uittredende vennoot van een VOF geadviseerd, onder meer over de waarde van het bedrijf. Klaagsters zijn de VOF en de andere vennoot. Zij verwijten betrokkene dat hij zich partijdig en niet objectief heeft opgesteld. Betrokkene is echter steeds duidelijk geweest over het feit dat de uittredende vennoot zijn opdrachtgever was, en dat hij een partijbelang diende en niet dat van de VOF. Klaagsters hebben betrokkene verder verweten dat zijn voorstellen niet waren gebaseerd op onderzoek en dat hij hun wel onderbouwde voorstellen zonder onderbouwing heeft afgewezen. Betrokkene heeft erkend dat hij bij de onderhandelingen hoog heeft ingezet; hij wilde voor zijn opdrachtgever een zo goed mogelijk resultaat behalen. Later heeft hij de voorstellen naar beneden bijgesteld. Niet is gebleken dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met enig fundamenteel beginsel. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:175 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-114/DB/ZWB
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:175
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:61 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/351234 KL RK 19-41
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 30-10-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:61
Vast staat dat de toegevoegd notaris door het aankruisen van de bevoegdheid “Vermögensbelastungen übertragen oder begründen” (het leveren, overdragen of bezwaren van goederen) op het formulier van de Europese verklaring van erfrecht de executeur een ruimere bevoegdheid heeft gegeven dan hem op grond van de verklaring van executele toekwam. Zij mocht er niet op vertrouwen dat de Duitse notaris uit het testament moest begrijpen dat die bevoegdheid beperkter diende te worden opgevat. Dat geldt temeer nu in Duitsland van een ruimere bevoegdheid van een executeur wordt uitgegaan. Zij had daarom op dat formulier onder “sonstiges” de bevoegdheid van de executeur zoals vermeld in de verklaring van erfrecht van 16 januari 2018 dienen te noteren. Klacht gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:176 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-411/DB/ZWB
- Datum publicatie: 22-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:176
Niet gebleken dat verweerder de rechter onwaarheden heeft voorgehouden en zich onnodig grievend over klagers heeft uitgelaten. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 018/2019
- Datum publicatie: 21-11-2019
- Datum uitspraak: 21-11-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:142
Klacht tegen oogarts: Na oogheelkundig consult in juni 2014 treedt in december 2014 netvliesloslating op. Oogarts heeft niet een onjuiste diagnose gesteld. Wel is sprake van onzorgvuldige dossiervoering en had de oogarts een vervolgafspraak met klaagster moeten inplannen. Klacht deels gegrond: maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:172 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-454/DB/LI
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:172
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:279 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.126
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:279
Klacht tegen bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij hem tijdens het spreekuur onheus heeft bejegend, geïntimideerd en vernederd. Daarnaast heeft het spreekuur volgens klager onder suboptimale omstandigheden plaatsgevonden omdat het op plaatsvond op een locatie van de werkgever van klager. Bovendien, zo voert klager aan, wijkt het hem ter hand gestelde verslag af van het aan de werkgever verzonden verslag. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1911
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 20-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:59
Bedrijfsarts wordt verweten dat zij klaagster onvoldoende adequaat heeft begeleid en haar functionele mogelijkheden onvoldoende adequaat heeft ingeschat. De concrete verwijten zijn weergegeven 20 klachtonderdelen. Vijf klachtonderdelen zijn (deels) gegrond. Naar het oordeel van het college heeft de bedrijfsarts 1) ten onrechte een conclusie in de terugkoppeling aan de werkgeefster geschreven terwijl zij de informatie nog niet met klaagster had gedeeld, 2) haar oorspronkelijke advies om een tweede spoortraject in gang te zetten, teruggedraaid na overleg met klaagsters werkgeefster, maar zonder overleg met klaagster, 3) ten onrechte het Actueel Oordeel op eenzijdig verzoek van klaagsters werkgeefster op een wezenlijk oordeel aangepast, 4) haar geheimhoudingsverplichting ten opzichte van klaagster geschonden en 5) zonder medeweten van klaagster een FML opgesteld zonder klaagster zelf te spreken en te onderzoeken en klaagster niet (tijdig) geïnformeerd over de opgestelde FML. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:280 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.488
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:280
Klacht tegen gz-psycholoog die een Pro Justitia-rapportage heeft opgesteld. Klagers zijn de verdachte waarop het rapport betrekking heeft en zijn echtgenote. Klager heeft aan het PJ‑onderzoek geen medewerking verleend (zogenoemd weigerrapport). Het Regionaal Tuchtcollege stelt vast dat de gz‑psycholoog het inzage- en correctierecht heeft geschonden (klachtonderdeel 1) en dat het onderzoek en de rapportage op essentiële punten niet voldoen aan de daarvoor geldende criteria (klachtonderdeel 2) en legt een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege concludeert dat klaagster geen belanghebbende is en derhalve niet-ontvankelijk is in haar klacht. Voorts verklaart het Centraal Tuchtcollege klachtonderdeel 2 alsnog ongegrond. De maatregel van berisping blijft gehandhaafd.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18192
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 20-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:60
De operatie, standaard anterieure temporaalkwab resectie rechts, heeft niet plaatsgevonden op basis van een verkeerde diagnose. De wijze waarop de werkgroep van verweerder tot de diagnose chronische slaapkwabepilepsie is gekomen, is concludent en eenduidig. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:281 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.056
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:281
Klacht tegen verpleegkundige. Klagers verwijten de aangeklaagde verpleegkundige onder meer dat zij in strijd met de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden een intensieve persoonlijke relatie met hun oom is aangegeven, inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de oom en zijn naasten, en giften en geschenken heeft aangenomen. Daarnaast heeft zij volgens klagers gehandeld in strijd met art. 4:59 lid 1 BW door de erfenis van de oom te aanvaarden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en schorst de inschrijving in het register voor de duur van drie maanden. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt deze beslissing en verklaart klagers alsnog in hun klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2019:141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668323 / DW RK 19/325
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGDKG:2019:141
Beslissing op verzet. Niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld met ontruiming en vernietiging goederen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:228 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/176
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 20-11-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:228
Klacht met betrekking tot informed consent. Klaagster verwijt verweerster, gynaecoloog, haar onvoldoende te hebben voorgelicht met betrekking tot een incomplete miskraam, zoals cytotec en curettage. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:230 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-536
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 27-05-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:230
Gegrond verzet. De voorzitter heeft wel de juiste maatstaf toegepast bij de beoordeling van de klacht, maar heeft ten onrechte geoordeeld dat verweerder binnen de grenzen van de hem, als advocaat van de wederpartij van klaagster, toekomende vrijheid is gebleven. De klacht is deels gegrond. Verweerder heeft zich onnodig grievend over klaagster uitgelaten, gelet op de uitspraak die de voorzieningenrechter daarvóór had gedaan over de handelwijze van klaagster. Klacht voor het overige ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:62 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/362013 KL RK 19-146 C/05/362017 KL RK 19-147 C/05/362018 KL RK 19-148
- Datum publicatie: 20-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:62
De wrakingskamer wijst het verzoek af als zijnde kennelijk ongegrond en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling wordt genomen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-108b
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:204
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Het door de huisarts omzetten van medicatie tijdens het toedienen van reeds ingezette palliatieve medicatie is naar het oordeel van het College logisch. Wat betreft het gesprek met de huisarts blijkt niet van een handeling die in strijd is met de zorg die op dat moment van haar mocht worden verwacht. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:211 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-110a
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:211
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Het College volgt de keuze om een medicamenteuze dwangbehandeling te starten. De psychiater heeft geen rechterlijke machtiging afgegeven. Het College volgt de psychiater ook waarom bepaalde medicatie niet is voorgeschreven. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot schadevergoeding. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-127
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:199
Gegronde klacht tegen een arts. De arts heeft klager gekeurd in het kader van een aanvraag WMO-voorziening. De arts heeft door met de praktijk van de behandelend huisarts van klager te bellen en te vragen naar aanvullende medische informatie, zonder medische machtiging van klager, het beroepsgeheim in twee opzichten geschonden. Enerzijds door informatie over klager te delen met de assistente, anderzijds door de assistente ertoe te brengen het beroepsgeheim van de huisarts te schenden. Ook had de arts meer informatie op mogen vragen voor het opstellen van het advies. Hierdoor voldoet het rapport niet aan de eisen. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-108a
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:205
Kennelijk niet-ontvankelijke klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft niet gespecificeerd op welke momenten en hoe de huisarts jegens patiënte heeft gehandeld. De huisarts geeft aan dat hij niet betrokken is geweest bij de zorg jegens patiënte. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:212 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-110c
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:212
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige is niet verantwoordelijk voor de vraag of dwangmedicatie moet worden toegediend. Geen aanwijzingen dat de verpleging klager middels depot drugs inspuit, ook niet dat de gang van zaken omtrent de bloedafname onjuist is. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:206 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-141
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:206
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De schijven die klaagster op haar lichaam had vormden geen reden om een erythema migrans te vermoeden. Ook uit andere consulten komen naar het oordeel van het College geen aanwijzingen voor een erythema migrans en de ziekte van Lyme naar voren. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-030a
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:200
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Eerder bleek niet van diabetes mellitus bij klaagster, dus kan de huisarts niet worden verweten dat geen (medicamenteuze) behandeling is ingezet. Toen bleek dat klaagster wel diabetes mellitus had, is door de huisarts volgens de NHG Standaard gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:213 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-082
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:213
Gegronde klacht tegen een fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft erkend dat zij meer informatie dan opgevraagd heeft gedeeld met de verzekeraar van klaagster. Zij heeft een antwoord gegeven dat verder ging dan de vraagstelling en zij heeft de opgevraagde en gegeven informatie niet bij klaagster geverifieerd. Zij ziet in dat zij anders en beter had kunnen handelen en heeft hier spijt voor betuigd. Het College ziet ook dat een richtlijn of aanbeveling van de beroepsgroep hieromtrent ontbreekt. Mede gelet hierop en omdat de fysiotherapeut aantoonbaar lering heeft getrokken uit het voorval, is het doel van het tuchtrecht bereikt en legt het College geen maatregel op. Klacht gegrond verklaard, geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:207 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-126
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 12-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:207
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts had patiënte na de val mede gelet op de diabetes, lage bloedsuikerspiegel, recent verslechterde nierfunctie en het gebruik van zowel kort- als langwerkende insuline naar het ziekenhuis moeten sturen. Hij had zich meer moeten inspannen om patiënte te overtuigen dat het inzenden noodzakelijk was. De huisarts is geen verwijt in het tekortschieten in de communicatie te maken. In het bepalen van de maatregel weegt het College mee dat de huisarts zo inzending achterwege zou blijven daarvoor tenminste de randvoorwaarde had moeten stellen van een twee-uurlijkse controle van de bloedsuikerspiegel en dat de huisarts de broer van patiënte dienovereenkomstig had moeten instrueren. Klacht gedeeltelijk gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-030b
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:201
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Eerder bleek niet van diabetes mellitus bij klaagster, dus kan de huisarts niet worden verweten dat geen (medicamenteuze) behandeling is ingezet. Toen bleek dat klaagster wel diabetes mellitus had, is door de huisarts volgens de NHG Standaard gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:214 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-015
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:214
Gegronde klacht tegen een fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft de werk- en privérelatie vertroebeld en door elkaar laten lopen. Ook komt vast te staan, met ondersteuning van de agenda/het dagboek van klaagster, dat de fysiotherapeut contant geld heeft ontvangen voor de behandelingen thuis. De fysiotherapeut heeft erkend dat hij een seksuele relatie heeft gehad met klaagster. Een afkoelingsperiode is niet in acht genomen. Klacht is gegrond verklaard en het College legt een voorwaardelijke schorsing op voor de duur van een jaar.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-047a
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:208
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Uit het huisartsendossier kan het College afleiden dat de huisarts wel naar het hartje van de baby van klagers heeft geluisterd. Ook is niet gebleken dat onvoldoende onderzoek is gedaan of alarmsymptomen zijn gemist. De huisarts heeft de baby ook doorverwezen naar de afdeling kindergeneeskunde en heeft de doorverwijzing in een enveloppe aan de ouders overhandigd. Dat als gevolg van een taalbarrière geen juist vervolg is gegeven aan de verwijsbrief is ongelukkig, maar niet aan de huisarts toe te rekenen. Hoewel het opsturen van het dossier naar de nieuwe huisarts wellicht sneller had gekund, is dit onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt. Klacht is ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-030c
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:202
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Tijdens de consulten waren er geen aanwijzingen voor diverticulitis bij klaagster, mede gelet op de NHG Standaard Diverticulitis. Beklaagde kan dan ook niet verweten worden dat zij een diverticulitis gemist heeft, zij heeft op de juiste gronden tot de diagnose obstipatie kunnen komen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-157
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:209
Gegronde klacht tegen een huisarts. Vastgesteld wordt dat de huisarts de geldende beroepsnorm heeft overschreden door twee keer een seksuele relatie aan te gaan met een patiënte met wie hij een behandelrelatie had. De huisarts heeft dit erkend. De huisarts is ook te verwijten dat hij tijdens het eerste IGJ-onderzoek geen volledige opening van zaken heeft gegeven en in strijd met de waarheid heeft verklaard dat dergelijk verwijtbaar grensoverschrijdend gedrag niet eerder had plaatsgevonden. Daar staat tegenover dat hij open en coöperatief heeft meegewerkt aan het IGJ-onderzoek en uitvoering heeft gegeven aan de punten uit het plan van aanpak. Klacht is gegrond, de huisarts wordt voorwaardelijk geschorst voor de duur van een jaar.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:203 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-108c
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:203
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Het College acht het niet aannemelijk dat de huisarts klaagster niet heeft geïnformeerd over de aanpassing van het beleid en de daarbij behorende aanpassing van de medicatie. De wijziging van het medicatiebeleid is zowel met patiënte als met klaagster besproken, niet is gebleken dat zij zich tegen deze wijziging hebben verzet. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-129
- Datum publicatie: 19-11-2019
- Datum uitspraak: 19-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:210
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft klaagster beoordeeld en een geneeskundige verklaring afgelegd. De inhoud van de verklaring is duidelijk en gebaseerd op de aanwezige informatie. De medewerking van klaagster is geen voorwaarde. De psychiater mocht ook rekening houden met de informatie van de familie van klaagster, ook al was klaagster het hier niet mee eens. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 105/2019
- Datum publicatie: 18-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:139
Klacht tegen huisarts. Klaagschrift bevat een uitvoerig relaas met moeilijk te duiden klachten. Het tuchtcollege krijgt geen toestemming van klaagster voor het opvragen van het medisch dossier. Mogelijkheid voeren verdediging bemoeilijkt en klachten niet te verifiëren en op inhoud te beoordelen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2019:212 Raad van Discipline Amsterdam 19-237/A/A
- Datum publicatie: 18-11-2019
- Datum uitspraak: 11-11-2019
- ECLI:NL:TADRAMS:2019:212
Eindbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels gegrond. Het valt verweerder tuchtrechtelijk te verwijten dat hij niet met klager heeft besproken dat hij zou wachten met het indienen van acht overlastmeldingen. De door de raad ambtshalve aangevulde klachtonderdelen zijn, na ontvangst van nadere stukken van verweerder, ongegrond. De raad ziet in de omstandigheden van het geval aanleiding af te zien van het opleggen van een maatregel.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:57 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/360543 KL RK19-130
- Datum publicatie: 18-11-2019
- Datum uitspraak: 06-11-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:57
De wrakingskamer wijst het verzoek af als zijnde kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TACAKN:2019:75 Accountantskamer Zwolle 19/1267 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TACAKN:2019:75
Klager en zijn medeaandeelhouder/bestuurder hadden na het opzeggen van de aandeelhoudersovereenkomst een geschil over de waarde van de goodwill. Deze medebestuurder heeft via de telefonische helpdesk vragen hierover gesteld aan betrokkene. Deze heeft hierop geantwoord, in de wetenschap dat het ging om een geschil tussen twee bestuurders die allebei klant van het kantoor van betrokkene waren. Betrokkene heeft de mogelijke bedreiging voor het naleven van het fundamentele beginsel van objectiviteit niet onderkend. In strijd met artikel 21 van de VGBA, hetgeen ook strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid oplevert. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2019:213 Raad van Discipline Amsterdam 19-349/A/NH
- Datum publicatie: 18-11-2019
- Datum uitspraak: 11-11-2019
- ECLI:NL:TADRAMS:2019:213
Deels gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager 2 niet te informeren over de vordering benadeelde partij en door op de zitting bij de economische politierechter (deels) te volharden in die vordering. Verweerder heeft voorts tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de economische politierechter niet te informeren over de verweren in de civiele procedure. De raad acht de oplegging van een waarschuwing passend en geboden.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:58 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/360539 KL RK 19-129
- Datum publicatie: 18-11-2019
- Datum uitspraak: 06-11-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:58
De wrakingskamer wijst het verzoek af als zijnde kennelijk niet-ontvankelijk dan wel kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 160/2019
- Datum publicatie: 18-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:140
Klacht tegen psychiater, destijds in opleiding. (Reikwijdte) onderzoek in kader van second opinion. Kennelijk ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 276
- Pagina: 277
- Pagina: 278
- ...
- Pagina: 894
- Volgende pagina zoekresultaten