ECLI:NL:TGZRSHE:2024:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6382
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSHE:2024:95 |
---|---|
Datum uitspraak: | 28-08-2024 |
Datum publicatie: | 28-08-2024 |
Zaaknummer(s): | H2023-6382 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Gegrond, waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Gegronde klacht van inspectie over psychiater. Psychiatrisch onderzoek en verslaglegging in kader van second opinion voldoen niet aan de eisen van de professionele standaard. Maatregel van berisping zou gerechtvaardigd zijn, maar college houdt rekening met erkenning psychiater dat zij is tekortgeschoten en met feit dat psychiater bijna een jaar in onzekerheid verkeerde over het vervolg nadat inspectierapport gereed was. Daarom wordt volstaan met waarschuwing. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE ’S-HERTOGENBOSCH
Beslissing van 28 augustus 2024 op de klacht van:
INSPECTIE GEZONDHEIDSZORG EN JEUGD,
gevestigd te Utrecht
klaagster,
hierna: de inspectie
gemachtigden: E.L. van Slooten, coördinerend senior inspecteur en
mr. M.E. Oosting, advocaat/senior juridisch adviseur
tegen
[A],
psychiater,
werkzaam in [B],
verweerster, hierna ook: de psychiater,
gemachtigde: mr. T.A.M. van Oosterhout, advocaat in Utrecht.
1. De zaak in het kort
1.1 De inspectie heeft op 31 december 2021 een melding ontvangen van een ggz-instelling
en naar aanleiding van die melding een onderzoek verricht. Voor een cliënte van die
instelling (hierna: de cliënte) was op 6 december 2021 een zorgmachtiging aangevraagd
bij de rechtbank. De cliënte was het daarmee niet eens en zocht een psychiater voor
het uitvoeren van een second opinion. Op 16 december 2021 heeft de psychiater telefonisch
ingestemd met een afspraak, waarna zij nog dezelfde dag een gesprek met de cliënte
en haar moeder heeft gevoerd. Na het gesprek heeft de psychiater een brief opgesteld
voor de rechtbank, waarin zij heeft vermeld dat de klachten van de cliënte passen
in het verloop van de ziekte van Lyme en dat er geen sprake is van een psychotische
stoornis of schizofrenie. De cliënte en de psychiater zijn op 27 december 2021 ieder
online bij de zitting van de rechtbank aanwezig geweest. De rechtbank heeft de behandeling
van de zaak op die zitting aangehouden voor het verrichten van een contra-expertise.
Na ontvangst van de contra-expertise heeft de rechtbank op 1 februari 2022 de zorgmachtiging
voor een gedwongen opname van cliënte verleend.
1.2 De inspectie is op basis van het door haar uitgevoerde onderzoek van oordeel dat
het psychiatrische onderzoek en de verslaglegging daarvan door de psychiater niet
voldoen aan de daaraan te stellen eisen en dat de psychiater heeft gehandeld in strijd
met de professionele standaard. De inspectie meent op basis van eerdere meldingen
bij de inspectie
over de psychiater dat er sprake is van een rode draad van het niet voldoen aan de
basale normen op het gebied van zorgvuldig diagnostisch onderzoek en dossiervorming/
verslaglegging en legt mede om die reden deze kwestie als klacht aan het college voor.
1.3 Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en legt de psychiater
de maatregel van waarschuwing op. Hierna licht het college dat toe.
2. De procedure
2.1 De procedure blijkt uit de volgende relevante stukken:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 18 oktober 2023;
- het verweerschrift met de bijlagen, ontvangen op 6 december 2023;
- de brief met de bijlagen ontvangen op d.d. 19 juni 2024 van de gemachtigde van de
psychiater;
- de brief met de bijlagen ontvangen op d.d. 24 juni 2024 van de gemachtigde van de
psychiater.
2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris
van het college met elkaar in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben
zij geen gebruik gemaakt.
2.3 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 5 juli 2024. Partijen zijn verschenen
en werden bijgestaan door hun gemachtigden. Partijen en hun gemachtigden hebben hun
standpunten mondeling toegelicht. De gemachtigden hebben pleitnotities voorgelezen
en aan het college en de andere partij overhandigd.
3. De feiten
3.1 Op 6 december 2021 heeft de officier van justitie een verzoekschrift zorgmachtiging
betreffende de cliënte bij de rechtbank ingediend met het verzoek om de cliënte gedwongen
te laten opnemen.
3.2 Een bijlage bij het verzoekschrift is de medische verklaring van een psychiater,
die op 29 november 2021 een psychiatrisch onderzoek bij de cliënte heeft uitgevoerd.
Daarin staat onder meer (alle citaten worden letterlijk weergegeven):
“b. Wat zijn de symptomen die betrokkene vertoont?
Patiënte heeft een paranoïde psychose, zij houdt zich sterk gepreoccupeerd bezig met
het voorkomen van beïnvloeding, o.a. door in WiFi-vrije omgeving op te zoeken. In
gesprek met mij zegt ze niet opnieuw aan een onbekende haar hele verhaal te willen
vertellen, om vervolgens te starten vanaf het begin hoe zij beïnvloed en geestelijk
en lichamelijk mishandeld is. Ik kan patiënte alleen via beeldbellen spreken, zij
is samen met haar moeder, zij zijn nu in quarantaine. Patiënte ligt in bed. Patiënte
ontkent dat zij psychotisch is, haar probleem ligt in de buitenwereld, en daarnaast
kan zij niet slapen, dus vraagt zij om slaapmedicatie. Van een antipsychoticum, zoals
zij die heeft voorgeschreven gekregen, wordt ze naar haar idee juist te gesedeerd,
en heeft ze moeite om wakker te worden.
Patiënte kent zichzelf als hypersensitief, is snel overprikkeld. Zij is overmatig
angstig voor somatisch lijden, met name van haar hart. Hiervoor is geen medische onderbouwing.
c. Welke hulpvraag formuleert betrokkene?
Er is geen ziekte inzicht, patiënte vraagt om goed te kunnen slapen en een liefdevolle
benadering. Wil ook behandeling van haar trauma’s. (…)
(…) waaruit bestaat het ernstig nadeel?
Maatschappelijke teloorgang, ontwrichting huisarts en hulpdiensten. Overbelasting
steunsysteem. Verslechtering gezondheidssituatie.
(…) Op grond van welke symptomen, gedragingen of feiten komt u tot uw oordeel?
Patiënte is zo gepreoccupeerd met haar toestand, dat zij niet meer tot alledaags functioneren
in staat is. Zij is afhankelijk van haar omgeving, met name moeder. Zij belt regelmatig
huisarts en hulpdiensten, dit leidt tot ontwrichting.
(…)
Het gepreoccupeerd zijn met slapen en medicijngebruik stond bij mijn eigen observatie
nadrukkelijk op de voorgrond. Uit het dossier en van de behandelaren heb ik de overige
informatie, die ook overeenkomt met de uitgebreide beschrijving in de politie rapportage
van haar psychotische belevingen en van haar ontwrichtende en agressieve gedrag.
(…)
Er is geen geobjectiveerde somatische aandoening, ondanks de zorgvuldige aandacht
die er al aan diagnostiek is besteed.
(…)”
3.3 In het zorgplan van de zorgverantwoordelijke van de instelling (ook bijlage bij
het verzoekschrift) staat onder meer:
“Bij deze 37-jarige, alleen wonende vrouw (bij wie ouders zijn ingetrokken) is sprake
van een paranoïde psychose (invloed van wifi zou leiden tot al haar lichamelijke klachten,
een man zou gedachten in haar hoofd plaatsen, CIA, wantrouwend naar alle hulpverleners)
en van regressie, overzichtsverlies, dwanghandelingen en enorme preoccupatie met lichamelijke
klachten. Hierdoor is ze steeds in paniek en belt de hulpdiensten of laat haar ouders
dat doen.
Dit alles bij een zeer waarschijnlijk hoog begaafde vrouw met rigide denkpatronen,
overmatig rechtvaardigheidsgevoel, overprikkeld, niet in staat haar eigen mening te
relativeren, obsessief in denken en gedrag, zeer goed mogelijk passend bij een autismespectrum
stoornis. Mogelijk ook onderliggende persoonlijkheidsproblematiek. Verder speelt er
systeemproblematiek, patiënte is erg dwingend naar ouders toe, waarbij ouders geen
grenzen aangeven, ouders zijn bij haar in huis ingetrokken om haar met alles te helpen
(boodschappen, eten koken, huis opruimen, behoeden voor wifi straling door naar de
buren te gaan met het verzoek de wifi uit te zetten). Moeder gaat mee in de denkbeelden
van betrokkene. De laatste weken is ze toenemend agressief naar ouders, scheld en
schreeuwt en gooit met spullen naar ouders.
(…) Lichamelijke problemen (voor zover relevant)
Voortdurend klachten van een snelle hartslag waarvan betrokkene zeker weet dat het
een ernstige aandoening is. In tegenspraak met alle onderzoeken.
(…)
Moeder staat achter betrokkene, het lijkt haar ook wijs steeds de hulpdiensten te
bellen of haar dochter te verplaatsen naar wifi vrije omgeving. Vader zou willen dat
ze behandeld wordt.
(…)
Voortdurend bellen van hulpdiensten (overlast, hulpdiensten zijn ten einde raad),
alleen maar binnen en in bed liggen, zichzelf niet meer verzorgen, haar huis niet
meer verzorgen.”
3.4 Ook is een informatierapport Wvggz van de politie van 25 oktober 2021 als bijlage
bij het verzoekschrift gevoegd. Het bevat de politieregistraties vanaf 25 juli 2021.
De laatste registratie is van 25 oktober 2021 en luidt als volgt:
“Tp geweest. GGZ was ook TP. Wilde dochter neem nemen voor opname. De bedoeling zou
zijn dat dochter eerst voor een gesprek bij de ggz in (…) en dan zou er een beslissing
genomen worden. (…)
Ouders van [de cliënte] waren het er niet mee eens dat hun dochter naar het GGZ te
(…) werd gebracht. De ouders wilde dat je de psychiater naar de woning moeten komen.
(…) Tevens zag ik in de woning een grote doos staan met een omtrek van ongeveer 200
cm bij 150 cm lang. Daarom heen aluminum.
Ouders van [de cliënte] hebben de afgelopen weken meerder keren de politie gebeld
omdat hun dochter erg verward was. Nu waren ouders van [de cliënte] niet meewerkend.
Moeder vertelde ons dat het bij de GGZ te (…) fout is gegaan. Daar zou was in haar
thee gedaan zijn. Ouders hebben veel invloed op [de cliënte].
Gehoord van een medewerker van de GGZ dat moeder van [de cliënte] een aantal weken
geleden, langs de buren is geweest om te kijken hoe sterkt het WIFI signaal was. En
gevraagd of de buren de WIFI wilde uitschakelen.
(…)”
3.5 De internist van de cliënte heeft in een brief aan haar huisarts van 21 december
2021 onder meer het volgende geschreven:
“Bovengenoemde patiënte werd gezien op de polikliniek infectieziekten en ik heb patiënte
op 16-12-2021 voor het laatst telefonisch gesproken.
Reden van komst
Ziekte van Lyme
(…)
Anamnese
Patiente heeft vooral last van vermoeidheidsklachten sinds haar Borrelia infectie.
Wil graag nog een keer serologie herhalen.
(…)
Conclusie
37-jarige patiënte met in de voorgeschiedenis morfea, eerdere analyse [ziekenhuis]
naar parasitaire infecties zonder aanwijsbare pathogenen, patiënte werd op de polikliniek
infectieziekten gezien in verband met Erythema migrans met hoofdpijn en dubieus klachten
passend bij radiculitis met niet veranderende Borrelia serologie (IgM positief, IgG
negatief) bij vroege behandeling met doxycycline. Mogelijkerwijs is dit vanwege (dubieuze)
radiculaire klachten geduid als een vroege neuroborreliose, dit is echter niet bewezen
middels liquorpunctie.
Nevenproblematiek
2. Kruispositieve serologie met onder andere leptospirose en hantavirus. Welke bij
herhaling negatief bleek te zijn.
Beleid
- Vroege behandeling met doxycycline gekregen
- Herhalen van serologie na behandeling met doxycycline geeft geen therapeutische
consequenties en is niet noodzakelijk.
- Terugverwijzing 1e lijn
Vervolgafspraak
Er werd geen poliklinische vervolgafspraak met patiënte ingepland.”
3.6 De psychiater heeft op 16 december 2021 de volgende brief ten behoeve van de rechtbank
opgesteld:
“Geachte Edelachtbare,
Heden zag ik [gegevens van de cliënte] op mijn spreekuur in het kader van een second
opinion. Mevrouw heeft 3,5 maand geleden na een tekenbeet de ziekte van Lyme gekregen.
Waarvoor zij is behandeld door de internist van het [ziekenhuis]. Mevrouw heeft veel
fysieke klachten die uiteindelijk in uitputting resulteren mede ook ten gevolge van
ontstane slaapproblemen passend bij de ziekte van Lyme.
Mevrouw kreeg heftige bijwerkingen van de voorgeschreven Zolpidem en de Olanzapine.
Ik heb mevrouw psychiatrisch onderzocht en constateer dat er geen sprake is van een
psychiatrisch toestandsbeeld. Er is een goed gesprek met mevrouw te voeren.
Diagnostisch is er geen sprake van een psychotische stoornis of schizofrenie. De klachten
die mevrouw heeft passen in het verloop van de ziekte van Lyme. Mevrouw is bereid
om ambulant bij mij onder behandeling te komen. (…)”
3.7 Op 23 december 2021 heeft de psychiater de navolgende brief geschreven:
“Geachte heer/mevrouw,
[gegevens van de cliënte] is helaas lichamelijk te ziek, in het kader van de ziekte
van Lyme in haar zenuwstelsel ( neuroborreliose), om maandag 27-12-20121 fysiek ter
zitting te verschijnen. (…)”
3.8 Het verslag dat de psychiater op 16 december 2021 van de second opinion voor haar
dossier heeft opgemaakt luidt als volgt:
“ (…)
Vraagstelling: is er sprake van een psychotische stoornis?
Mevrouw is samen met haar moeder gekomen. Zij heeft ter voorbereiding de volgende
stukken meegenomen:
1. Aanvraag zorgmachtiging
2. Verzoekschrift zorgmachtiging OM ontvangen 6-12-2021
3. Wet verplichte GGZ eigen plan van aanpak
4. [Instelling] zorgplan: 22-10-2021
5. Politie: informatierapport WVGGZ 25-10-2021
6. Voorafgaand aan het gesprek heeft ze een korte levensloop verstuurd per mail
7. Labuitslagen
8. Mail met daarin haar levensloop waaronder opleiding. De mail is adequaat en consistent
geschreven op de dag van het onderzoek.
Tijdens het gesprek is er overleg met de behandelend internist van mevrouw waarbij
ondergetekende mee heeft kunnen luisteren en is bevestigd dat mevrouw de ziekte van
Lyme heeft.
Anamnese:
Mevrouw geeft aan altijd hard gewerkt te hebben. Ze heeft drie studies gedaan (…).
Ze heeft gewerkt als manager , hoofd personeelszaken. In het verleden wilde ze chirurg
worden en is daarom geneeskunde gaan studeren. Mevrouw heeft een vriend en woont alleen
in een woonhuis in (…). Grootste probleem is dat ze niet kan slapen en is voortdurend
moe. Dit is ontstaan na een tekenbeet in juli 2021. Ze werd gediagnosticeerd met de
ziekte van Lyme. Ze kreeg een maand lang antibiotica, die ze anderhalve week heeft
genomen vanwege de bijwerkingen. Mevrouw klaagt over hartkloppingen. Mevrouw is de
hele dag moe en kan met veel moeite haar bed uitkomen. Ze voelt zich niet serieus
genomen door de huisarts. Tijdens het consult belt haar behandelend arts van het [ziekenhuis]
over de bloeduitslagen. Het gesprek verloopt adequaat en ondergetekende kan horen
wat er wordt gezegd. De behandeling is van de spirocheet is adequaat geweest. Er is
sprake van neuroborreliose. Tevens was er sprake van een besmetting met de ziekte
van Weill.
Mevrouw zou nu gedwongen opgenomen moeten worden volgens de psychiater van (ggz-instelling).
Ik heb de stukken met mevrouw en haar moeder uitgebreid besproken. Zij geven aan dat
mevrouw nooit face to face is gezien vanwege de Corona maatregelen. Er is een keer
een psychiater in opleiding aan huis geweest en deze constateerde geen psychotische
stoornis. Mevrouw herkent zich niet in het beeld wat door de aanvragend psychiater
staat beschreven in de aanvraag zorgmachtiging. Ondergetekende heeft de stukken uitgebreid
besproken met beiden zowel mevrouw als met haar moeder. Daarbij kwam ter sprake dat
er geen vertrouwen was in de huisarts vanwege onterechte diagnoses. De agressie die
mevrouw zou hebben laten zien is besproken net als haar angst voor straling: WIFI
en 5G. Mevrouw verklaart de agressie als zodanig te kaderen was als overprikkeld zijn.
Moeder bevestigt dit. Mevrouw wilde geen contact name huisarts of aanvragend psychiater
omdat ze in beide geen vertrouwen heeft.
Huidige medicatie: Temazapem AN.
Medische voorgeschiedenis: whiplash, val van het paard, ziekte van Lyme na tekenbeet,
burn out
Heteroanamnese:
Moeder geeft aan dat er inderdaad veel zorg is rondom dochter. Zij kan door haar vermoeidheid
door de ziekte van Lyme, het slechte slapen en de daarmee gepaard gaande ontregeling
het huishouden onvoldoende doen. Beide ouders ondersteunen hun dochter en zijn inderdaad
bij dochter ingetrokken om haar te helpen. Moeder bevestigt dat zowel zij als dochter
bezorgd zijn over de effecten van WIFI en 5G oftwel straling op de gezondheid van
dochter.
Psychiatrisch onderzoek:
Eerste indruk verzorgde vrouw die jonger oogt dan kalenderleeftijd. Zij maakt adequaat
oogcontact. Mevrouw heeft met momenten last van trillende handen. Zij duidt dit zelf
als spanning over de dreigende dwangopname. Mevrouw kan meer dan twee uur op een stoel
zitten tijdens het gesprek.
Psychomotoriek: levendig. Bewustzijn: helder Oriëntatie in tijd, plaats en persoon
is ongestoord. Aandacht is te trekken en te houden. Geheugen is intact zowel voor
de lange midden als korte termijn. Waarneming is ongestoord. Er is geen sprake van
hallucinaties of het horen van stemmen. Denken: coherent. Inhoud mevrouw is breedsprakig.
Maar is daarin wel te sturen en te corrigeren. De inhoud is angstig en af en toe verdrietig
gekleurd vanwege de dreigende dwangopname. Zij voelt zich onheus bejegend. Denktempo
is hoog. Stemming is angstig. Affect is stabiel. Intelligentie is bovengemiddeld.
Suïcidaliteit afwezig. Schuldgevoelens afwezig. Zelfverwijten afwezig. Lijdensdruk
hoog. Ziektebesef aanwezig. Ziekte-inzicht aanwezig. Er is geen toestandsbeeld.
Beschrijvende diagnose:
39-jarige vrouw die tot juli 2021 goed heeft gefunctioneerd. Na een tekenbeet is zij
gediagnosticeerd met de ziekte van Weijll en de ziekte van Lyme. Zij heeft extreme
vermoeidheid, slaapstoornissen en doet een appèl op haar ouders. Mevrouw heeft medicatie
gehad om te kunnen slapen en veel last van bijwerkingen gehad. Zij wil graag goede
behandeling van haar klachten en ervaart geen begrip vanuit de GGZ of hulp.
Conclusie:
39-jarige vrouw die neuro psychiatrische klachten heeft met een wisselend klinisch
beeld passend bij het verloop van de ziekte van Lyme en de daarbij behorende behandeling.
Dwangopname en behandeling met antipsychotica zal dan ook eerder averechts werken
dan verbeterend.”
3.9 Op 13 januari 2022 heeft de door de rechtbank voor contra-expertise benoemde onafhankelijke
psychiater gerapporteerd. De conclusie van zijn rapport luidt als volgt:
“Bij psychiatrisch onderzoek zijn de meest opvallende bevindingen de stoornissen in
de inhoud van het denken, de snelheid van het denken en de vorm van het denken, waardoor
zij niet altijd goed te volgen is. Inhoudelijk zijn er paranoïde wanen en heeft zij
een preoccupatie met ziekte. Er is regelmatig een stoornis in de logica en de samenhang
van het denken. Helaas gaf betrokkene mij geen toestemming om informatie over eerdere
beoordelingen door medewerkers van de ggz in te zien, maar in het informatierapport
van de politie werden beschrijvingen van situaties gegeven waarin betrokkene ook paranoïde
was en zij als verward wordt beschreven. Dit beeld pas bij een al langer bestaande
psychotische stoornis.
In welk kader de psychotische stoornis optreedt, kan ik op basis van een eenmalig
gesprek en met de beperkte informatie over eerdere behandelingen niet goed beoordelen.
Differentiaaldiagnostisch denk ik aan een autismespectrumstoornis met psychotische
overschrijdingen of een schizofreniespectrumstoornis. Ook een organische oorzaak kan
ik niet uitsluiten omdat ik daar onvoldoende informatie over heb. Neuroborreliose
zou kunnen leiden tot psychiatrische problematiek en gedragsveranderingen, maar haar
behandelaar deelde mij mee dat neuroborreliose niet is aangetoond. Betrokkene meent
echter dat zij wel neuroborreliose heeft. Maar ook al zou er sprake zijn van neuroborreliose,
dan is zij toch ook psychotisch.”
4. De klacht en de reactie van de psychiater
De inspectie verwijt de psychiater dat zij niet heeft gehandeld als een redelijk handelend
en redelijk bekwaam psychiater bij het uitvoeren van een psychiatrisch onderzoek (second
opinion) bij de cliënte en de verslaglegging daarvan. Zij voerde het onderzoek onvoldoende
systematisch en onvoldoende kritisch uit. Daarbij betrok zij niet (voldoende) de informatie
die zij tot haar beschikking had over de somatische en psychiatrische voorgeschiedenis
van de cliënte. De anamnese en diagnostiek en de verslaglegging ervan voldeden niet
aan de professionele normen.
Meer in het bijzonder gaat het om het navolgende:
1. de psychiater betrok niet bij het onderzoek en haar conclusies dat de cliënte geen
toestemming gaf om de huisarts en ggz-behandelaren te benaderen voor nadere informatie;
2. de psychiater betrok niet alle beschikbare schriftelijke informatie van huisarts,
ggz en internist bij haar onderzoek, overwegingen en conclusies. De bevindingen en
conclusies van deze bronnen zijn niet volledig weergegeven en niet onderbouwd terzijde
geschoven;
3. de psychiater maakt in haar verslag niet duidelijk wat haar veronderstellingen
en interpretaties waren, bijvoorbeeld over de tegenstellingen tussen de informatie
van de cliënte en die van onder andere de behandelaar en de psychiater die de medische
verklaring schreef;
4. de klachtenanamnese die verweerster in het verslag heeft opgenomen, is onvoldoende.
Zo ontbreekt volledig het uitvragen van psychotische klachten, terwijl de beschikbare
informatie (zoals gestelde diagnoses, medische verklaring, het zorgplan voor de aangevraagde
zorgmachtiging, verslaglegging van het handelen van de cliënte, haar uitspraken over
haar zorgen rond straling) hiertoe wel aanleiding had moeten geven;
5. uit het verslag blijkt niet dat de psychiater de psychotische klachten en veranderingen
in sociaal functioneren heeft uitgevraagd;
6. in het verslag heeft de psychiater niet toegelicht waarom de heteroanamnese door
haar als objectieve informatie is meegewogen terwijl er aanwijzingen zijn dat de moeder
van de cliënte tenminste sterk wordt beïnvloed door de cliënte en in de belevingen
van de cliënte meegaat;
7. de psychiater heeft geen overwegingen opgenomen in het verslag over het niet verrichten
van somatisch onderzoek terwijl er sprake was van somatische klachten;
8. de psychiater heeft geen psychiatrische familieanamnese beschreven;
9. de psychiater heeft in het verslag geen diagnostische overwegingen beschreven,
ook een omschrijvende diagnose ontbreekt;
10. de psychiater heeft geen psychiatrische classificatie volgens DSM-5 in haar verslag
opgenomen;
11. de psychiater heeft in het verslag geen notitie opgenomen over haar navraag bij
de Lyme Vereniging, terwijl zij aangeeft dat zij zich ook heeft gebaseerd op de informatie
die zij bij de navraag had gekregen. De wijze waarop zij de verkregen informatie heeft
gebruikt in haar diagnostische overwegingen heeft zij niet beschreven;
12. in de brieven aan de rechtbank in het kader van de beoordeling van de aanvraag
van de zorgmachtiging staan alleen haar eigen conclusies, zonder deze inhoudelijk
te onderbouwen met bijvoorbeeld een verslag van het psychiatrisch onderzoek met onderbouwde
conclusies. Zo is er slechts een beperkte omschrijving van de gezondheid van de cliënte,
staat er niet in of er sprake is van een (risico op) ernstig nadeel en of er een verband
is met een eventuele psychische stoornis.
4.1 De psychiater heeft verweer gevoerd. Het college zal daarop hieronder voor zover
nodig ingaan.
5. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
5.1 De vraag is of de psychiater zorgvuldig en volgens de professionele maatstaven
heeft gehandeld. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende psychiater.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen
en andere professionele standaarden.
De eerdere meldingen
5.2 De inspectie heeft de onderhavige klacht mede in het licht gezet van eerdere meldingen
die zij over de psychiater heeft ontvangen en ziet daarom een rode draad in de handelwijze
van de psychiater. Het college neemt de door de inspectie genoemde eerdere meldingen
niet mee in de beoordeling van de klacht. Behalve de beknopte weergave van de inspectie
over die meldingen (inhoudend dat en wanneer de meldingen zijn gedaan en wat daarvan
het onderwerp was) heeft het college daarover immers geen informatie. De psychiater
heeft bovendien aangevoerd dat het gaat om afgesloten zaken, waarin zij deels haar
handelwijze heeft aangepast en waarvan zij deels de door de inspectie gegeven lezing
betwist. Naar het oordeel van het college komt daarom aan die eerdere meldingen geen
betekenis toe bij de beoordeling van de onderhavige klacht. Hetgeen daarover door
partijen is aangevoerd, wordt hierna dan ook buiten beschouwing gelaten.
Beoordeling van de klacht
5.3 Het college is van oordeel dat het psychiatrische onderzoek en de verslaglegging
daarvan in het kader van de door de psychiater uitgevoerde second opinion niet voldoen
aan de daaraan te stellen eisen volgens de voor de psychiater geldende professionele
standaard op basis van de Richtlijn Psychiatrische Diagnostiek (2015). De psychiater
geeft in haar brief aan de rechtbank van 16 december 2021 stellig en zonder enig voorbehoud
aan dat de klachten van de cliënte voortkomen uit de ziekte van Lyme en dat er geen
sprake is van een psychotische stoornis of schizofrenie. De onderbouwing daarvan door
de psychiater kan deze conclusies niet dragen. Ook in het door de psychiater opgestelde
verslag van haar onderzoek (dat niet bij de brief is gevoegd) ontbreekt een deugdelijke
onderbouwing. Opvallend is dat de bevindingen van andere zorgverleners en de politie
praktisch onbesproken blijven. Ter zitting heeft de psychiater erkend dat zij haar
bevindingen en conclusies in ieder geval beter had moeten onderbouwen.
5.4 In het bijzonder is de psychiater naar het oordeel van het college tekort geschoten
op de navolgende punten.
5.5 De psychiater heeft niet laten zien dat zij kennis heeft genomen van de stukken
die de cliënte haar heeft aangeleverd. Wat de inhoud van die stukken is, hoe de psychiater
ze heeft beoordeeld en hoe ze deze informatie in haar onderzoek en verslaglegging
heeft meegenomen, is niet vermeld. De weging door de psychiater van deze informatie
is daardoor onduidelijk gebleven. Er was te meer reden om uitgebreid aandacht aan
de bevindingen van andere zorgverleners te besteden, omdat de psychiater tot andere
conclusies is gekomen. Zij had moeten aangeven en onderbouwen op grond waarvan zij
tot andere conclusies kwam. Haar onderzoek en de verslaglegging daarvan voldoen daardoor
niet aan de daarvoor geldende beroepsnorm.
5.6 De psychiater heeft volstaan met de enkele vermelding dat zij de huisarts en de
ggz-behandelaar van de cliënte niet om (nadere) informatie heeft gevraagd, omdat de
cliënte daar geen toestemming voor gaf. Of en in hoeverre de psychiater aan de weigering
van de cliënte en aan het (mogelijk) hierdoor ontbreken van relevante informatie in
haar dossier enige overweging en/of gevolgtrekking heeft verbonden, is niet duidelijk
geworden.
5.7 De anamnese van de psychiater is onder de maat. Nergens blijkt uit dat de psychiater
bij de cliënte heeft doorgevraagd over de psychotische klachten, die uit de diverse
aan haar overhandigde stukken naar voren komen. Met name een symptomatische vraagstelling,
gericht op een psychotische stoornis, ontbreekt. Desgevraagd heeft de psychiater ter
zitting over de inhoud van het denken aangegeven dat het inhoudelijk coherent was
en dat de cliënte een hoog denktempo had. Essentieel is dat juist op de inhoud kritisch
wordt doorgevraagd, met name op de onderdelen waar de beleving van de cliënte niet
overeenstemt met uit de stukken blijkende gegevens. Hiervan is het college evenwel
niet gebleken. Ook ten aanzien van de heteroanamnese had van de psychiater een kritischer
opstelling verwacht mogen worden dan uit haar verslag blijkt. Ook daaruit blijkt niet
dat de psychiater heeft meegewogen wat over (de houding van) de moeder van cliënte
in de stukken is vermeld.
5.8 In het verslag van de psychiater ontbreken een beschrijvende diagnose en (differentiaal)
diagnostische overwegingen. Wat de psychiater beschrijvende diagnose noemt is meer
een – selectieve – samenvatting van haar bevindingen (conclusie). Een beschrijvende
diagnose is een beschrijving van waargenomen verschijnselen, kenmerken, klachten of
symptomen, onderscheidingscriteria en hun samenhang en zo mogelijk ook de oorzaak.
Juist gelet op de vraagstelling (is het een psychose of is het de ziekte van Lyme?)
had van de psychiater ook verwacht mogen worden dat zij had aangegeven op grond waarvan
zij de diagnose psychose heeft verworpen.
5.9 De conclusie van de psychiater dat de klachten van de cliënte – uitsluitend –
te wijten zijn aan de ziekte van Lyme (neuroborreliose) en de ziekte van Weil, is
zonder nadere toelichting, die ontbreekt, ook niet goed te plaatsen. De enkele telefonische
mededeling van de internist tijdens het gesprek dat de psychiater met cliënte had
op 16 december 2021, dat cliënte de ziekte van Lyme had, is ontoereikend. Dit klemt
te meer, nu uit de (later geschreven) brief van de internist blijkt dat de cliënte
weliswaar geïnfecteerd was na de tekenbeet en vroegtijdig een antibioticakuur heeft
gekregen, maar dat zowel neuroborreliose als de ziekte van Weil niet waren aangetoond.
De internist zag ook geen aanleiding voor verdere behandeling van de cliënte.
5.10 Samenvattend is het college van oordeel dat de psychiater in haar diagnostiek
tekort geschoten is in het systematisch onderzoeken en ordenen van de gegevens en
factoren die voor haar beoordeling relevant waren en dat zij zich teveel heeft laten
leiden door de weergave van de cliënte (en haar moeder). De verslaglegging voldoet
evenmin aan de eisen, nu de psychiater daarin onvoldoende duidelijk heeft gemaakt
op welke gronden zij haar conclusies heeft gebaseerd en waar deze gronden steun vinden
in de achterliggende feiten en omstandigheden.
5.11 Wat partijen over en weer nog hebben aangevoerd over de procedurele gang van
zaken met betrekking tot het door de inspectie uitgevoerde onderzoek, doet aan het
voorgaande niet af en maakt de beoordeling door het college niet anders.
Maatregel
5.12 Omdat de klacht gegrond is, moet het college bepalen welke maatregel passend
is. Verweerster heeft zich weinig kritisch opgesteld ten opzichte van de cliënte en
is erg makkelijk meegegaan in de visie van de cliënte over de ziekte van Lyme. Zij
heeft miskend dat al ruimschoots voor de tekenbeet sprake was van psychiatrische klachten
bij de cliënte. Ze heeft daarnaast ook kritiekloos op eerste verzoek van de cliënte
een verklaring afgegeven dat de cliënte te ziek was om ter zitting van de rechtbank
te verschijnen. Ter zitting bij het college heeft de psychiater erkend dat haar psychiatrisch
onderzoek van de cliënte niet voldoet aan de professionele normen en dat zij te weinig
aandacht heeft geschonken aan de informatie die reeds aanwezig was. Zij heeft aangegeven
dat zij daaruit lering heeft getrokken en haar werkwijze heeft aangepast.
5.13 Bij het bepalen van de maatregel moet ook rekening worden gehouden met het feit
dat een klacht van de psychiater over de communicatie door de inspectie in het kader
van de eerdere meldingen over de psychiater, door de inspecteur-generaal van de inspectie
(gedeeltelijk) gegrond verklaard is. Verder acht het college van belang dat het rapport
van de inspectie over deze zaak op 5 september 2022 in concept aan de psychiater is
toegezonden, waarop namens de psychiater op 18 oktober 2022 is gereageerd. Pas nadat
de psychiater daar zelf in juni 2023 op terug gekomen is, heeft de inspectie de klacht
in oktober 2023 ingediend.
5.14 Op zich rechtvaardigt de gegrondverklaring van deze klacht de maatregel van berisping.
Rekening houdend met de erkenning door de psychiater ter zitting dat zij is tekort
geschoten en met de impact voor de psychiater van de door de inspectie gemaakte procedurele
fouten (in het bijzonder het feit dat de psychiater bijna een jaar lang in onzekerheid
heeft verkeerd over het vervolg op de door de inspectie opgemaakte rapportage), is
het college van oordeel dat kan worden volstaan met de maatregel van waarschuwing.
6. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt de psychiater de maatregel op van waarschuwing.
Deze beslissing is gegeven door R.A. Steenbergen, voorzitter, W.G.H. Corté, lid-jurist,
A.E. van der Waal, A.C.M. Kleinsman en P.D. Meesters, leden-beroepsgenoten, bijgestaan
door N.A.M. Sinjorgo, secretaris, en in het openbaar uitgesproken door K.A.J.C.M.
van den Berg Jeths-van Meerwijk op 28 augustus 2024.