Zoekresultaten 2781-2800 van de 44614 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426209 KL RK 23-109

    Opdracht tot opstellen testament niet door moeder zelf gemaakt. De kamer heeft geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de gegeven toelichting van de kandidaat-notaris niet strookt met de waarheid. De kamer gaat er dan ook vanuit dat de kandidaat-notaris in opdracht van de moeder een testament heeft opgesteld, die uiteindelijk -eveneens op verzoek van de moeder- niet is gepasseerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:48 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-859/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij van klaagster in civiel geschil. Verweerder heeft als partijdig advocaat de grenzen van de hem toekomende vrijheid niet overschreden. Hij heeft na eigen onderzoek een uitgebreid verweer in de bodemprocedure noodzakelijk geoordeeld als ook het opstarten van een kort geding tegen klaagster. Niet is gebleken dat daarbij sprake is geweest van onnodig en kansloos procederen of onnodig tijd rekken door verweerder of dat verweerder zijn eigen financiële belangen daarbij voorop heeft gesteld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-387/AL/GLD

    Klacht over advocaat wederpartij. Klaagster klaagt erover dat aan de zijde van verweerder sprake is van belangenverstrengeling. Ook zou verweerder onjuiste informatie hebben verstrekt en zou hij niet hebben gezocht naar een minnelijke oplossing. Van de gestelde verwijten is de raad niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:65 Hof van Discipline 's Gravenhage 230144

    Aan de klacht ligt een geschil ten grondslag tussen twee broers die ieder voor de helft eigenaar waren van een groot concern. Verweerder was aanvankelijk advocaat van een van de dochters in het concern. Hij werd ingeschakeld voor alledaagse juridische zaken. Vanaf november 2018 raakte verweerder op de hoogte van het geschil tussen de broers, dat tot een impasse in de besluitvorming binnen het concern leidde, althans dreigde te leiden. Vanaf dat moment is verweerder ook in dat geschil gaan adviseren. Hij deed dat in ieder geval in opdracht van de dochter, daarbij vertegenwoordigd door één van beide broers. Die broer was steeds de contactpersoon van verweerder geweest. Daarnaast had verweerder ook veelvuldig contact met de adviseurs die diezelfde broer in het geschil, onder wie de advocaat van die broer in privé. Klager in deze zaak is de andere broer. Hij verwijt verweerder terecht dat hij hem niet heeft geïnformeerd over de adviezen die verweerder als advocaat van de vennootschappen in het aandeelhouders- en bestuurdersgeschil gaf aan zijn broer. Klager verwijt verweerder verder ook terecht dat hij ook optrad als privé-adviseur van zijn broer. Het hof vindt de door de raad opgelegde berisping te zwaar. De verweten gedragingen vonden plaats in de context van een grote onderneming die stuurloos dreigde te raken. Waarschuwing,

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:66 Hof van Discipline 's Gravenhage 240052

    Klacht tegen een deken niet verwezen door de voorzitter. De klacht niet duidelijk en niet concreet onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:50 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-864/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht van klager kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:5 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425234 KL RK 23-96

    De notaris heeft klagers verkeerd geïnformeerd over de opeisbaarheid van hun legitieme vordering. Hij heeft ook op een later moment niet de onjuistheid van zijn voorlichting aan klagers zelf erkend. De kamer legt de notaris de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:67 Hof van Discipline 's Gravenhage 240047

    Klacht tegen een deken niet verwezen door de voorzitter. De klacht is niet duidelijk en niet concreet onderbouwd. Verder geldt dat een klacht tegen een deken geen middel is om de inhoud van een dekenvisie in een andere zaak ter discussie te stellen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:48 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-770/DH/RO

    Beslissing tot ambtshalve voortzetting.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:51 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-722/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. In deze zaak verwijt klager verweerder dat aan diens zijde sprake is van belangenverstrengeling. Ook zou verweerder zich niet hebben ingezet om een minnelijke regeling te bereiken, zou hij feiten stellen waarvan hij de onjuistheid kende of had moeten kennen en zou hij zich onnodig grievend tegenover klager hebben uitgelaten. Dat verweerder ooit de bewindvoerder over het vermogen van de ex-partner van klager heeft bijgestaan en nu de ex-partner bijstaat maakt naar het oordeel van de raad niet dat sprake is van een belangenverstrengeling. Er is een minnelijke regeling tot stand gekomen toen ook klager een advocaat had ingeschakeld. Het verwijt dat verweerder zich niet heeft ingezet om een minnelijke regeling te bereiken is dan ook ongegrond. Ook het klachtonderdeel betreffende het stellen van onjuiste feiten is ongegrond, nu een vergissing in een in de dagvaarding vermelde datum in dit geval niet als zodanig kwalificeert. Verder is gebleken dat verweerder zich grievend jegens klager heeft uitgelaten. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:6 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/424009 KL RK 23-86

    Klacht over de vrije wilsvorming/wilsonbekwaamheid van erflater. Klacht ongegrond. De kamer heeft geen redenen om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van de notaris, waaruit volgt dat zij voldoende alert is geweest op de wilsbekwaamheid van erflater, dat zij geen aanleiding had aan die wilsbekwaamheid te twijfelen en dat haar van ongewenste beïnvloeding door de partner van erflater ook niet is gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:52 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-813/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft klager bijgestaan in een zogenoemde overlegscheiding. Verweerster zou volgens klager bevooroordeeld zijn jegens hem als persoon en er zou sprake zijn van belangenverstrengeling aan de zijde van verweerster. Ook verwijt klager verweerster dat zij zijn zaak onvoldoende zorgvuldig heeft behandeld. Verweerster heeft aangegeven dat zij in voorkomende gevallen externe deskundigen inschakelt. Met een aantal werkt zij vaker samen, zoals geldt voor de in de overlegscheiding ingeschakelde deskundige. Dat betekent naar het oordeel van de raad echter niet dat sprake is van belangenverstrengeling. Dit klachtonderdeel is ongegrond evenals de overige klachtonderdelen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:46 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-851/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is klaagster kennelijk niet-ontvankelijk in deze klacht. Verweerster wordt alleen beklaagd over haar optreden namens de deken Amsterdam, niet voor optreden op eigen titel. Over exact hetzelfde verwijt heeft klaagster op 31 mei 2023 een klacht ingediend. In die klachtzaak (23-852/AL/NN) is op dezelfde datum een beslissing door de voorzitter genomen. Niet valt in te zien welk belang klaagster nog heeft bij haar onderhavige klacht over verweerster.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:7 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425564 KL RK 23-103

    Klagers verwijten de notaris dat hij de werkwijze van de VvE niet heeft gerespecteerd, waardoor de VvE niet tijdig de verklaring zoals bedoeld in artikel 5:122 lid 5 BW kon afgeven. De kamer is van oordeel dat de notaris op de juiste wijze heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:44 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-657/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Niet in geschil is dat verweerster gedragsregel 21 lid 3 heeft geschonden door zich tot de rechter te wenden nadat uitspraak was bepaald, terwijl de wederpartij daarvoor geen toestemming heeft gegeven. Dat een medewerker van de rechtbank heeft verteld dat het nog mogelijk is om een reactie in te dienen, betekent niet dat verweerster daarmee een vrijbrief heeft om de gedragsregels te schenden. Daarbij geldt ook dat de regels met betrekking tot de goede procesorde, waar de rechtbank aan toetst, anders zijn dan wat de gedragsregels normeren. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:45 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-666/DH/DH/D

    Dekenbezwaar. Vast is komen te staan dat verweerder over de jaren 2021 en 2022 onvoldoende opleidingspunten heeft behaald en onvoldoende GIO’s heeft gevolgd. Verweerder heeft niet (tijdig) gereageerd op verzoeken van de deken om de CCV in te vullen. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:53 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1971

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is bij de orthopedisch chirurg terechtgekomen na verwijzing door de huisarts in verband met voetklachten. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg het stellen van een verkeerde diagnose, het geven van een onjuiste behandeling, het discrimineren op basis van leeftijd en het niet voldoen aan de vereisten van informed consent en shared decision making. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:54 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1993

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft klager in 2021 gezien voor een orthopedische expertise ter beoordeling van de mate van invaliditeit van klager na drie verkeersongevallen (twee in 2014 en één in 2018). De orthopedisch chirurg heeft een rapport opgesteld. Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij: (1) pijnklachten buiten beschouwing heeft gelaten en de AMA-guides onjuist heeft toegepast, (2) een onvolledige niet volledig juiste anamnese heeft afgenomen, (3) buiten zijn vakgebied is getreden, (4) door middel van MRI-scans vastgestelde afwijkingen ontkent en (5) concludeert dat klagers rugklachten niet aan de ongevallen gerelateerd zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:47 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-125/DH/RO/D

    Verzoek art. 60b toegewezen: schorsing en benoeming waarnemer. Verweerder heeft door medische omstandigheden sinds januari 2024 niet of nauwelijks werkzaamheden verricht en is op dit moment niet in staat zijn praktijk te voeren en zittingen bij te wonen, ook niet die van de raad. Van bezwaren van verweerder tegen de verzochte schorsing en waarneming is de raad bovendien niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:55 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2041

    Klacht tegen een revalidatiearts. Klager is in 2011 gediagnosticeerd met het Guillain-Barré Syndroom (verder: GBS). Hij was van januari 2012 tot februari 2013 klinisch opgenomen en aansluitend poliklinisch behandeld in een revalidatiecentrum waar de revalidatiearts destijds werkzaam was. Omdat geen indicatie meer bestond voor verdere revalidatie in de tweede lijn is geprobeerd een eerstelijns fysiotherapeut te vinden voor verdere begeleiding van klager. Uiteindelijk is in 2015 nog een tweede poliklinische revalidatieperiode aan klager aangeboden voor de duur van acht weken, waarna de behandeling definitief is geëindigd. Klager verwijt de revalidatiearts onvoldoende onderbouwing van het beleid en onvoldoende informatievoorziening aan klager voorafgaand en volgend op zijn ontslag uit de tweede poliklinische revalidatieperiode, gebrekkige en oneigenlijke dossiervoering en onvoldoende toezicht op professionele dossiervorming van teamleden (psycholoog en fysiotherapeut), gebrek aan expertise als controlerend/coördinerend revalidatiearts in de periode na ontslag, waardoor er een enorme terugval in het lichamelijk en geestelijk functioneren van klager is opgetreden, in het bijzonder heeft de revalidatiearts de richtlijn spierziekten niet gevolgd, en onvoldoende zelfreflectie en onvoldoende toetsbare houding in de interne klachtenprocedure naar aanleiding van het ontslag en een onjuist/onwaar verweer gevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in alle onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.