Zoekresultaten 22021-22040 van de 44966 resultaten
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 15187a
- Datum publicatie: 20-02-2017
- Datum uitspraak: 20-02-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:30
Diagnose hersentumor gemist? Neuroloog was arts-assistent en heeft MRI-scan met contrastopname aangevraagd. Klaagster heeft nadrukkelijk te kennen gegeven dat zij haar behandeling wenste over te dragen aan het hoofd van de afdeling neurologie. Niet bij de verdere behandeling betrokken. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 15187d
- Datum publicatie: 20-02-2017
- Datum uitspraak: 20-02-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:31
Diagnose hersentumor gemist? Neuroloog was supervisor. Art-assistent heeft MRI-scan met contrastopname aangevraagd. Klaagster heeft nadrukkelijk te kennen gegeven dat zij haar behandeling wenste over te dragen aan het hoofd van de afdeling neurologie. Niet bij de verdere behandeling betrokken. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:13 Accountantskamer Zwolle 16/1328 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-02-2017
- Datum uitspraak: 17-02-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:13
Betrokkene heeft voor zijn broer de aangifte inkomstenbelasting gedaan. Daarbij is betrokkene uitgegaan van de bedragen die zijn broer heeft opgegeven. Betrokkenen heeft niet om een toelichting gevraagd en zich derhalve evenmin een oordeel gevormd over de juistheid van de bedragen. Betrokkene was ervan op de hoogte dat de door hem opgestelde stukken zouden worden ingebracht in een gerechtelijke procedure over de door zijn broer te betalen alimentatie. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-016/DB/OB
- Datum publicatie: 17-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:30
Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door van zijn cliënt verkregen stukken te overleggen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:257 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-593/DH/DH
- Datum publicatie: 17-02-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:257
Klager verwijt verweerder dat hij het indienen van een klacht heeft gebruikt als oneigenlijk drukmiddel teneinde klager en/of diens gemachtigde ervan te weerhouden een civiele procedure te starten jegens de cliënten van verweerder. Volgens hen heeft tussen verweerder en de gemachtigde van klager een mailwisseling plaatsgevonden waarin verweerder dreigde met het indienen van een klacht. Verweerder heeft betwist dat hij een dergelijk e-mailbericht heeft gezonden en deze correspondentie bevindt zich niet in het dossier, zodat de raad de juistheid van de stellingen van klager en zijn gemachtigde niet kan vaststellen. De raad is van oordeel dat klager zijn klacht niet, althans onvoldoende heeft onderbouwd, zodat de klacht feitelijke grondslag mist. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:258 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-097/DH/DH
- Datum publicatie: 17-02-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:258
Klacht over advocaat wederpartij. De advocaat heeft in een door haar opgestelde dagvaarding een gekleurde versie van de feiten gegeven en daarin geen melding gemaakt van een tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst. De raad is van oordeel dat verweerster de rechter daarmee onjuist dan wel onvolledig heeft geïnformeerd en acht dit tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-837/DB/ZWB
- Datum publicatie: 17-02-2017
- Datum uitspraak: 13-02-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:28
Klager verwijt verweerder op te hebben getreden voor de stichting zonder dat klager, in zijn hoedanigheid van voorzitter van die stichting, daarvoor toestemming heeft gegeven. Voorts verwijt klager verweerder overtreding van de VAFI en WWFT. Verweerder heeft voor zijn werkzaamheden opdracht gekregen van de secretaris/penningmeester en een ander bestuurslid. Volgens de registers van de Kamer van Koophandel waren de betreffende bestuurders echter niet alleen en zelfstandig bevoegd en had dus ook de voorzitter toestemming moeten geven. Klacht gedeeltelijk gegrond; geen maatregel.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:29 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-050/DB/LI
- Datum publicatie: 17-02-2017
- Datum uitspraak: 13-02-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:29
het enkele feit dat een partij met een hem onwelgevallige procesbeslissing wordt geconfronteerd geenszins blijkt dat de voorzitter en de leden van het college dat de beslissing nam, vooringenomen zouden zijn. Verzoek tot wraking afgewezen
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-171/DH/RO
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 28-11-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:254
Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden met toepassing van artikel 46j Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. Klager heeft in zijn verzetschrift een nieuwe klacht tegen verweerder ingediend. Klachten tegen een advocaat moeten echter worden ingediend op de in artikel 46c Advocatenwet bepaalde wijze. Dit betekent dat in verzet geen nieuwe klachten aan de raad ter beoordeling kunnen worden voorgelegd. De raad zal de door klager in verzet geformuleerde nieuwe klacht tegen verweerder dan ook buiten beschouwing laten. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:248 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-591/DH/RO c
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 09-08-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:248
voorzittersbeslissing; klacht ingediend door klager namens vvebestuur; later heeft klager zich op het standpunt gesteld dat hij de klaacht als vvebestuurder pro se heeft ingediend; in die hoedanigheid is hij ontvankelijk; klacht kennelijk ongegrond; zie ook 16-591DH/RO b
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:71 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.291
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:71
De klacht heeft betrekking op de behandeling van de broer van klager, hierna patiënt, overleden in 2012. Verweerder is als uroloog betrokken geweest bij de behandeling van patiënt. Klager verwijt verweerder kort gezegd dat hij: 1) heeft geweigerd een afschrift van het volledige patiëntendossier van patiënt te verstrekken, nu de verslaglegging van de talrijke bezoeken van klager met patiënt aan de SEH vóór 2012 ontbreekt, en 2) medisch nalatig heeft gehandeld doordat hij op dan wel vanaf 25 januari 2012 geen preventief onderzoek heeft ingesteld om de diagnose kanker uit te sluiten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.117
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:65
Patiënte (de moeder van klager), die onder andere leed aan dementie, type alzheimer, is op 26 oktober 2014 met pneumonie opgenomen in het ziekenhuis. Bij die opname was door de dienstdoende arts gezien de conditie van de patiënte een niet-escalerend beleid afgesproken. Patiënte zou niet gereanimeerd worden en niet naar de intensive care worden overgeplaatst. In de ochtend van 27 oktober 2014 is patiënte door de behandeld medisch specialisten aan de arts overdragen. Klager verwijt de arts – verkort weergegeven – dat hij patiënte niet de vereiste zorg heeft geboden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:59 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.442
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:59
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:242 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-245/DH/DH-a
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 24-11-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:242
voorzittersbeslissing; klacht over kwaliteit van dienstverlening kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:255 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-485/DH/RO
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 28-11-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:255
Klacht over eigen advocaat. De raad stelt voorop dat van een advocaat mag worden verwacht dat hij gemaakte afspraken schriftelijk vastlegt in een opdrachtbevestiging of een ander schriftelijk stuk, juist om discussies achteraf over de inhoud van de opdracht en de nadien gevolgde strategie te voorkomen. Nu verweerder hiervoor niet heeft zorggedragen, kan de raad niet vaststellen welke afspraken zijn gemaakt omtrent de te volgen strategie. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:22 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-132/DH/RO
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 13-02-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:22
Klacht over eigen advocaat. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij haar niet van alle correspondentie met derden en processtukken een afschrift heeft gezonden. Verweerders stelling dat hij met klaagster was overeengekomen dat hij haar niet alle processtukken en correspondentie in afschrift hoefde toe te zenden, is door klaagster ter zitting van de raad uitdrukkelijk betwist. Het bewijsrisico van een niet vastgelegde afspraak berust bij de advocaat. De raad moet het er daarom voor houden dat verweerder, zonder de ondubbelzinnige instemming van klaagster en zelfs tegen de wens van klaagster in, klaagster niet in alle zaken die hij voor haar heeft behartigd in alle gevallen een afschrift van processtukken dan wel correspondentie heeft toegezonden. Verweerder heeft in zoverre tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klacht voor het overige ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:249 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-607/dh/ro
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 23-08-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:249
voorzittersbeslissing; kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:72 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.292
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:72
De klacht heeft betrekking op de behandeling van de broer van klager, hierna patiënt, overleden in 2012. Verweerster, destijds uroloog in opleiding, is betrokken geweest bij de behandeling van patiënt. Klager verwijt verweerster kort gezegd dat zij: 1) medisch nalatig heeft gehandeld doordat zij geen preventief onderzoek heeft ingesteld om de diagnose kanker uit te sluiten, 2) ten onrechte heeft verklaard dat zij de behandelopties en de daaraan verbonden risico’s heeft besproken met patiënt, en 3) de juiste weergave van het poliklinisch consult dat plaatsvond op 9 maart 2012 ontkent. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.133
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 16-02-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:66
Klacht tegen GZ-psycholoog over behandeling minderjarige zoon van klaagster. Klaagster heeft een veelheid aan klachtonderdelen tegen verweerster (gz-psycholoog) ingediend. Klaagsters maakt verweerster de volgende verwijten:1. dat er nooit een behandelplan werd opgesteld of bijgewerkt door verweerster, dat de ingezette lijn uit het behandelplan van een collega van verweerster niet werd vervolgd en dat het advies met betrekking tot gezinsdiagnostisch onderzoek van een collega van verweerster niet werd opgevolgd; 2. dat verweerster onterecht heeft ingezet op een systeemaanpak in de vorm van mediatietherapie met als gevolg dat de zoon daardoor niet de individuele behandeling kreeg die hij nodig had; 3. dat er door verweerster als hoofdbehandelaar van de zoon geen contact werd opgenomen na terugkeer van haar verlof over dringende nog niet beantwoorde hulpvragen; 4. dat verweerster zich niet verdiepte in de aanleiding tot het schrijven van het afscheidsbriefje van de zoon en er onvoldoende opvolging aan gaf; 5. dat verweerster zich niet of nauwelijks verdiepte in, en anticipeerde op de individuele problematiek en behandeling van de zoon, specifiek dat zij niet reageerde op de herhaalde en dringende hulpvraag met betrekking tot de ernstige overprikkeling, bloedfobie, vastlopen in het regulier onderwijs en toename van agressie; 6. dat verweerster onvoldoende anticipeerde op de schoolproblematiek van de zoon naar aanleiding van de handleiding en het gesprek. Het RTG is van oordeel dat verweerster als hoofdbehandelaar geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt en de behandeling van de zoon voldoende heeft gecoördineerd, gevolgd en waar nodig in gang gezet. Klacht is op alle onderdelen ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster en gelast/verzoekt de publicatie.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:243 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-245/DH/DH-b
- Datum publicatie: 16-02-2017
- Datum uitspraak: 24-11-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:243
voorzittersbeslissing; klaagster is geen belanghebbende, klacht kennelijk niet-ontvankelijk
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1101
- Pagina: 1102
- Pagina: 1103
- ...
- Pagina: 2249
- Volgende pagina zoekresultaten