Zoekresultaten 13481-13500 van de 13660 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 172/2008

    Klacht tegen verloskundige. Verweerster wordt gebeld door de maatschappelijk werkster die klaagster begeleidt. Na bespreking van de situatie van klaagster biedt verweerster aan bij het ziekenhuis te bespreken of het mogelijk is dat klaagster poliklinisch kan bevallen met de verloskundige maar daarna wel enkele dagen voor een zogenaamd klinisch kraambed zal worden opgenomen in het ziekenhuis. Verweerster bespreekt dit met de arts-assistent gynaecologie, bij wie klaagster vervolgens op consult komt. Inmiddels heeft de maatschappelijk werkster aangekondigd een AMK-melding te zullen doen. Hierdoor afgeschrikt besluit klaagster thuis te bevallen. Als er dan bij de bevalling problemen ontstaan, komt de baby te overlijden. Klacht, ondermeer over schending beroepsgeheim en verspreidng van smaad en laster, indirect de dood van het kindje tot gevolg hebben, ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/027

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager ook in hoger beroep ontvankelijk in de klacht. De werkzaamheden van coördinator patiëntenservice bureau zodanig verweven met de professie van verpleegkundige, dat handelen valt onder tuchtrecht. Schending beroepsgeheim. Klacht ook in hoger beroep gegrond. Maatregel van waarschuwing bevestigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 O 181

    Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij de operatie onvoldoende heeft voorbereid en voorts dat hij ten onterechte heeft vastgehouden aan de in de status onjuist vermelde gegevens omtrent de operatie. De arts heeft verweer gevoerd en aangegeven dat waarschijnlijk een verkeerde invulling van de status heeft plaatsgevonden. Het College heeft de klacht gegrond geacht en hieraan toegevoegd dat de dossiervorming onvoldoende is geweest. Het College heeft de arts een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/040

    Klager is onder curatele van zijn zus gesteld. De klacht tegen de gezondheidszorg-psycholoog betreft met name haar rol in de informatieverstrekking rond deze onder curatele stelling. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de gz-psycholoog de juiste zorg heeft betracht, hulp heeft aangeboden bij het omgaan met de curatele en op deugdelijke wijze bemoeizorg heeft verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/015

    Partner van klaagster is overleden aan de gevolgen van een hersentumor. Klaagster klaagt erover dat de huisarts een onjuiste diagnose (vitale depressie) heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0161 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/052

    Klager is na een epileptische aanval door de neuroloog behandeld op basis van de waarschijnlijkheidsdiagnose glioblastoom, gesteld door een collega-neuroloog (zaak 2009/053). Als klagers toestand snel achteruit gaat, adviseert de neuroloog een DNR-beleid. Na een second opinion op verzoek van klagers familie blijkt dat er sprake is van een hersenabces. Klager wordt geopereerd en behoorlijk herstel volgt. Klager verwijt de neuroloog onzorgvuldig handelen. Het Regionaal Tuchtcollege legt de neuroloog een waarschuwing op overwegende dat na de klinische achteruitgang van klager spoed beeldvorming obligaat was, omdat in de differentiaaldiagnose nog steeds een hersenabces stond vermeld. De neuroloog komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep overwegende dat zonder nadere diagnostische gegevens en beeldvormend onderzoek de heersende waarschijnlijkheidsdiagnose glioblastoom en - in het verlengde daarvan - de medische behandeling en het DNR-beleid, tussentijds niet konden worden getoetst of bijgesteld, terwijl de verslechterende situatie van klager daarom wel vroeg. Zie ook zaak 2009/053.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 134

    Klager verwijt de arts dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en daardoor tot een onjuiste conclusie is gekomen. Hierdoor is door de arts een onjuist advies afgegeven. Voorts verwijt klager de arts door hem onheus te zijn bejegend. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/074

    Klaagster heeft een borstcorrectie laten uitvoeren door de plastische chirurg vanwege asymmetrie en tubereuze borsten. Na de operatie is er nog steeds sprake van een geringe asymmetrie en klaagster ondergaat een tweede operatie. Echter nu is er sprake van ontsierende littekens en “bottomming out” van de implantaten. Klaagster verwijt de arts dat hij in strijd heeft gehandeld met de zorg, medisch onjuist heeft gehandeld waardoor de borsten zijn ontsierd en tekort is geschoten in zijn informatieplicht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0149 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/019

    Betreft informed consent. Een chirurg heeft bij klager de indicatie gesteld tot een spataderoperatie. Klager klaagt erover dat hij vervolgens door de arts-assistent heelkunde is geopereerd. Het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat de arts-assistent er niet voor verantwoordelijk kan worden gehouden dat klager er niet tevoren van op de hoogte is gesteld dat hij door een ander dan de behandeld chirurg (2009/018) zou worden geopereerd, dat het niet ongebruikelijk of ongepast is dat een andere arts dan degene die de indicatie stelt, een operatie uitvoert, dat de arts-assistent bekwaam was en de operatie op acceptabele wijze heeft uitgevoerd. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing en voegt daaraan toe dat het voor de arts-assistent niet in de rede lag klager toestemming te vragen voor de operatie, omdat de arts-assistent er vanuit mocht gaan dat klager in een eerder stadium van het behandeltraject door de behandelend chirurg was geïnformeerd over de mogelijkheid dat de ingreep door een andere arts zou worden uitgevoerd. Zie ook zaken 2009/018 en 2009/020.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0162 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/053

    Klager is na een epileptische aanval behandeld door de neuroloog. De neuroloog heeft de waarschijnlijkheidsdiagnose glioblastoom gesteld. De behandeling wordt later overgenomen door een collega-neuroloog (zaak 2009/052) die, als klagers toestand snel achteruit gaat, een DNR-beleid adviseert. Na een second opinion op verzoek van klagers familie blijkt dat er sprake is van een hersenabces. Klager wordt geopereerd en behoorlijk herstel volgt. Klager verwijt de neuroloog onzorgvuldig handelen. Het Regionaal wijst de klacht af. De neuroloog kan geen verwijt worden gemaakt ten aanzien van de door haar gestelde waarschijnlijkheidsdiagnose en er was geen noodzaak met spoed een neurochirurg in consult te vragen, noch gezien de gestelde waarschijnlijkheidsdiagnose, noch gezien de klinische toestand van klager tijdens de opname. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Zie ook zaak 2009/052.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 168

    Klager is niet ontvankelijk in de klacht, aangezien de arts klager niet als patiënt heeft behandeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0156 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/084

    Klager was gedetineerd met een TBS-maatregel en weigerde mee te werken aan een door de gz-psycholoog uit te voeren psychologisch onderzoek naar de noodzakelijkheid van de (verdere) verlenging van de TBS-maatregel, omdat klager alleen met een transculturele deskundige wilde praten. De gz-psycholoog heeft (toch) een Pro Justitia rapportage uitgebracht. Klagers klacht houdt in dat de door de gz-psycholoog uitgebrachte rapportage niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat er sprake is van een gebrekkige verantwoording van de conclusie in de rapportage, nu daarin de neerslag van een gedegen beoordeling van de transculturele aspecten ontbreekt, terwijl daarvoor alle aanleiding was. Het Centraal Tuchtcollege legt de gz-psycholoog ter zake een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0150 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/020

    Betreft een klacht tegen een anesthesist. De klacht houdt in dat de anesthesist, zonder dat zij eerst klagers preoperatieve anesthesiegegevens had ingezien, er vanuit is gegaan dat klager voorafgaand aan zijn spataderoperatie een ruggenprik als verdoving zou krijgen. Het regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de anesthesist zich, alvorens met klager in gesprek te gaan, op de hoogte had moeten stellen van klagers anesthesiegegevens en had moeten onderzoeken welke anesthesieafspraken er reeds met klager waren gemaakt. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, nu de anesthesist nadien adequaat heeft gehandeld door zelf een preoperatieve screening bij klager te verrichten, hetgeen ertoe heeft geleid dat klager die dag (toch) nog onder algehele narcose kon worden geopereerd. Zie ook zaken 2009/018 en 2009/019.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0157 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/116

    Klaagster verwijt de tandarts een onprofessionele behandeling te hebben verricht bij het plaatsen van een aantal implantaten in haar bovenkaak. Volgens klaagster heeft zij bij de tandarts herhaaldelijk klachten geuit over (een van) de implantaten, maar adviseerde hij deze te laten zitten. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat gelet op de staat van klaagsters kaak genoegen werd genomen met een insufficiënte situatie, welke op den duur tot klachten zou kunnen leiden. Dat verweerder deze oplossing heeft gekozen is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 107

    Klagers verwijten de psychiater dat hij op meerdere punten nalatig is geweest. Zo heeft hij de suïcidale patiënte na opname niet zelf gezien en onderzocht en is hij niet tijdig ingegaan op een verzoek van de familie om een gesprek. De psychiater heeft verweer gevoerd en daarbij wel erkend dat hij zelf eerder contact had moeten opnemen met de familie. Het College heeft drie van de vijf klachtonderdelen gegrond geacht en de arts een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0151 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/037

    De gynaecoloog heeft haar onderzoeksbevindingen geduid als passend bij een vervroegde overgang (POF). Klaagster verwijt de arts dat ze een onjuiste diagnose heeft gesteld en de bejegening vernederend en onbeleefd was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond geoordeeld en gesteld dat het op grond van twee laboratoriumtesten aannemen dat klaagster aan POF leed onvoldoende is. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van de arts gegrond bevonden en de bestreden beslissing vernietigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 016a

    Klager verwijt de longarts onvoldoende alert te zijn geweest en de diagnose te hebben gemist. Voorts wordt de longarts verweten dat hij ten onrechte: heeft laten vermelden dat geen sprake was van kanker, patiënt heeft ontslagen wegens zijn vakantie, patiënt niet heeft doorverwezen naar een meer gespecialiseerd ziekenhuis en tot slot de mogelijkheid van autopsie niet is voorgelegd. De longarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/038

    Klager is onder curatele van zijn zus gesteld. De klacht betreft met name de rol van de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige in de informatieverstrekking rond deze curatele stelling. Het Regionaal Tuchtcollege is o.m. van oordeel dat de verpleegkundige niet tekortgeschoten is in het verlenen van zorg aan klager, hulp heeft geboden en op correcte wijze bemoeizorg heeft verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft derhalve de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/272

    De klacht betreft de behandeling van klager door verweerster (gz-psycholoog en psychotherapeut) gedurende de periode dat hij in een TBS-inrichting verbleef. Klager heeft deelgenomen aan een zogenoemde intimiteittraining. Klager verwijt verweerster dat zij niet de juiste diagnose heeft gesteld en ook dat de intimiteittraining bij hem tot onherstelbare immateriële schade heeft geleid. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager in zijn klacht niet-ontvankelijk voor zover betrekking hebbend op zijn deelname aan de intimiteittraining en wijst de klacht voor het overige als ongegrond af. In hoger beroep is alleen verweersters handelen als gz-psycholoog aan de orde. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt klagers beroep op beide onderdelen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0159 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/274