ECLI:NL:TADRAMS:2024:77 Raad van Discipline Amsterdam 24-167/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2024:77
Datum uitspraak: 15-04-2024
Datum publicatie: 25-04-2024
Zaaknummer(s): 24-167/A/A
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen: Voorzittersbeslissing
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing; Klacht niet-ontvankelijk vanwege het overschrijden van de vervaltermijn van drie jaar.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam
van 15 april 2024
in de zaak 24-167/A/A

naar aanleiding van de klacht van:

klager

over:

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) van 5 maart 2024 met kenmerk 2274371/JS/KV, digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 4. 

1    FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1    In september 2010 heeft verweerder een eigen advocatenkantoor (hierna het kantoor) opgericht. In de periode 2010-2012 maakte klager deel uit van een adviesraad voor het kantoor. Voor zijn werkzaamheden heeft klager met verweerder een tarief afgesproken. Klager heeft in de periode van oktober 2011 tot en met januari 2013 voor zijn werkzaamheden facturen aan het kantoor verstuurd. 
1.2    In december 2015 is het kantoor failliet verklaard. Een deel van klagers facturen zijn door het faillissement onbetaald gebleven. 
1.3    Op 14 oktober 2023 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder. 

2    KLACHT
2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder dat hij facturen van klager uit het faillissement van zijn kantoor heeft gehouden en ondanks toezeggingen daartoe onbetaald heeft gelaten.

3    VERWEER
3.1    Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

4    BEOORDELING
4.1    Het in de artikelen 46 en volgende van de Advocatenwet geregelde tuchtrecht heeft betrekking op het handelen en nalaten van advocaten als zodanig en beoogt een behoorlijke beroepsuitoefening te waarborgen. Maar ook wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat blijft voor de advocaat het advocatentuchtrecht gelden. Indien de advocaat zich bij de vervulling van die andere functie zodanig gedraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad, zal in het algemeen sprake zijn van handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt waarvan de advocaat een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. 
4.2    Op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en onder a Advocatenwet wordt een klacht niet-ontvankelijk verklaard indien deze wordt ingediend na het verloop van drie jaren na de dag waarop de klager kennis heeft genomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht betrekking heeft. 
4.3    Op grond van lid 2 van dit artikel blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond van lid 1 achterwege indien de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs pas na het verstrijken van de driejaartermijn bekend zijn geworden. In dat geval verloopt de termijn voor het indienen van een klacht een jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend geworden zijn aan te merken. Het gaat hier om een vervaltermijn die ambtshalve door de tuchtrechter wordt toegepast. Alleen onder (zeer) bijzondere omstandigheden kan een overschrijding van deze termijn verschoonbaar zijn.  
4.4    De voorzitter stelt vast dat de klacht betrekking heeft op het onbetaald laten van een deel van de facturen die klager aan verweerder(s kantoor) heeft verstuurd voor werkzaamheden in de periode 2010-2012, ondanks vele toezeggingen tot betaling die verweerder - zowel voor als na het faillissement van zijn advocatenkantoor in december 2015 - zou hebben gedaan. Door hierover pas op 14 oktober 2023 een klacht in te dienen, heeft klager de hiervoor in 4.2 genoemde wettelijke termijn van drie jaar ruimschoots overschreden. Klager stelt dat verweerder na een afspraak op 11 mei 2016 nog talloze toezeggingen heeft gedaan de openstaande facturen alsnog te zullen betalen. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft klager correspondentie met en over verweerder overgelegd waaruit dit zou moeten blijken. De voorzitter overweegt dat de meest recente stukken die verweerder heeft overgelegd dateren van 28 december 2019 en daarmee eveneens buiten de driejaarstermijn vallen. Van een reden voor verlenging van de driejaarstermijn op grond van artikel 46g lid 2, is de voorzitter niet gebleken. Ook is de voorzitter niet gebleken van (zeer) bijzondere omstandigheden op grond waarvan de termijnoverschrijding toelaatbaar (verschoonbaar) zou kunnen worden geacht. 
4.5    Uit het voorgaande volgt dat de klacht op grond van artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de voorzitter niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht.
4.6    Ten overvloede wenst de voorzitter nog te overwegen dat wanneer de klacht inhoudelijk behandeld hadden kunnen worden, deze kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard, omdat de klacht betrekking heeft op een civiele afrekening tussen klager en verweerder en het niet tot de taak van de tuchtrechter behoort om in civielrechtelijke geschillen een oordeel te geven. Dat is voorbehouden aan de civiele rechter, tenzij duidelijk is dat de verweerder de hierboven onder 4.1 genoemde maatstaf heeft overtreden. Daarvan is niet gebleken. 

BESLISSING
De voorzitter verklaart de klacht, met toepassing van artikel 46g, lid 1 onder a Advocatenwet, niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. J.J. Roos, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken in het openbaar op 15 april 2024

Griffier         Voorzitter


Verzonden op: 15 april 2024