Zoekresultaten 661-680 van de 14192 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6838
- Datum publicatie: 29-08-2024
- Datum uitspraak: 23-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:97
Klacht tegen verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft in opdracht van een re-integratiebedrijf een verzekeringsgeneeskundige expertise verricht. Het hiervan door haar opgestelde rapport heeft zij in concept aan klaagster voorgelegd. Klaagster was het op punten niet eens met de inhoud van het rapport en heeft de verzekeringsarts meerdere keren gevraagd het rapport ten aanzien van deze punten op basis van het correctierecht aan te passen. De verzekeringsarts heeft hier ten dele gehoor aan gegeven. Klaagster verwijt de verzekeringsarts dat zij een onzorgvuldig, ondeugdelijk rapport heeft opgesteld. Ook meent zij dat een onderbouwing van de vastgestelde belastbaarheid ontbreekt. Daarnaast heeft zij het college onder meer verzocht om vernietiging van het rapport en het oordeel dat de verzekeringsarts verantwoordelijk is voor door klaagster opgelopen schade. Het college heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Daarnaast heeft het college de door klaagster gedane verzoeken afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7005
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 27-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:187
Kennelijk ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. Klager zit gedetineerd en heeft met de GZ-psycholoog een kennismakingsgesprek gehad. Van dit gesprek heeft de GZ-psycholoog een verslag gemaakt. Klager verwijt de GZ-psycholoog dat zij de kritiekpunten van klager over de afdeling in het verslag beknopt heeft weergegeven en zijn klacht over de afdeling niet serieus heeft genomen. Nu partijen elkaar tegenspreken over de inhoud van het gesprek, kan niet worden vastgesteld of de GZ-psycholoog klachtwaardig heeft gehandeld. Ook als de GZ-psycholoog zich wel kon herinneren dat klager de punten naar voren had gebracht, is niet zonder meer sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Het college is verder van oordeel dat niet is gebleken dat de GZ-psycholoog klager niet serieus heeft genomen. Op de punten van klager die ook in het verslag zijn genoemd heeft de GZ-psycholoog actie ondernomen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5822
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:93
Klager klaagt over een pijnbehandeling door de anesthesioloog. De anesthesioloog zou deze niet goed hebben uitgevoerd en een zenuw hebben beschadigd waardoor klager blijvende pijnklachten heeft. Ook klaagt klager over onvoldoende nazorg en gebrekkige dossiervorming. Het college kan niet vaststellen dat de anesthesioloog niet volgens de professionele standaard heeft gehandeld. Het medisch dossier en de getuigenverklaringen bieden daarvoor geen bewijs. De nazorg was voldoende. Het college acht de verslaglegging van de anesthesioloog onvoldoende. Belangrijke details over de behandeling en het verloop ontbreken. Dat heeft de mogelijkheid van klager om zijn klacht te onderbouwen en van het college, om het handelen van de anesthesioloog te toetsen, bemoeilijkt. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. Het college legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6927
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:186
Klacht tegen klinisch psycholoog. Klager is deels niet-ontvankelijk in zijn klacht en voor het overige is de klacht kennelijke ongegrond. Klager verblijft in het kader van een hem opgelegde TBS-maatregel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Zijn klacht gaat over zijn plaatsing in die kliniek, het beveiligingsniveau en de zorgzwaarte, de behandeling en de gevoerde gesprekken met de klinisch psycholoog. Het college oordeelt dat klager niet ontvankelijk is in het klachtonderdeel dat ziet op de wet-en regelgeving. De klinisch psycholoog is hier niet bij betrokken en verantwoordelijk voor. Dit valt dan ook niet onder de eerste of tweede tuchtnorm. De overige 12 klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6171 H2024-6866
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:94
Twee samenhangende klachten over psychiater, die in brief aan Bureau Rijbewijskeuringen beroepsgeheim zou hebben geschonden en een onjuistheid vermeld. In de tweede zaak het verwijt dat de psychiater in het verweerschrift in de eerste zaak heeft gelogen. Beide klachten zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6382
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:95
Gegronde klacht van inspectie over psychiater. Psychiatrisch onderzoek en verslaglegging in kader van second opinion voldoen niet aan de eisen van de professionele standaard. Maatregel van berisping zou gerechtvaardigd zijn, maar college houdt rekening met erkenning psychiater dat zij is tekortgeschoten en met feit dat psychiater bijna een jaar in onzekerheid verkeerde over het vervolg nadat inspectierapport gereed was. Daarom wordt volstaan met waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5932
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:96
Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6611
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:90
Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen. De klachten richten zich op tekortkomingen in de zorg, communicatie en besluitvorming van de kinderarts, waaronder de toezegging dat een ic-opname niet nodig was, onjuiste medische dossierweergave, een gebrek aan overleg over een second opinion en diverse behandelingsfouten zoals inadequate fysiotherapie en medicatie.Het college oordeelt dat de klachten ongegrond zijn. Het acht de zorg van de kinderarts en haar team adequaat en in overeenstemming met de professionele standaard. De kinderarts heeft geen toezeggingen gedaan over het niet opnemen op de ic, het medische dossier bevat geen onjuistheden en er is in overleg met de familie intercollegiaal advies gevraagd. Daarnaast waren de behandelingsbeslissingen, zoals het gebruik van midazolam en het niet diep uitzuigen van slijm, medisch gerechtvaardigd en gericht op het comfort van het kind. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5931
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:97
Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6612
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:91
Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen. De klachten richten zich op tekortkomingen in de zorg, communicatie en besluitvorming van de kinderarts, waaronder een gebrek aan overleg over een second opinion, en diverse behandelingsfouten zoals inadequate fysiotherapie en medicatie.Het college oordeelt dat de klachten ongegrond zijn. Het acht de zorg van de kinderarts en haar team adequaat en in overeenstemming met de professionele standaard. Er is in overleg met de familie intercollegiaal advies gevraagd. Daarnaast waren de behandelingsbeslissingen, zoals het gebruik van midazolam en het niet diep uitzuigen van slijm, medisch gerechtvaardigd en gericht op het comfort van het kind. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7199
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:98
Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6613
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:92
Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen en de verwachtingen die de kinderarts bij haar heeft gewekt.Het college oordeelt de klacht ongegrond. De kinderarts heeft volgens het dossier correcte zorg geleverd. Zij heeft geen onjuiste informatie verstrekt of valse verwachtingen gewekt over de levensverwachting van het kind.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7198
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:99
Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6955
- Datum publicatie: 26-08-2024
- Datum uitspraak: 26-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:183
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager, die op basis van een zorgmachtiging wordt behandeld, verwijt de psychiater dat zij onjuistheden over hem heeft opgeschreven in haar verweerschrift in een interne klachtenprocedure en in haar behandelplan. Het college overweegt dat de door klager gestelde onjuistheden niet zien op feiten waarvan de onjuistheid op eenvoudige en objectieve wijze met behulp van andere documenten of gegevens kan worden aangetoond. Het betreft de weergave van professionele observaties, indrukken en conclusies (onder verantwoordelijkheid) van de psychiater over het gedrag van klager, waarmee hij zich niet kan verenigen. Het college ziet echter geen aanleiding om te twijfelen aan de zorgvuldigheid en deugdelijkheid van die weergave. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:184 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6891
- Datum publicatie: 26-08-2024
- Datum uitspraak: 26-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:184
Klager is deels niet-ontvankelijk in zijn klacht en voor het overige is de klacht tegen de psychiater kennelijke ongegrond. Klager verblijft in het kader van een hem opgelegde TBS-maatregel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De klacht bestaat in de kern uit twee onderdelen, het verwijt dat de zorg te zwaar is en het verwijt over de inhoud van de zorg. Wat betreft het klachtonderdeel dat ziet op de indicatiestelling voor de zorg in deze kliniek, met de daaraan verbonden prestaties en tarieven, oordeelt het college dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. De maatregel tot TBS met dwangverpleging is opgelegd door de rechter. Ook stelt de arts de indicatie en de daarbij bepaalde zorgzwaarte van klager en het beveiligingsniveau niet vast. Dat gebeurt op grond van de wet- en regelgeving, zoals de Wet Forensische Zorg, het Besluit en de Regeling en in opdracht van de rechter en door een door de Minister van Rechtsbescherming aangewezen instelling (NIFP). De arts heeft hierop geen invloed. Dit valt dan ook niet onder de eerste of tweede tuchtnorm. Klager is daarom niet-ontvankelijk voor wat betreft dit klachtonderdeel. Dat de arts onzorgvuldig jegens klager zou hebben gehandeld bij de formulering van de diagnostiek bij opname en de vaststelling van het behandelplan, is het college niet gebleken. Uit de gang van zaken zoals die volgt uit de stukken en uit wat klager tijdens het mondeling vooronderzoek heeft verklaard volgt naar het oordeel van het college dat het beginsel om in samenwerking met de patiënt te komen tot diagnostiek en een behandelplan in het geval van klager is gerespecteerd en zorgvuldig is toegepast door de arts.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6487
- Datum publicatie: 26-08-2024
- Datum uitspraak: 26-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:185
Ongegronde klacht tegen een psychiater. De dochter van klaagster (hierna: patiënte) is voor een maand vrijwillig opgenomen geweest in een psychiatrische instelling. De psychiater was eindverantwoordelijk voor de opname, de behandeling, het ontslag en de overdracht naar de ambulante zorg. Twee weken na het ontslag is patiënte overleden. Klaagster vindt onder andere dat het ontslag en de overdracht onzorgvuldig is geweest. Het college stelt vast dat de opname van patiënte weliswaar vrijwillig was, maar plaatsvond onder dreiging van een crisismaatregel. Uit het medisch dossier volgt dat in de twee weken voorafgaand aan het ontslag geen psychotische verschijnselen zijn waargenomen en dat patiënte geen blijk heeft gegeven van suïcidale gedachten. Ze nam initiatieven, zoals het oppakken van haar studie, het zoeken en vinden van een kamer, het vinden van een nieuwe (bij)baan en het zorgen voor haar hond. Ook hield zij zich aan de afspraken. Naar het oordeel van het college is de psychiater in de gegeven omstandigheden voldoende behoedzaam te werk gegaan. De grens van wat op basis van vrijwilligheid op dit punt mogelijk was, was bereikt. Voor een crisismaatregel waren geen termen aanwezig. Het college concludeert dat dit klachtonderdeel ongegrond is. Ook de andere klachtonderdelen van klaagster - over de diagnose, de medicatie en de mate van betrokkenheid van klaagster bij de opname en de behandeling - verklaart het college ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5850
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:88
Psychiater: Verweerder wordt verweten dat hij geen duidelijke en een zeer vreemde diagnose heeft gesteld na een crisismaatregel voor gedwongen opname. Verweerder heeft het college verzocht om de klacht ongegrond te verklaren en verweerder stelt dat hij geen sluitende diagnose heeft gesteld. Het college oordeelt dat klaagster deels kennelijk niet-ontvankelijk is en dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5991
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:87
Klacht tegen een psychiater. De psychiater wordt verweten dat zij niet dan wel nalatig heeft gereageerd op de noodsignalen van klaagster en haar zorgplicht heeft geschonden, dat zij een onjuiste diagnose heeft gesteld en klaagster veel te lang heeft geïsoleerd met een te lage dosering medicatie en dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden. Oordeel college: er is voldoende adequaat op de signalen van klaagster gehandeld en er is niet tekortgeschoten in het houden van toezicht. Ook verder is niet gebleken dat de psychiater haar zorgplicht heeft geschonden. Het college kan niet vaststellen dat klaagster te lang is gesepareerd en dat zij onvoldoende medicatie dan wel een te lage dosering medicatie heeft gehad. Er is geen definitieve diagnose gesteld. Er was sprake van een genuanceerde, brede differentiaaldiagnose. Bij de politie mocht aangifte tegen klaagster worden gedaan. Daarbij is meer informatie gegeven dan nodig was, waardoor de psychiater haar beroepsgeheim heeft geschonden. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6253
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:89
Verweerder (huisarts) wordt verweten dat hij niet adequaat heeft gereageerd op de duizeligheidsklachten van klager, die klager heeft gemaild aan verweerder. Verweerder heeft het college verzocht om klager niet-ontvankelijk te verklaren vanwege misbruik van het tuchtrechtelijk klachtrecht (misbruik van procesrecht). Als het college de klacht wel inhoudelijk zal beoordelen, heeft verweerder het college verzocht de klacht (kennelijk) ongegrond te verklaren. Het college oordeelt dat het beroep op misbruik van het klachtrecht niet slaagt en acht klager ontvankelijk. De klacht is kennelijk ongegrond (artikel 448 Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)).
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5982
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:86
Klacht tegen een verpleegkundig specialist. De verpleegkundig specialist wordt verweten dat hij niet dan wel nalatig heeft gereageerd op de noodsignalen van klaagster en zijn zorgplicht heeft geschonden, dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en klaagster veel te lang heeft geïsoleerd met een te lage dosering medicatie en dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Oordeel college: er is voldoende adequaat op de signalen van klaagster gehandeld en er is niet tekortgeschoten in het houden van toezicht. Ook verder is niet gebleken dat de verpleegkundig specialist zijn zorgplicht heeft geschonden. Het college kan niet vaststellen dat klaagster te lang is gesepareerd en dat zij onvoldoende medicatie dan wel een te lage dosering medicatie heeft gehad. Er is geen definitieve diagnose gesteld. Er was sprake van een genuanceerde, brede differentiaaldiagnose. De verpleegkundig specialist mocht bij de politie aangifte tegen klaagster doen. Hij heeft daarbij echter meer informatie gegeven dan nodig was, waardoor hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.