ECLI:NL:TNORDHA:2022:22 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-28

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2022:22
Datum uitspraak: 12-10-2022
Datum publicatie: 23-11-2022
Zaaknummer(s): 22-28
Onderwerp: Registergoed, subonderwerp: Hypotheekakte
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klagers verwijten de notaris dat hij niet heeft gereageerd op de vragen die klagers hem meerdere malen hebben gesteld. Ook verwijten klagers de notaris dat hij niet zelf gereageerd heeft, maar zijn kantoorgenoten (notarieel secretaresse en paralegal).

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 12 oktober 2022 inzake de klacht onder nummer 22-28 van:

[klagers A+B],

hierna ook te noemen: klagers,

tegen

[notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris,

gemachtigde: de heer mr. A.A. Marcus, advocaat in Rotterdam.

1. Het procesverloop

1.1 De Kamer heeft kennisgenomen van de klacht, met bijlage, ingekomen op 23 mei 2022.

1.2 Klagers hebben bij e-mailberichten van 24, 31 mei en 16 juni 2022 de klacht aangevuld.

1.3 De Kamer heeft het antwoord van de notaris, met bijlagen, ontvangen.

1.4 Klagers hebben op 5 september 2022 een aanvullend e-mailbericht met bijlagen aan de Kamer gestuurd.

1.5 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 september 2022. Daarbij waren aanwezig klager [A], en de notaris, bijgestaan door mr. A.A. Marcus. Van het verhandelde is proces-verbaal opgemaakt.

1.6       Na sluiting van de behandeling zijn van de zijde van klagers berichten ontvangen. Die vormen geen grond voor heropening van de behandeling en blijven buiten beschouwing.

2. De feiten

2.1 Op 14 april 2022 heeft het notariskantoor opdracht ontvangen van Wooncollect, namens de executant NIBC Direct Hypotheken te Den Haag, om over te gaan tot de executoriale verkoop van de appartementen aan de [adres], eigendom van klagers.

2.2 De veiling geschiedde uit hoofde van een hypotheekakte die op 21 augustus 2020 door mr. [C], notaris te [vestigingsplaats], is gepasseerd, wegens achterstand van klagers in de betaling van het aan de executant verschuldigde.

2.3       Op 16 april 2022 hebben klagers het notariskantoor een eerste brief gestuurd. Daarop heeft bij e-mailbericht van 21 april 2022 de notarieel secretaresse van het kantoor van de notaris gereageerd. Op 25 en 28 april en op 2 mei 2022 hebben klagers diverse e-mailberichten naar het notariskantoor gestuurd. Daarop heeft een aan het kantoor van de notaris verbonden paralegal op 26, 28 april, 3 en 18 mei 2022 gereageerd.

2.4       Op 24 mei 2022 hebben klagers het bericht van 18 mei 2022 van de paralegal doorgestuurd naar de notaris.

3. De klacht

3.1       Klagers verwijten de notaris dat hij niet heeft gereageerd op de vragen die klagers hem meerdere malen hebben gesteld. Ook verwijten klagers de notaris dat hij niet zelf gereageerd heeft, maar zijn kantoorgenoten (notarieel secretaresse en paralegal).

4. Het verweer

4.1       De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd – hetgeen voor zover van belang – hierna zal worden besproken.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

5.2 Vast is komen te staan dat er meerdere malen door een notarieel secretaresse en een paralegal van het notariskantoor is gereageerd op de verschillende brieven en e-mailberichten die klagers hebben gestuurd. Zij hebben volgens de notaris in overleg met hem en onder zijn verantwoordelijkheid gereageerd. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die daaraan doen twijfelen. Reacties als die van de paralegal en de notarieel secretaresse hebben daarom te gelden als reacties van de notaris. De klacht dat de notaris niet gereageerd heeft, ontbeert dan ook feitelijke grondslag. Van klachtwaardig handelen kan derhalve geen sprake zijn.

5.3  Hetgeen namens klagers overigens ter zitting is aangevoerd leidt evenmin tot gegrondheid van de klacht.

BESLISSING

De Kamer voor het notariaat:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. G.H.M. Smelt voorzitter, J. Snoeijer en M.R.H. Krans, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief door het Hof te zijn ontvangen, waarbij de datum van ontvangst door het Hof bepalend is.