Zoekresultaten 13601-13650 van de 44767 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:308 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.130

    Klacht tegen arts. Klaagster is medio 2016 door de politie aangehouden wegens het veroorzaken van overlast. De GGZ-crisisdienst is ingeschakeld om klaagster te beoordelen. De arts was aldaar werkzaam als arts van dienst. Hij heeft klaagster in een politiecel gezien en naar aanleiding daarvan een verslag en een geneeskundige verklaring opgemaakt. Klaagster verwijt de arts dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld met het stellen van de diagnose en het afgeven van zijn geneeskundige verklaring en voorts dat hij zich tegenover haar onbehoorlijk heeft gedragen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:275 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-992

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder had zijn advies aan klagers en de tot dan toe gevolgde strategie naar aanleiding van ontwikkelingen in de rechtspraak van de Hoge Raad moeten heroverwegen en schriftelijk met klagers moeten delen. Het is immers de taak van verweerder als belangenbehartiger om klagers gedegen advies te geven en hen te wijzen op het procesrisico en de mogelijke proceskosten, zodat zij een geïnformeerde keuze kunnen maken. Door dit niet te doen, heeft verweerder zich niet gedragen zoals dat van een redelijk en zorgvuldig handelende advocaat mag worden verwacht. Maatregel. Lange antecedentenlijst. Schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:53 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/49

    Klachten tegen twee dierenartsen. Een van hen wordt verweten klaagster ten onrechte en nadrukkelijk te hebben aangeraden om haar hond, ondanks dat deze niet kreupel liep, preventief te laten opereren aan elleboogdysplasie (Los Processus Anconeus), waartoe de hond is verwezen naar de tweede beklaagde dierenarts, een orthopedisch chirurg. Laatstgenoemde dierenarts, zijnde de chirurg die de hond heeft geopereerd, wordt verweten dat hij voorafgaand aan de operatie een onjuiste diagnose heeft gesteld, dat hij bij de operatie fouten heeft gemaakt en ook met betrekking tot voorgeschreven medicatie niet overeenkomstig de zorgvuldige beroepsuitoefening heeft gehandeld. De klachten tegen de beide dierenartsen worden ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:288 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-918

    De voorzitter oordeelt een deel van de klacht kennelijk ongegrond wegens ontbreken eigen belang. Voor het overige zijn de klachtonderdelen kennelijk ongegrond. Verweerder heeft als advocaat van de wederpartij in een arbeidsgeschil weliswaar felle uitlatingen in de correspondentie gedaan, maar niet dusdanig dat zij onnodig grievend jegens klager waren. Dat verweerder onwaarheden heeft gesteld is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:269 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-922

    De voorzitter oordeelt alle klachten kennelijk ongegrond. De advocaat van de wederpartij van klaagster mocht zijn cliënt bijstaan en adviseren over de wijze van verkoop van de voormalige echtelijke woning aan de buurman en over de procedure tot vervangende toestemming zoals door hem is gedaan, zonder dat daarbij van verkoop van de woning ‘achter de rug van klaagster om’ sprake is geweest.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:231 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-577/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke kwestie kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:282 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-927

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster mocht een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling instellen namens haar cliënt. Daarbij heeft zij de grenzen van de haar toekomende vrijheid niet overschreden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:309 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.129

    Klacht tegen psychiater. Verweerder heeft in opdracht van de officier van justitie namens het NIFP een rapportage opgesteld over klager. Klager verwijt verweerder onder meer ongefundeerd handelen. Klager stelt dat verweerder geen terugkoppeling heeft gegeven en verder dat hij wisselend is in zijn communicatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:276 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-922

    Verzetbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Diens optreden is binnen de grenzen van de vrijheid die hij heeft bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:190 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-408/DB/LI

    Advocaat heeft nagelaten om bezwaar in te stellen tegen een besluit van de gemeente om een aanvraag voor de toekenning van vijf elektrische deuropeners (gedeeltelijk) af te wijzen, alsmede om vervolg te geven aan zijn sommatie van de wederpartij van zijn cliënten tot betaling van ruim € 25.000,- op zijn derdengeldenrekening en om er op toe te zien dat een medisch deskundig specialist werd ingeschakeld in een letselschadezaak. Niet geleken dat stukken door de advocaat zijn achtergehouden. Klacht over declaratie niet ontvankelijk op grond van artikel 46 g lid 1 sub a Aw. Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk, gedeeltelijk ongegrond, gedeeltelijk gegrond. Voorwaardelijke schorsing twee weken, proeftijd 2 jaar, verkorting termijn art 8a, lid 3 Aw. tot 2 jaar, kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:48 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/103

    Klachtambtenaarzaak. Dierenarts wordt verweten een koe in barensnood zorg te hebben onthouden en, nadat het kalf in de baarmoeder van de koe was overleden, een gezondheidsverklaring te hebben uitgeschreven, die ten onrechte is aangewend om de koe mee naar een slachthuis te vervoeren, waarmee wettelijke regelgeving is overtreden en het welzijn van het dier niet in acht is genomen. Gegrond. Rekening houdend met een reeds opgelegde strafrechtelijke boete, volgt een voorwaardelijke geldboete van € 1.000.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:243 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/254

    Klager verwijt verweerder, huisarts, dat hij ten onrechte gezegd zou hebben dat klager een waan zou hebben, toen klager zijn spreekuur bezocht in verband met polyneuropathie klachten. Verweerder daarentegen geeft aan dat klager sinds enige jaren denkt dat hij vergiftigd wordt. Toen klager hem tijdens het spreekuur een blauwe plek liet zien als bewijs voor de vergifitiging, heeft verweerder klager erop gewezen dat een blauwe plek ook een andere oorzaak kan hebben. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:232 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-527/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:270 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-050

    Verzetbeslissing. Het verzet tegen drie van de vier klachtonderdelen is ongegrond. Tegen één klachtonderdeel is het verzet gegrond. De voorzitter heeft onvoldoende acht geslagen op het de stellingen van klager dat hij niet ingestemd heeft met een gesprek met zijn wederpartij buiten de aanwezigheid van zijn advocaat. Maar de raad is van oordeel dat gezien alle omstandigheden van het geval dit onderdeel van de klacht ongegrond is.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:64 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/354387 KL RK 19-75

    De notaris is naar het oordeel van de kamer zodanig ernstig en langdurig tekortgeschoten in de vervulling van zijn ambtsopdracht en daaruit voortvloeiende verplichtingen dat aan hem de maatregel van ontzetting uit het ambt moet worden opgelegd. De notaris had behoren in te zien dat zijn taak zich in deze zaak niet beperkte tot het stelselmatig faciliteren van risicovolle ABC-transacties door middel van een leveringsakte met een telkens herhaalde standaard waarschuwingsclausule.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:283 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-926

    Verweerster heeft naar het oordeel van de voorzitter als advocaat van de wederpartij van klaagster in een familiegeschil niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Niet is gebleken dat verweerster haar cliënt tegen klaagster heeft opgezet of dat verweerster de dagvaarding niet op het bij de deurwaarder bekende – geheime – adres van klaagster mocht laten betekenen. Ook overigens zijn de klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:277 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-518

    De klacht is kennelijk ongegrond. Een advocaat wordt geacht te beschikken over een volmacht om voor een cliënt op te treden en hoeft in een bestuursrechtelijke procedure geen volmacht te tonen. Niet is gebleken dat verweerders de rechtsgang onrechtmatig hebben beïnvloed.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:191 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-573/DB/LI

    Klacht dat de advocaat van de wederpartij een onjuiste brief (zonder handgeschreven notitie) in het geding heeft gebracht, is gebaseerd op de -door de advocaat betwiste- aanname van klager dat het dossier door de voorgaande advocaat aan verweerder zou zijn overgedragen, zonder dat hiervan enig bewijs door hem is overgelegd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:49 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/104

    Klachtambtenaarzaak. Dierenarts wordt verweten dat hij ten aanzien van 4 kalveren ten onrechte heeft geconcludeerd dat ze voor noodslachting in aanmerking kwamen en zogeheten ‘verklaringen voor noodslachting’ onjuist en onzorgvuldig heeft opgemaakt. Gegrond. Volgt geldboete van € 1.500, waarvan € 500 voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:310 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.128

    Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster heeft in opdracht van de rechter-commissaris een multidisciplinaire pro justitia rapportage opgesteld. Klager verwijt verweerster onder meer ongefundeerd handelen en hij vindt dat zij hem niet objectief heeft beoordeeld en vooringenomen was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:233 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-537/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft zijn klacht over verweerster ruim buiten de in artikel 46g lid 1 sub a van de Advocatenwet genoemde termijn van drie jaar ingediend. Klacht niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:304 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.125

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager verwijt verweerster dat zij een brief voor een cliënte heeft opgesteld die door die cliënte in een tegen klager gerichte strafprocedure is ingebracht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het verwijt van klager dat verweerster de brief heeft opgesteld waarbij zij zich niet heeft beperkt tot vermelding van noodzakelijke gegevens waardoor zij zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling gegrond verklaard en verweerster ter zake de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het verwijt van klager dat het rapport van verweerster niet voldoet aan de eisen die daaraan kunnen worden gesteld acht het Regionaal Tuchtcollege niet gegrond nu er volgens dat college geen sprake was van een rapport. Het Centraal Tuchtcollege volgt dit oordeel en verwerpt het beroep van klager tegen de ongegrondverklaring van dit klachtonderdeel. Verweerster berust in de gegrondverklaring van de andere klachtonderdelen zodat de maatregel van waarschuwing gehandhaafd blijft.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:271 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-849

    Verzetbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Diens optreden is binnen de grenzen van de vrijheid die verweerster heeft bij de behartiging van de belangen van haar cliënt. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:227 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-290/DH/DH

    Verweerster heeft de behandeling van een arbeidsrechtelijke zaak overgenomen. Verweerster heeft nagelaten om aan klager schriftelijk advies uit te brengen over de goede en de kwade kansen van de zaak. Verweerster kon niet volstaan met een verwijzing naar de informatie die haar voorganger aan klager had verstrekt. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:284 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-900

    Klacht over advocaat wederpartij in strafzaak. Naar het oordeel van de voorzitter was verweerder niet verplicht op voorhand aanhouding te vragen en informatie over de reden voor die aanhouding te verstrekken aan de rechtbank maar mocht hij dat zoals gebruikelijk eerst ter zitting doen. Voor zover verweerder al wist dat zijn cliënt een geheim agent van het Iraanse regime is en dus medeverantwoordelijk voor allerlei wandaden, zoals klager stelt, levert geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op nu elke verdachte recht heeft op bijstand van een advocaat en het is aan de advocaat te bepalen hoe die bijstand wordt vormgegeven. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19109

    De verpleegkundige is gedurende een paar maanden een persoonlijke grensoverschrijdend relatie aangegaan met een aan zijn zorg toevertrouwde patiënte. Verweerder wist hij dat het een kwetsbare patiënte betrof. Ondanks het feit dat verweerder wist dat wat hij deed niet kon en mocht, bood hij daar geen weerstand tegen en heeft hij de contacten met patiënte voortgezet. Hij heeft latere contacten niet gemeld en is er niet uit zichzelf mee gestopt. Schorsing van de aan de inschrijving in het register verbonden bevoegdheden voor de duur van één jaar.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:278 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-101

    Naar het oordeel van de raad is tussen klager en verweerster geen advocaat /mediator-cliënt relatie tot stand gekomen zodat ook geen sprake is van belangenverstrengeling in de zin van regel 15 Gedragsregels 2018. Feiten of omstandigheden die onderbouwen dat het optreden van verweerster voor zijn ex-partner in de gegeven omstandigheden toch zo bezwaarlijk is geweest dat zij zich daarvan had moeten onthouden, zijn niet gesteld en ook niet gebleken. Verweerster heeft bij klager wel een misverstand doen ontstaan over de hoedanigheid waarin zij later deelnam aan het viergesprek. Uit de overgelegde transcripties komt duidelijk de intentie van klager naar voren, dat hij zonder advocaten maar met twee mediators zonder procedure tot een oplossing met zijn ex-partner wilde komen. Onder deze omstandigheden had het op de weg van verweerster gelegen om zich toen tijdens dat viergesprek duidelijker uit te laten, dan wel een onjuist standpunt daarover van klager of mr. L uitdrukkelijk te weerleggen en dat schriftelijk vast te leggen. Niet is gebleken dat zij dat heeft gedaan. Nu klager van het door verweerster veroorzaakt misverstand nadeel heeft ondervonden dan wel zo heeft ervaren doordat verweerster daarna tegen hem is gaan procederen, heeft zij in strijd met het bepaalde in Regel 9 lid 1 Gedragsregels 2018 tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens hem gehandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:192 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-783/DB/LI

    Niet gebleken dat advocaat persoonsgegevens van een derde aan zijn cliënte heeft verstrekt. Betrokkenheid van die derde bleek uit haar samenwoning met de wederpartij van de cliënt van de advocaat. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:311 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.127

    Klacht tegen psychiater. Verweerder heeft op verzoek van een psycholoog een rapportage opgemaakt over klager. Klager verwijt verweerder onvoldoende onderzoek en een onjuiste interpretatie van de houding van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:234 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-661/DH/DH/W

    Wrakingsverzoek. De raad verklaart verzoeker sub 1 niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek en wijst het door verzoekers sub 2 en sub 3 ingediende verzoek tot wraking af.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:305 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.120

    Klacht tegen een arts arbeid en gezondheid - bedrijfsgeneeskunde. Klager verwijt de arts dat hij een functiegeschiktheidsadvies heeft afgegeven met een onjuiste inhoud, heeft nagelaten eigen feitenonderzoek te plegen en dat hij klager onvoldoende gelegenheid tot hoor en wederhoor heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht van klager af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:272 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-223

    De klacht gaat over het optreden van verweerder als advocaat van de wederpartij van klager. De raad heeft niet kunnen vaststellen dat het treffen van een minnelijke regeling door verweerder onmogelijk is gemaakt doordat hij niet reageerde op de brief van klagers advocaat. Ook al heeft klager gelijk gekregen in de procedure, dat wil nog niet zeggen dat de door verweerder aangespannen procedure nodeloos was. Ook al afficheert verweerder zich als specialist, dat wil nog niet zeggen dat hij in de desbetreffende zaken altijd het juiste standpunt inneemt. Maar dat is iets anders dan de rechtbank willens en wetens onjuist informeren. Ook het verwijt dat verweerder in de dagvaarding onjuiste beweringen heeft gedaan treft geen doel. Partijen hebben zich daarover kunnen uit laten en de rechtbank heeft daarover geoordeeld. De raad oordeelt dat niet vast staat dat verweerder hierbij de grenzen van de hem toekomende vrijheid heeft overschreden. De klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:50 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/123

    Dierenarts wordt verweten met betrekking tot een hond, die plotseling braakklachten en hemorragische diarree had gekregen, veterinair onjuist en/of nalatig heeft gehandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:228 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-240/DH/RO

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:285 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-897

    De voorzitter oordeelt klagers kennelijk niet-ontvankelijk in hun klachten jegens verweerster nu zij als privé persoon, en niet in hoedanigheid van advocaat, heeft opgetreden als belanghebbende tegen de vergunningaanvraag door klagers. Tuchtrecht niet toepasselijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19135

    De verpleegkundige heeft seksueel grensoverschrijdend gehandeld door eerst privécontacten met een cliënte te onderhouden en vervolgens een seksuele relatie met haar aan te gaan tijdens de behandelrelatie. Het had voor de verpleegkundige duidelijk moeten zijn dat als hij zorg verleende, ook als invaller en ook in de extramurale zorg, er daarmee sprake was van een behandelrelatie. Ook was verweerder onvoldoende transparant: hij heeft het vriendschappelijke aspect gemeld bij zijn leidinggevende, maar het affectieve deel bleek pas later. Vervolgens heeft verweerder het op zijn beloop gelaten. Toen hij toch werd ingedeeld bij cliënte heeft verweerder geen actie ondernomen naar zijn werkgever. Verweerder was ook niet op de hoogte van de inhoud van de beroepscode. Het bij een andere cliënte twee maal een kus op de wang geven en een plank willen verlagen zijn geen gedragingen die als grensoverschrijdend kunnen worden bestempeld. De beide kussen waren naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid, namelijk de verjaardag van cliënte en oud en nieuw. Schorsing van de aan de inschrijving in het register verbonden bevoegdheden voor de duur van één jaar.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:279 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-320

    Dekenbezwaar. In de kwestie Stichting [G] is de raad van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor het door het Hof van Discipline vastgestelde tuchtrechtelijk verwijtbare handelen van zijn kantoorgenoot, dat tot diens schrapping van het tableau heeft geleid. Vast staat dat de voormalig deken daarover afspraken met verweerder heeft gemaakt. In de kwestie [P] BV heeft verweerder in strijd gehandeld met de verplichting tot het voeren van een zorgvuldige kantooradministratie in de zin van artikel 6.5 van de Voda alsmede in strijd gehandeld met zijn wettelijke zorgplicht tot voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme via advocatenkantoren in de zin van de Wwft. Diverse dubieuze mutaties van of namens [P] BV op de diverse (en/of) kantoorrekeningen heeft verweerder niet heeft gezien, althans daarop is hij niet aangeslagen. Op grond van de tot 1 januari 2015 toepasselijke bepalingen in de Verordening op de administratie en de financiële integriteit en daarna op grond van de toepasselijke bepalingen 6:19 en 6:21 en het derde lid van 6:22 van de Voda had verweerder die derdengelden ofwel meteen na ontdekking moeten overmaken naar [P] BV, dan wel naar de derdengeldenrekening van kantoor indien die gelden aan een bepaalde zaak waren te relateren. Met zijn nalaten, heeft hij kennelijk zijn eigen (financiële) belang voorop willen stellen. Daarmee heeft verweerder niet alleen het vertrouwen in de advocatuur geschaad, maar ook zijn onafhankelijkheid in gevaar gebracht. Door leningen van derden aan de maatschap toe te staan, dan wel die te gedogen, is tevens sprake is geweest van een ontoelaatbare belangenverstrengeling. Aldus heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt en de artikelen 46 en de kernwaarden, vastgelegd in artikel 10a lid 1 van de Advocatenwet, geschonden. De raad houdt verweerder in deze kwestie tuchtrechtelijk mede verantwoordelijk voor de niet-integere (financiële) praktijkvoering van het kantoor door zijn kantoorgenoot en medevennoot. In zoverre gegrond. Schorsing 6 weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:312 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.253

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager heeft al eerder een klacht tegen verweerster ingediend die betrekking heeft op een door verweerster opgestelde verklaring. In die eerdere procedure verweet klager verweerster dat zij deze verklaring heeft opgesteld; in de onderhavige procedure verwijt hij haar dat zij de verklaring niet wil herroepen. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat beide klachten betrekking hebben op hetzelfde feitencomplex en in de kern hetzelfde handelen van verweerster betreffen, te weten het opstellen van de verklaring. In de eerder door klager aangespannen procedure is thans, anders dan ten tijde van de behandeling van deze zaak in eerste aanleg, onherroepelijk beslist, zodat in het onderhavige geval sprake is van ne bis in idem. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager daarom niet ontvankelijk in zijn klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:306 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.463

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij haar tijdens een telefoongesprek onheus heeft bejegend, haar telefonisch binnen enkele minuten arbeidsgeschikt heeft verklaard zonder haar op het spreekuur te hebben gezien en dat hij zijn beroepsgeheim ten opzichte van klaagster heeft geschonden door informatie uit het telefoongesprek zonder klaagsters toestemming te delen met haar werkgever en onjuiste en schadelijke informatie over klaagster met haar werkgever te delen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en legt de bedrijfsarts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verklaart een deel van de klacht alsnog ongegrond maar laat de maatregel in stand.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:273 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-854

    Verzetbeslissing. Klacht te laat ingediend. Beroep op artikel 6 EVRM maakt oordeel niet anders. Persoonlijke omstandigheden van klager leveren geen reden op voor verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:51 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/125

    Klachten tegen twee dierenartsen van dezelfde praktijk. Een van de dierenartsen wordt verweten een onjuiste diagnose te hebben gesteld en op basis daarvan tot een onnodige operatie te hebben besloten. Daarnaast betreft een verwijt dat zij bij een postoperatief consult een te afwachtende houding heeft aangenomen door geen nader onderzoek te verrichten naar de kortademigheid waarmee de hond kampte. Alleen met betrekking tot die te afwachtende houding wordt de klacht gegrond geacht. Volgt waarschuwing. Tweede dierenarts wordt verweten een verzoek om de hond te euthanaseren te hebben geweigerd en hierover onjuist te hebben gerapporteerd in het patiëntendossier. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:229 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-1014/DH/DH

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:286 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-910

    De voorzitter oordeelt de klacht kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat sprake is geweest van misleiding van de rechter door verweerder.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:188 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-430 DB/ZWB

    Advocaat heeft bij verzoek om uitstel op de vraag of de wedepartij akkoord ging met het verzochte uitstel geantwoord : “onder voorwaarden”, terwijl zij wist dat haar cliënte niet akkoord ging met de door de wederpartij gestelde voorwaarden, ten gevolge waarvan de wederpartij niet akkoord ging met het verzochte uitstel. Advocaat heeft de rechtbank onjuist geïnformeerd, ten gevolge waarvan de rechtbank –blijkens de mededeling van de griffier- ten onrechte uitstel heeft verleend. Klacht gegrond, waarschuwing, kostenveroordeling

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:280 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-321 19-322

    Combi klacht en dekenbezwaar. Verweerder was als toenmalig advocaat van 2011-2016, samen met een ander, bestuurder van klaagster. In die periode is 5 miljoen USD naar klaagster overgemaakt waarmee klaagster betalingen ten behoeve van een mijnbouwproject in Kazachstan diende te doen. Verweerder heeft als bestuurder van klaagster zeer aanzienlijke bedragen naar zijn en/of kantoorrekening (met zijn medevennoot) en naar zijn privé rekening overgemaakt en grote geldleningen namens klaagster aan derden en aan zijn advocatenmaatschap geleend. De raad oordeelt dat het tuchtrecht voor verweerder, als toenmalige bestuurder van klaagster, van toepassing is. Daarnaast oordeelt de raad klaagster en de deken ontvankelijk in hun klacht, nu van verjaring in de zin van art. 46g Aw geen sprake is. Evenmin is sprake van misbruik van klachtrecht omdat het klaagster vrij stond naast de civiele procedure tegen verweerder een tuchtklacht in te dienen. De raad is van oordeel dat verweerder in zijn hoedanigheid van toenmalig bestuurder van klaagster gelden uit het vermogen van klaagster heeft weggesluisd naar andere rekeningen zonder daarvan een gedegen administratie aan te houden of daarover anderszins verantwoording aan klaagster af te leggen. Evenmin is de raad gebleken dat verweerder zich vooraf heeft vergewist van de herkomst van de te beheren gelden wat van hem, tegen de achtergrond van zijn beroepsuitoefening als advocaat, verwacht mag worden. Aldus heeft verweerder in strijd met de artikelen 10a lid 1 sub d en 46 van de Advocatenwet niet integer gehandeld, hetgeen een behoorlijk advocaat zou hebben betaamd. Gelet op artikel 1 sub a en d Wtt is de raad van oordeel dat verweerder in de periode dat hij bestuurder van klaagster was ook trustdiensten heeft verleend, zonder daarbij te beschikken over de wettelijk vereiste vergunning, zodat verweerder met dat handelen naar het oordeel van de raad niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Dat verweerder, naast zijn werkzaamheden als bestuurder, ook advocaatwerkzaamheden voor klaagster heeft verricht, kan de raad, na de gemotiveerde betwisting daarvan door verweerder, niet vaststellen en daarmee ook niet de gegrondheid van die dekenbezwaren. In de klachtzaak volgt (opnieuw) een schrapping van verweerder. Nu verweerder voor dezelfde gegronde verwijten in de klachtzaak een maatregel krijgt opgelegd, ziet de raad af van het opleggen van een maatregel in het dekenbezwaar.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:236 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-325/DH/RO

    Klacht over kwaliteit van dienstverlening ongegrond verklaard, omdat geen sprake is van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten van verweerder. Aan een beoordeling van het verzoek tot schadevergoeding komt de raad dan ook niet toe. De raad voegt toe dat uit het klachtdossier en ter zitting ook overigens niet is gebleken dat verweerder in de bijstand aan klagers steken heeft laten vallen of argumenten heeft laten liggen die tot een andere uitkomst zouden hebben geleid. Integendeel, verweerder heeft juist een ruime inzet getoond voor klagers door klager 1 bij de behandeling van de zaak nauw te betrekken en nadat de rechtbank vonnis had gewezen hem hierover (meermalen en uitgebreid) uitleg te geven.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:307 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.311

    Klacht tegen neurochirurg. Klager verwijt verweerder, neurochirurg, dat: a) ten gevolge van de ingreep aan de nek van klager ruggenmergbeschadiging is ontstaan, b) er voor de ingreep niet is gesproken over het risico van ruggenmergbeschadiging en/of hernia’s en dat er onjuiste informatie is verstrekt, c) hij klager als patiënt niet heeft gehoord, d) hij zonder toestemming van klager informatie over hem heeft vergaard, en e) hij klager niet heeft medegedeeld dat hij artsen opleidt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep, dat zich richt tegen de ongegrondverklaring van de klachtonderdelen a en b.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:274 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-459

    Voorzittersbeslissing. Klaagster is als belanghebbende ontvankelijk in haar klacht. Verweerder heeft de grenzen van de hem toekomende vrijheid als advocaat van zijn cliënt niet overschreden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:52 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/142

    Dierenarts wordt verweten ten onrechte te hebben geweigerd een antibioticum ten behoeve van enkele pups te verstrekken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:287 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-884

    De voorzitter oordeelt de klacht over de eigen advocaat (abusievelijk: kennelijk) niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding indiening klacht.