Zoekresultaten 321-340 van de 2895 resultaten
-
ECLI:NL:TNORDHA:2022:22 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-28
- Datum publicatie: 23-11-2022
- Datum uitspraak: 12-10-2022
- ECLI:NL:TNORDHA:2022:22
Klagers verwijten de notaris dat hij niet heeft gereageerd op de vragen die klagers hem meerdere malen hebben gesteld. Ook verwijten klagers de notaris dat hij niet zelf gereageerd heeft, maar zijn kantoorgenoten (notarieel secretaresse en paralegal).
-
ECLI:NL:TNORSHE:2022:33 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/16
- Datum publicatie: 03-11-2022
- Datum uitspraak: 29-08-2022
- ECLI:NL:TNORSHE:2022:33
Klacht over (met name) weigering van de notaris tot wijziging van de wijze van indexering van een erfpachtcanon, die door zijn ambtsvoorganger was vastgelegd in een akte uit 1998. De voorzitter heeft de klacht terstond afgewezen omdat deze naar zijn oordeel kennelijk ongegrond is. De kamer heeft het verzet tegen die voorzittersbeslissing ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2022:34 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/53, 54 en 55
- Datum publicatie: 03-11-2022
- Datum uitspraak: 17-10-2022
- ECLI:NL:TNORSHE:2022:34
Verzet tegen gecombineerde voorzittersbeslissing, waarbij de zevende en achtste tuchtklacht die klager tegen de notaris heeft ingediend zijn afgewezen wegens niet-ontvankelijkheid en ongegrondheid en waarbij de negende tuchtklacht tegen de notaris buiten behandeling is gesteld wegens misbruik van klachtrecht. De kamer verklaart het verzet tegen de beslissing van de voorzitter op de achtste en negende tuchtklacht ongegrond en verklaart het verzet tegen de buitenbehandelingstelling van de negende tuchtklacht niet-ontvankelijk. Geen overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM waarbinnen op de klachten had moeten worden beslist. Nu de – door het procedeergedrag van klager veroorzaakte – verwijzing van de behandeling van de twee door klager ingediende wrakingsverzoeken naar een andere kamer voor het notariaat er in overwegende mate toe heeft geleid dat de behandeling van deze verzetprocedures is vertraagd, is de kamer van oordeel dat deze vertraging voor rekening van klager behoort te blijven.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:43 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/401242 KL RK 22-28 C/05/401243 KL RK 22-29 C/05/401244 KL RK 22-30
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 30-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:43
De klachten zijn ongegrond. Klager heeft in de akte van 28 april 2020erkend dat hij op de ontbindende voorwaarde een beroep heeft gedaan, daarmee is dat een feit geworden en kan het de notaris niet worden tegengeworpen.Klager heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat hij door de notaris onder druk is gesteld om de koopakte van 28 april 2020 te ondertekenen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:44 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/402790 KL RK 22-47
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 30-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:44
Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris door geen boedelbeschrijving te maken, direct na het overlijden in 2013, zijn informatieplicht als executeur geschonden. De notaris heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat hij na het overlijden van erflater gesprekken heeft gehad met de erfgenamen over de afwikkeling van de nalatenschap. Het is aan de notaris als executeur om een actieve rol in te nemen bij de afwikkeling. Dat kan ook zijn het vastleggen van de afspraken die partijen onderling hebben gemaakt.Geen kostenveroordeling voor de verleende rechtsbijstand omdat de gemachtigde van klaagster haar bewindvoerder is en geen derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleend.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:40 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/400678 KL RK 22-23
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 21-10-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:40
Toepassing artikel 99 lid 21 Wna.Klagers verwijten de oud-notaris dat er ten tijde van het passeren van de op hen betrekking hebbende leveringsakten begin 2013 geen althans onvoldoende Belehrung heeft plaatsgevonden.De kamer overweegt dat klagers partij waren bij de op hen betrekking hebbende leveringsakte. Vanaf de datum van passeren van de leveringsakte worden klagers verondersteld bekend te zijn met de inhoud van de op hen betrekking hebbende leveringsakte. De kamer komt dan ook tot de conclusie dat de klachttermijn een aanvang nam op de data waarop de betreffende leveringsakten van klagers zijn gepasseerd. Omdat de leveringsakten van klagers al begin 2013 zijn gepasseerd was de termijn van artikel 99 lid 21 Wna al verstreken. De kamer overweegt verder dat voor toepassing van de uitzonderingstermijn van een jaar slechts in zeer uitzonderlijke gevallen plaats is, namelijk als het overschrijden van de klachttermijn van drie jaar redelijkerwijs niet aan een klager kan worden verweten. In het onderhavige geval is daarvan geen sprake. Klagers waren immers zelf partij bij de leveringsakten waarbij het handelen of nalaten van de oud-notaris waarover geklaagd wordt, heeft plaatsgevonden.De kamer heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:41 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/402641 KL RK 22-44 C/05/402643 KL RK 22-45
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 20-10-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:41
Klacht betreft het niet passeren van een levenstestament voor de moeder van klager.Klager vindt dat de notarissen moeder groot onrecht hebben aangedaan door, ondanks vele gesprekken met moeder en brieven van artsen, geen medewerking te verlenen aan het passeren van het levenstestament. Het is volgens klager in moeders belang dat haar wil wordt vastgelegd zoals ze deze meerdere malen heeft aangegeven.De kamer overweegt dat de notarissen op zorgvuldige wijze de wilsbekwaamheid van moeder hebben beoordeeld door op meerdere momenten met moeder te spreken om haar wil te verifiëren. Omdat de notarissen naar aanleiding van de gesprekken met moeder niet de volle overtuiging hadden dat het gewijzigde levenstestament de wil van moeder bevatte, dat moeder de inhoud ervan begreep en dat zij haar wil zonder ongewenste beïnvloeding van derden aan de notarissen kenbaar heeft kunnen maken, hebben de notarissen naar het oordeel van de kamer niet onzorgvuldig gehandeld door op dat moment hun medewerking op te schorten en moeder hierover te informeren. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/401908 KL RK 22-34
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 27-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:42
Naar het oordeel van de kamer handelt de notaris onbehoorlijk door niet of veel te laat te reageren naar klager.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:37 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/402369 / KL RK 22-39
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 23-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:37
Bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de klacht maakt de kamer onderscheid tussen de klachtonderdelen die zien op het handelen van de notaris voorafgaand aan en bij gelegenheid van het gesprek van 3 maart 2017 enerzijds en anderzijds de klachtonderdelen die betrekking hebben op de wijze waarop de oud-notaris zijn werkzaamheden heeft gedeclareerd. Omdat klagers aanwezig zijn geweest bij het gesprek van 3 maart 2017 en dus vanaf dat moment met het handelen dan wel nalaten van de notaris bekend zijn geweest, kunnen zij op dit punt niet in hun klacht ontvangen worden. Hetzelfde geldt voor hun klacht tegen de wijze van declareren van de notaris aangezien vaststaat dat de declaratie waar het om gaat ook langer dan drie jaar voorafgaand de indiening van de klacht bij klager bekend is geweest.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/402483 / KL RK 22-42
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 27-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:31
De notaris heeft twee appartementen in eigendom, aangekocht voor de kinderen van de notaris. Deze appartementen worden inmiddels langdurig verhuurd aan derden. De notaris heeft gehandeld in strijd met artikel 17 derde lid Wna. Klacht gegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:38 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/400787 / KL RK 22-26
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 22-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:38
Niet althans onvoldoende is gebleken dat de notaris heeft gehandeld in strijd met de bij de notaris passende onafhankelijkheid en onpartijdigheid dan wel dat hij de schijn daarvan heeft gewekt. Klacht op alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:32 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/400795/ KL RK 22-27
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 14-07-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:32
De kamer acht het verwijt dat de notaris onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de moeder van klagers ten tijde van het opmaken en passeren van het levenstestament, de volmacht en de levering van haar woning aan de broer van klagers en (kennelijk) ook het testament gegrond. De kamer legt de notaris daarom de maatregel van waarschuwing op. Het behoorde echter niet tot de plicht van de notaris om klagers op de hoogte te stellen van het opmaken en passeren van de akten, omdat klagers daarbij geen partij waren.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:39 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/401647 / KL RK 22-33
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 22-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:39
Op diverse momenten is het voor klager onduidelijk geweest wiens belangen de notaris behartigde en op welke wijze. Klacht is deels gegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:33 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/400423/ KL RK 22-20
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 14-07-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:33
Klaagster was geen partij bij de koopovereenkomst, gesloten tussen haar ouders en de broer van klaagster. De kamer is van oordeel dat klaagster voor zover de klacht is gericht op het verlenen van ministerie door de notaris aan de overdracht van de woning, klaagster geen redelijk belang heeft in de zin van artikel 99 lid 1 Wna en dus niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar klacht. Het informeren van klaagster over de transactie door de notaris doet niets af aan haar onafhankelijkheid, ongeacht de kwalificatie als ‘partijnotaris’. Dat deel van de klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:34 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/394588 / KL RK 21-150
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 04-04-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:34
De kamer stelt voorop dat het enkele feit dat de notaris, overeenkomstig de bevoegdheid en de taak die de Kadasterwet hem toedeelt, een standpunt inneemt over de vraag of een bepaalde verjaring genoegzaam is aangetoond, geen grond kan vormen om de onafhankelijkheid van de notaris in twijfel te trekken. Dit deelverwijt, op zich zelf beschouwd, treft dus geen doel. De wijze echter waarop de notaris over de (voorbereiding van de) uitoefening van deze bevoegdheid met partijen, klager in dit geval, is voor de indruk van klager over de onafhankelijke positie van de notaris begrijpelijkerwijs wel weer van belang. Het feit dat de notaris op dit punt steken heeft laten vallen, rechtvaardigt niet de conclusie dat hij zich onvoldoende onafhankelijk heeft opgesteld, maar de notaris had in dit geval, als een zichtbare en controleerbare waarborg van zijn onafhankelijkheid, meer aandacht dienen te besteden aan een zorgvuldig verloop van de communicatie met klager. Klacht gegrond. Bij oplegging maatregel van berisping weegt mee dat de notaris in 2020 en 2021 ook reeds te maken had met gegrond verklaarde klachten wegens tekortkomingen in de communicatie
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:35 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/394662 / KL RK 21-152 C/05/394665 / KL RK 21-153
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 23-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:35
Bij beoordeling van de vervaltermijn indien het BFT een klacht indient, moet volgens de vaste rechtspraak de maatstaf “kennis nemen van het klachtwaardig handelen” van artikel 99 lid 21 Wna zo wordt uitgelegd dat de vervaltermijn van drie jaar eerst gaat lopen wanneer het BFT een onderzoek start. Dit uitgangspunt lijdt volgens bedoelde rechtspraak echter uitzondering wanneer het BFT geruime tijd laat verstrijken tussen ontvangst van serieuze signalen en de start van het onderzoek. BFT wordt wel een redelijke termijn gegund om de signalen die hij ontvangt te verwerken en zo nodig een onderzoek te starten. Uit het voorgaande volgt dat in de voorliggende zaak tussen de eerste serieuze signalen op 18 januari 2018 of op zijn laatst op 18 mei 2018 enerzijds en anderzijds de start van het onderzoek op 28 mei 2019, een zeer lange termijn is verstreken die naar het oordeel van de kamer niet meer redelijk genoemd kan worden. De notaris moet er na verloop van tijd immers in principe van uit kunnen gaan dat een betrokkene geen reden ziet om een klacht tegen de notaris in te dienen. In dat licht bezien had van het BFT meer voortvarendheid mogen worden verwacht. Dit brengt naar het oordeel van de kamer mee dat in dit geval voor het bepalen van de aanvang van de vervaltermijn van drie jaar in deze zaak niet kan worden uitgegaan van de start van het onderzoek van het BFT en teruggegrepen moet worden op de hoofdregel van artikel 99 lid 21 Wna, hetgeen in dit geval tot de conclusie leidt dat de klacht te laat is ingediend en dat het BFT niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn klacht.
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:36 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/404405 KL RK 22-63
- Datum publicatie: 21-10-2022
- Datum uitspraak: 23-09-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:36
Naar het oordeel van de kamer lag het niet op de weg van de notaris lag om zonder voorafgaand overleg met klager en [L.] over wat zij bedoelden met de BTW-clausule, de (implicaties van deze) BTW-clausule aan belastingdeskundigen voor te leggen. Hetzelfde geldt voor het feit dat de notaris vervolgens eigenmachtig een concept-depotovereenkomst heeft opgesteld en een bedrag in depot heeft gehouden terwijl daarover geen overeenstemming bestond tussen klager en [L.] Een en ander afgezien nog van het feit dat het maar zeer de vraag is of de betaling van de in de vaststellingsovereenkomst overeengekomen bedragen wel over de derdengeldrekening van de notaris had mogen lopen nu de notaris geen enkele betrokkenheid had bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. De kamer komt daarom tot de conclusie dat de dat de notaris in deze zaak heeft gehandeld in strijd met het gebod van onpartijdigheid en onafhankelijkheid. Het advies dat de notaris vanwege zijn vragen over de mogelijke toepasselijkheid van de zogenaamde verleggingsregeling heeft ingewonnen en de daaruit voortvloeiende concept-depotovereenkomst waren namelijk behalve indirect op het belang van de fiscus, vooral gericht op de bescherming van het belang van [L.]. Uit niets blijkt dat de notaris bij zijn handelen ook oog heeft gehad voor de belangen van klager. Klacht gegrond, maatregel berisping
-
ECLI:NL:TNORARL:2022:46 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/402216 / KL RK 22-38
- Datum publicatie: 20-10-2022
- Datum uitspraak: 22-12-2022
- ECLI:NL:TNORARL:2022:46
Broer van klaagster heeft in 2016 en 2021 een testament op laten stellen en ondertekend. De notaris heeft zowel in 2016 als in 2021 voldoende zorgvuldig gehandeld bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de broer van klaagster. Ook heeft de notaris voldoende gewaarborgd dat de broer van klaagster zijn wil op onafhankelijke wijze en zonder beïnvloeding van derden aan de notaris heeft kunnen overbrengen. Er hebben meerdere keukentafel- en telefoongesprekken met de broer van klaagster plaatsgevonden en de notaris heeft de broer van klaagsters voor het tekenen van het testament onder vier ogen gesproken. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2022:32 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2021/85 en 86
- Datum publicatie: 20-10-2022
- Datum uitspraak: 17-10-2022
- ECLI:NL:TNORSHE:2022:32
Klager heeft mede namens klaagster klachten ingediend tegen de kandidaat-notaris en de notaris. De kamer heeft de klachten van klaagster niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet is gebleken dat klager bevoegd was om namens klaagster op te treden. De klachten van klager zijn niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze zijn gericht tegen het samenwerkingsverband waar de kandidaat-notaris en de notaris aan verbonden zijn. En de klachten van klager zijn niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze zien op het verzoek om (schade)vergoeding.De klachten van klager gaan in de kern over de in 2016 door de kandidaat-notaris, als waarnemer van de notaris, gepasseerde akte van hypotheek en akte van geldlening. Het in de akte van hypotheek door de moeder van klager gevestigde hypotheekrecht strekt tot zekerheid voor verhaal van vorderingen van vijf broers en zussen van klager op moeder.De kamer is van oordeel dat de notaris geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, aangezien de waarnemend kandidaat‑notaris niet onder de verantwoordelijkheid van de waargenomen notaris heeft gehandeld. De klacht tegen de notaris is daarom voor het overige ongegrond verklaard. Tegen de achtergrond van de Novitaris-maatstaf heeft de kamer geoordeeld dat niet valt in te zien dat de kandidaat-notaris niet had mogen meewerken aan het passeren van de akte van hypotheek en de akte van geldlening. In het bijzonder is niet komen vast te staan dat de kandidaat-notaris bewust heeft meegewerkt aan paulianeus handelen. De klacht tegen de kandidaat is daarom eveneens ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2021:76 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/386178 / KL RK 21-50
- Datum publicatie: 11-10-2022
- Datum uitspraak: 17-11-2021
- ECLI:NL:TNORARL:2021:76
Derdenbeslag op derdengeldrekening. Miscommunicatie tussen notaris en klager. Klager bedoelde kennelijk een garantie te verkrijgen voor wat betreft de voldoening aan hemzelf, op eigen rekening, van zijn vordering op [X.]/[[W.B.V.], voordat de levering zou plaatsvinden, terwijl de (medewerker(s) van de) notaris kennelijk slechts de voldoening van het bedrag van de aflosnota op de derdengeldenrekening voor ogen stond. Hoewel deze miscommunicatie valt te betreuren en de klacht in zoverre gegrond is, ziet de kamer hierin in dit geval geen grond voor een tuchtrechtelijk verwijt, aangezien de kamer van oordeel is dat het niet op de weg van de notaris lag klager van de kans op tussentijds derdenbeslag te vrijwaren.